Nederlandse ex-politica Hedy d’Ancona: ‘Oudjes moeten niet lopen kankeren’

Hedy d'Ancona: 'Mensen van 70 en ouder die levensmoe zijn, moeten hulp kunnen krijgen bij zelfdoding.' © Eva Roefs
Michel Vandersmissen
Michel Vandersmissen Redacteur van Knack

‘Het is niet omdat ik toevallig 84 jaar ben dat plots iedereen respect moet hebben voor mij.’ De gewezen Nederlandse politica Hedy d’Ancona (84) komt in woord en daad nog altijd fel uit de hoek. In de jaren zestig streed ze voor de emancipatie van vrouwen, vandaag voor de zelfontplooiing en zelfbeschikking van ouderen.

Hedy d’Ancona is een fenomeen in Nederland. Jarenlang stond ze op de barricades als feministe. Ze was staatssecretaris en minister, Europees Parlementslid voor de PvdA, producer voor de VARA en oprichter van het feministische maandblad Opzij. Onlangs verraste ze met haar boekje Vrolijk Verval, waarin ze op relativerende en soms hilarische toon schrijft over ouder worden: ‘Wat heet oud? Met oude vriendinnen onder elkaar stellen we die vreemde vraag terwijl we in onze nekpartij priemen, waar een nieuwe eigenaardige plooi zich tussen de al aanwezige heeft gewrongen. Wij wijzen op onze handen, waarop verse grafbloempjes tot bloei zijn gekomen, op overbloezend vet op plekken waar het niet hoort. Uiterlijk verval van alle kanten, haaruitval, oogleden die kreukelen, wiebelende tanden. Wat heet oud? Dit dus! We lachen ons suf om die beauty contest in omgekeerde richting. Wie van ons zal tot Koningin van de Lelijkheid worden gekroond?’

Vijftig jaar heb ik gestreden voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen. Nu moet ik opnieuw de barricades op om ouderen te emanciperen.

Er was blijkbaar behoefte aan dat soort stukjes, want in haar prachtige grachtenpand in Amsterdam, met uitzicht op de Amstel en theater Carré, vertelt d’Ancona trots dat de zevende druk op komst is. Het vervolg, Kouwe Kermis, komt er tegen de zomer.

U vindt oud worden geen drama?

Hedy d’Ancona: Ik voel me wel oud. Aan slijtage is geen ontkomen aan, maar ik kan nog veel. De zogenaamde oude dag is niet zo onrustwekkend als wordt voorgesteld. Niet alle 80-plussers zitten vereenzaamd in een relaxstoel. (lacht) En voor wie dat anders ervaart, is het troostend dat het niet al te lang meer zal duren.

Corona heeft de beeldvorming over ouderen niet echt geholpen.

d’Ancona: Daardoor werden ouderen, inclusief ikzelf, op één hoop gegooid als beklagenswaardig. Corona heeft ouderdom en kwetsbaarheid voor altijd hecht aaneengesmeed. Kwetsbaar! Wat een gruwelijk woord. Ik vind het vreselijk dat mijn leeftijdsgroep in deze coronatijd nog meer dan anders zielenpieterig wordt weggezet. Ik heb ook een hekel aan die mix van compassie en respect waarmee wij bejegend worden. Respect moet je verdienen. Het is niet omdat ik toevallig 84 jaar ben dat plots iedereen respect moet hebben voor mij.

Waarom schrijft u dat u niet trots bent op uw leeftijd?

d’Ancona: Daar heb ik weinig verdienste aan, ik ben vooral blijven ademen. Als ik een lezing geef, hoor ik de inleider weleens vreugdevol roepen: ‘En zij is al … 84!’ Dan begint het publiek zelfs te applaudisseren. Op zo’n moment zou ik liefst door de grond zakken.

Compassie wilt u evenmin?

d’Ancona: Nog minder. Hoewel. Het valt me op dat als je als oudje wat staat te klungelen met je koffer op een perron, er altijd mensen toesnellen om te helpen. Ik wist niet dat er zo veel hulpvaardigheid is. (lachend) Gelukkig zie ik dat ze dat ook doen voor jonge moeders met baby’s.

Kijken we nu anders naar ouderen dan toen u jong was?

d’Ancona: We vallen meer op, want we zijn met steeds meer. Daardoor nemen we ook een beschamend groot deel op van het budget van volksgezondheid.

Waarom is dat beschamend?

d’Ancona: Omdat we ouder worden, moet de overheid langer pensioenen betalen en allerlei premies voor ondersteuning van senioren. Dat moet je als oudere goed beseffen. Ik heb twee nieuwe heupen. Ik weet niet eens wat dat kost, maar het zal wel veel zijn en ik zou het ook niet weigeren omdat zo’n heup misschien 12.000 euro kost. Daarvoor ga ik toch geen pijn lijden? Oudjes moeten niet lopen kankeren dat ze genegeerd worden. Dat is niet zo.

