Direct naar artikelinhoud
AnalyseEuropese Unie

Het wordt een spannend jaar voor ‘stoute lidstaten’ Polen en Hongarije. Wat staat hen te wachten?

De Poolse premier Mateusz Morawiecki en zijn Hongaarse ambtgenoot Viktor Orbán.Beeld NurPhoto via Getty Images

Wat brengt 2022 voor Centraal-Europa? De onafhankelijke rechtspraak, vrije media en rechten van minderheden staan er onder druk. De Poolse relaties met de Europese instellingen zijn verzuurd en in Hongarije zijn verkiezingen op komst. De landen gaan een bewogen tijd tegemoet. Vier zaken om dit jaar op te letten.

1. De rechtsstaattoets

De Europese Commissie hoopt snel de zogeheten rechtsstaattoets in te zetten, een nieuw mechanisme dat het uitkeren van EU-geld koppelt aan het naleven van de rechtsstaat. Volgens de Commissie is het mechanisme noodzakelijk: zonder goed functionerende rechtsstaat is er geen garantie dat Europees geld op integere wijze wordt besteed.

Financiële druk is een krachtig instrument. Polen was in 2020 de grootste netto-ontvanger van EU-geld (ruim 12 miljard euro), met Hongarije op de hielen (5 miljard). Beide landen zijn dan ook mordicus tegen de rechtsstaattoets en startten vorig jaar een procedure bij het Europees Hof in Luxemburg om die tegen te houden. Er staat niets over het financieel korten van lidstaten in de Europese verdragen, is hun argument. Bovendien zou ‘rechtsstaat’ vaag zijn gedefinieerd.

De rechtszaak heeft een vertragende werking: de Commissie durft de rechtsstaattoets pas in te zetten nadat het Hof uitspraak gedaan heeft. Dat gebeurt mogelijk deze maand al. Voor de Commissie zijn de voortekenen gunstig: een hoge rechter sprak in december een advies uit in de zaak, waarin hij de argumenten van Polen en Hongarije volkomen wegvaagde. In ongeveer 80 procent van de zaken volgt de rechtbank zulke adviezen. 

De Commissie moet vervolgens wel doorpakken. Critici stellen dat de Commissie veel te lang heeft liggen slapen als het om de rechtsstaat in Polen en Hongarije gaat. Ze bekijken ook dit nieuwe, krachtige instrument met de nodige scepsis. Behalve politieke wil om de confrontatie te zoeken heeft de Commissie een meerderheid van stemmen nodig in de Raad van de Europese Unie, waarin elke lidstaat is vertegenwoordigd.

2. Poolse regering: hakken in het zand of dialoog?

Het conflict tussen de Poolse regering van de partij Recht en Rechtvaardigheid (PiS) en de Europese instellingen is behoorlijk verhard. Afgelopen najaar koos de regering in Warschau voor de confrontatie: het Pools Constitutioneel Hof, bestaande uit rechters die de lijn van de regering volgen, verklaarde dat het Europees recht in sommige gevallen onverenigbaar is met de Poolse grondwet. Met andere woorden, Polen hoeft zich niets aan te trekken van uitspraken van het Hof in Luxemburg als dat slecht uitkomt.

Volgens sommigen was dit een ‘juridische polexit’: Polen onttrekt zich aan de afspraak dat het Hof de eindarbiter is van juridische geschillen in de EU. Nu weigert de Commissie het coronaherstelplan van Polen, waarvoor de lidstaat maar liefst 36 miljard krijgt, goed te keuren. Dit geldt ook voor de 7,2 miljard die Hongarije zou krijgen. Zolang de rechtsstaatkwestie niet is opgelost, houdt Europa de hand op de knip. Chantage, vindt de Poolse regering.

Ondertussen draait de ‘tuchtkamer’, een omstreden orgaan dat kritische rechters straft, nog op volle toeren. Polen kreeg van het Europese Hof een dagelijkse dwangsom van 1 miljoen euro opgelegd, maar weigert te betalen.

Europees commissaris Didier Reynders tijdens zijn bezoek aan Warschau.Beeld EPA

Zo verzuurt de relatie verder, met als recent dieptepunt een bezoek van Europees commissaris voor Justitie Didier Reynders aan Warschau. De Poolse justitieminister en notoire hardliner Zbigniew Ziobro onthaalde Reynders met luchtfoto’s van een kapotgebombardeerd Warschau aan het eind van de oorlog, om nog eens te wijzen op het historisch onrecht dat zijn land is aangedaan – onrecht dat volgens Ziobro tot op heden voortduurt. De onderhandelingen kwamen geen stap vooruit: geen coronaherstelfonds voor Polen. 

