Te lang doorgewerkt voor bevalling? Geen uitkering, zegt CM

Huisarts Julie De Vos met haar kinderen. ©  Guy Puttemans

Omdat een Gentse huisarts in volle coronacrisis bleef doorwerken tijdens de laatste week voor haar bevalling, kreeg ze van de CM geen uitkering voor moederschapsrust. Wellicht is ze niet de enige.

Jef Poppelmonde

‘Gezien de wetgeving verplicht om te stoppen en u dat niet heeft gedaan, heeft u geen recht op een uitkering voor uw moederschapsrust.’ Die ontnuchterende boodschap ontving de Gentse huisarts Julie De Vos (30) gisteren in haar mailbox. Ondertekend: de Christelijke Mutualiteit (CM). ‘De situatie blijft onveranderd en we zijn in de huil-fase beland’, schreef De Vos in een bericht op de sociale media, dat tot een storm van verontwaardiging leidde.

De Vos beviel eind vorig jaar van een zoon, haar tweede kind. In de directe aanloop naar haar bevalling, die was uitgerekend voor 1 november, werd de huisartsenpraktijk waar ze werkt overspoeld door besmettingen met het coronavirus. ‘Ik zag collega’s uitvallen met een burn-out’, zegt ze. Bovendien slaagde haar praktijk er niet in om een vervanger voor De Vos te vinden. ‘Iedere arts in heel België verdronk op dat moment in het werk. Toen heb ik mijn collega’s gezegd dat ik, om hen te helpen, zou blijven doorwerken zo lang dat fysiek mogelijk was.’

De Vos had toen al van haar gynaecoloog te horen gekregen dat haar zoon waarschijnlijk ook pas later dan de uitgerekende datum geboren zou worden. Ze bleef werken tot 29 oktober. Ruim een week daarna, op 9 november, werd haar zoon geboren.

Maar toen De Vos in de nasleep daarvan contact opnam met de CM voor de uitbetaling van haar uitkering voor moederschapsrust, weigerde het ziekenfonds om dat te doen. ‘Dat is niet mogelijk’, schreef de CM in een eerste e-mail. De Vos had volgens de wet namelijk een week voor de uitgerekende datum – op 25 oktober, dus – moeten stoppen met werken. Aangezien ze dat niet had gedaan, aldus een medewerker van de CM in de mail, ‘is er helaas geen recht op een uitkering’. ‘Ik had vooraf nog nooit van het bestaan van die regel gehoord’, zegt De Vos.

Na enkele maanden van mailverkeer heen en weer bevestigde de CM gisterenochtend nogmaals dat De Vos ‘geen recht heeft op een uitkering’. Op de sociale media leidde het tot een storm aan reacties. Ook federale parlementsleden toonden zich verontwaardigd en doken in de wetgeving.

Enkele uren later kreeg De Vos telefoon van de directeur van CM Oost-Vlaanderen. ‘Hij zei dat hij mijn dossier bekeken had, dat dit inderdaad niet normaal is, en dat het in orde gebracht zal worden’, zei De Vos aan de telefoon. Even later meldde het Riziv, dat bevoegd is voor de moederschapsverzekering dat De Vos alleen geen uitkering zal krijgen voor de ene week waarin ze doorwerkte, maar wel voor de overige elf weken.

De Vos betreurt ‘dat je blijkbaar een groot bereik op de sociale media nodig hebt om voor kafkaiaanse situaties als deze een oplossing te krijgen.’

‘Niet in proportie’

Het ziet er niet naar uit dat De Vos de eerste en enige vrouw is aan wie de CM deze strenge sanctie opgelegd heeft. Cijfers heeft het ziekenfonds niet, maar directielid Ingrid Fleurquin zegt dat de wet waarin staat dat vrouwen niet mogen werken in de laatste week voor de bevalling ‘onduidelijk is over de precieze sanctie voor wie zich daar niet aan houdt’. Een algemene richtlijn op basis van de wet is er niet binnen de CM. ‘In dit dossier heeft de betrokkene de volledige uitkering geweigerd’, stelt Fleurquin vast. ‘Het is goed dat het debat nu gevoerd wordt. De volledige uitkering weigeren, lijkt inderdaad niet in proportie te zijn.’

De vraag blijft wel, voegt ze eraan toe, ‘hoe we er dan voor zullen zorgen dat vrouwen hun verplichte rust opnemen. Die rust is heel belangrijk voor de gezondheid van moeder en kind. Wij hebben er als CM hard voor geijverd om dit in de wet te krijgen.’

N-VA-Kamerlid Valerie Van Peel vraagt dat de wet gewijzigd wordt. ‘Dit is hallucinant. Als de CM jarenlang mogelijk aan vele vrouwen om deze reden een volledige uitkering geweigerd heeft, gaat dat alle rede voorbij. Ik zal aan de regering vragen om dit grondig te onderzoeken en om, indien nodig, deze vrouwen te compenseren.’