Het Hooggerechtshof van het Verenigd Koninkrijk voorkomt dat de Venezolaanse president Nicolás Maduro controle krijgt over omgerekend 1,7 miljard euro aan betwiste goudreserves in de Bank of England (BoE).

Maduro werd in mei 2018 herkozen voor een tweede ambtstermijn van zes jaar in zeer omstreden verkiezingen. De meeste oppositiepartijen hadden de verkiezingen geboycot.

Meer dan vijftig landen erkennen oppositieleider Juan Guaidó als legitieme president van Venezuela. Het Europees Parlement sprak zich daar begin 2021 ook officieel voor uit. In de praktijk gaat de Britse regering evenwel met de regering-Maduro om.

“Maduro voor geen enkel doel erkend als president”

Het Hooggerechtshof van het Verenigd Koninkrijk moest bepalen wie de bevoegdheid had om bestuursleden bij de Centrale Bank van Venezuela te benoemen die zullen beslissen wat er gebeurt met de goudreserves die namens Venezuela in de kluizen van de Bank of England worden bewaard.

Het Hooggerechtshof vernietigde een eerdere uitspraak van het Hof van Beroep en oordeelt nu dat Maduro geen aanspraak kan maken op de goudreserves.

Lord David Lloyd-Jones, de rechter van het Hooggerechtshof die maandag de uitspraak deed, zei dat de Britse regering “Guaidó duidelijk en ondubbelzinnig als president van Venezuela heeft erkend”. De Engelse rechtbanken moeten volgens Lloyd-Jones op grond van het zogeheten “één-stem-principe” automatisch het standpunt van de Britse regering aanvaarden en hij zei “dat de heer Maduro voor geen enkel doel wordt erkend als president van Venezuela”.

Laatste stap

Als Guaidó volledig erkend wordt als de interim-president van het land zal hij de controle krijgen over ruim 1,7 miljard euro aan goud dat in handen is van de Bank of England. Dat zou nog een laatste stap vereisen. Het Hooggerechtshof stuurt de zaak terug naar een lagere rechtbank om te beslissen of het bestuur van Guaidó enige juridische status heeft.

(evb)