Ook de feestdagen brachten geen verzoening. In een op kerstavond gepubliceerd interview noemde de partijleider van Recht en Rechtvaardigheid Jarosław Kaczyński de EU onder invloed van de nieuwe Duitse regering “het Vierde Rijk”. De Commissie legde voor Polen de zoveelste inbreukprocedure onder de kerstboom, omdat ze het Constitutioneel Hof niet meer als een onafhankelijk rechtsorgaan beschouwt. Minister Ziobro kondigde aan de rechtsstaattoets binnenkort te laten onderzoeken door datzelfde Hof.

3. Verkiezingen in Hongarije

Echte verandering komt van binnenuit, is een veelgehoord argument in discussies over de rechtsstaat. In april kiezen de Hongaren een nieuw parlement. Zes oppositiepartijen hebben één gezamenlijke kandidaat naar voren geschoven: de katholieke familieman Péter Márki-Zay, burgemeester van het stadje Hódmezővásárhelyi. Hij bindt met Viktor Orbán de strijd aan om de kiezer op het conservatieve platteland. In de peilingen gaan de kandidaten nek aan nek. Maar het speelveld is oneerlijk. Orbán heeft zowel de kiesdistricten als de kieswet aangepast om het de oppositie lastig te maken. Bovendien zijn veel media een spreekbuis voor de huidige regering.

Als de oppositie wint, wil ze de ‘illiberale democratie’ ontmantelen. De vraag is hoe. Márki-Zay wil de rechtsstaat herstellen door grondwetswijzigingen van Orbán ongedaan te maken. Maar de kans dat de oppositie de daarvoor benodigde tweederdemeerderheid in het parlement haalt, is minimaal. Márki-Zay wil dat oplossen met een referendum over de grondwet. Zo kan de oppositie in één klap Orbáns politieke erfenis grotendeels ongedaan maken.

Riskant, zeggen deskundigen op het gebied van constitutioneel recht. Ze vrezen voor politieke en juridische chaos als Márki-Zay en zijn politieke bondgenoten met een referendum aan poten van de grondwet gaat zagen. Aan de andere kant moet de oppositie ergens beginnen. Het is onduidelijk hoeveel manoeuvreerruimte een nieuwe regering zal hebben. Orbán heeft de jongste tijd loyale aanhangers op belangrijke posities in het Hongaarse staatsbestel gezet.

4. Europese context: Duitsland, Frankrijk, Tsjechië

Polen en Hongarije moeten dit jaar ook rekening houden met meer assertieve lidstaten in de EU. Angela Merkel  was gericht op dialoog en het bijeenhouden van de EU. Daarnaast was ze zich bewust van de historische gevoeligheden tussen Duitsland en Centraal-Europa, en van de Duitse economische belangen in die regio. 

De nieuwe regering van Olaf Scholz lijkt bereid de zaak meer op de spits te drijven. Duitsland zal “een bijzondere verantwoordelijkheid” nemen bij het beschermen van de rechtsstaat in de EU, staat in het coalitieakkoord. Minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock pleit voor een “open en eerlijke” dialoog. Komend jaar zal blijken hoe stevig dat gesprek wordt.

Frans president Emmanuel Macron met Hongaars premier Orbán tijdens een bezoek aan Boedapest.Beeld Photo News

Ook Frankrijk, de eerste helft van dit jaar EU-voorzitter, maakt zich hard voor de rechtsstaat. President Macron pleit voor een “snelle en adequate” inzet van de rechtsstaattoets. Na een ontmoeting met Orbán in december stak hij zijn mening niet onder stoelen of banken. Zolang Hongarije geen vooruitgang laat zien wat betreft de rechtsstaat, zullen er geen betalingen zijn, aldus Macron. 

Vanaf juli is Tsjechië EU-voorzitter, en in Praag waait een nieuwe politieke wind sinds verenigde oppositiepartijen dit najaar de verkiezingen wonnen van de populistische premier Andrej Babiš. Volgens de nieuwe minister voor Europese Zaken Mikuláš Bek gaat Tsjechië meer naar het westen kijken. De Visegrad-groep, van oudsher een samenwerkingsverband binnen de EU van vier Centraal-Europese landen, noemde hij in een interview “meer als Polen en Hongarije tegen Tsjechië en Slovakije”. En dat geldt zeker voor de rechtsstaat. “Onze positie in het rechtsstaatconflict met de EU verschilt fundamenteel.”