Toch schrijft u dat het beeld negatief is.

d’Ancona: We worden met fluwelen handschoenen langzaam naar de rand van de samenleving geduwd. In de publieke ruimte bijvoorbeeld worden we ’s avonds naar binnen gedreven, want het is zogezegd te gevaarlijk voor ouderen om dan nog op straat te komen. Je wordt bang gemaakt. In het publieke leven, bijvoorbeeld in tv-programma’s, komen evenmin nog oudere mensen in beeld. Dat is in Nederland heel erg geworden. Bij de BBC presenteert de 86-jarige Mary Berry wekelijks een zeer populair kookprogramma en zij is niet de enige. In Nederland of België kun je je niet voorstellen dat mensen als Joe Biden of Nancy Pelosi nog zouden meedraaien aan de politieke top. In het zuiden van Europa is dat anders. Mario Draghi is 75 en premier van Italië en zelfs Silvio Berlusconi had op zijn 85e ambitie om president te worden.

Hedy d'Ancona: 'We worden met fluwelen handschoenen langzaam naar de rand van de samenleving geduwd. We worden bang gemaakt.'
Hedy d’Ancona: ‘We worden met fluwelen handschoenen langzaam naar de rand van de samenleving geduwd. We worden bang gemaakt.’© Eva Roefs

Na de eerste lockdown was er in Vlaanderen veel kritiek op het overheidsbeleid rond senioren in woonzorgcentra. Maar op een uitzondering na, werd nooit de mening van de betrokkenen zelf gevraagd.

d’Ancona: Typisch. Ik wil als oudere gelijkwaardig behandeld worden. Vijftig jaar heb ik gestreden voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen. Nu moet ik opnieuw de barricades op om ouderen te emanciperen. Ze moeten aan zelfontplooiing doen en zelfbeschikking opeisen.

Hoe houdt u zich mentaal en fysiek fit?

d’Ancona: Door u hier te ontvangen bijvoorbeeld. Daarvoor ben ik vanochtend naar de markt geweest en heb ik bloemen, koekjes en chocolaatjes gekocht. Ik lees veel, schrijf, geef lezingen enzovoort. (lacht) Ik beschik nog over aardig wat ongebruikte hersencellen en word gedreven door ambitie, bijvoorbeeld om nog een boekje te schrijven. Ik ben nog altijd actief in het feminisme, jonge vrouwen komen voor hun studie met mij praten over de vrouwenstrijd. ‘Oma, vertel nog eens hoe het vroeger was.’ Toch vind ik die gesprekken ontzettend leuk én leerrijk voor mezelf. Ik vraag hen altijd: wat is voor jou het belangrijkste actiepunt? In mijn tijd waren dat gelijke kansen van vrouwen op de arbeidsmarkt, maar dat is voor die jonge vrouwen zonder gezin totaal niet meer sexy.

Wat is vandaag voor u het belangrijkste strijdpunt?

d’Ancona: Als ik nu 20 was, zou ik uitschreeuwen dat het een schandaal is dat de publieke ruimte na negen uur ’s avonds bijna helemaal bezet is door mannen. Ik ben socialist en die ruimte is ook van vrouwen. Als ik in scholen kom, vraag ik weleens aan een klas wie er ’s avonds bang is op straat. Dan steken bijna alle tienermeisjes en enkele jongens de hand op. En wij pikken dat?

U fietst nog altijd door Amsterdam?

d’Ancona: Soms wel, maar die fiets, die in betere conditie is dan ik, ga ik ook aan de kant zetten. Er is een soort angst in me geslopen. Angst om te vallen. U vroeg me of ik me oud voel. Nou, op zulke momenten wel. Ik heb onlangs mijn auto verkocht omdat je hier in Amsterdam nauwelijks nog kunt parkeren. (Grinnikend) Gelukkig wist ik dat als je iets kwijtraakt waaraan je gehecht bent, je dat moet vervangen door iets wat je nog nooit gedaan hebt.

En wat hebt u gedaan?

d’Ancona: Met de opbrengst van de auto heb ik een mooie tweedehandse babyvleugel gekocht en ben ik pianolessen gaan volgen. En dus speel ik sinds kort, weliswaar met de vooruitgang van een slak, quatre-mains met mijn pianoleraar. Ik tokkel de makkelijke stukken. Oud worden vind ik dus totáál niet erg. Ik had het wél erg gevonden om jong te sterven. Dat is zielig.

U schrijft: als je ouder wordt, heb je de plicht om er iets van te maken. Dat is streng.

d’Ancona: Mijn Joodse vader is op zijn 36e gestorven na drie jaar werkkamp. Mijn halfzusje is jong gestorven en mijn grootouders werden slechts 62 en 63. Daarom zeg ik dat als het noodlot niet toeslaat en je niet jong sterft, je verplicht bent om actief te blijven in plaats van een hele dag op de bank te hangen. Ik zat jarenlang in de politiek en daarvoor was ik actievoerster. Nog altijd. Dat ben ik aan mezelf verplicht nu ik het voorrecht heb om zo oud te worden. Ik zal feminist blijven. Tot in de kist.

Hedy d'Ancona: 'Ik wil als oudere gelijkwaardig behandeld worden.'
Hedy d’Ancona: ‘Ik wil als oudere gelijkwaardig behandeld worden.’© Eva Roefs

Wat vindt u van het nieuwe kabinet van Mark Rutte?

d’Ancona: (zucht) Het is een geval van relatieve deprivatie, een term uit de sociologie. In het begin is er schaamte omdat tijdens een van de grootste crisisperiodes van onze tijd met corona, klimaatopwarming, groeiende ongelijkheid enzovoort, een stelletje onverantwoordelijke politici wat zit te rommelen zonder enige vooruitgang. Dan ben je op den duur al enigszins tevreden als er toch iets komt. Het had erger gekund. Dat is relatieve deprivatie.

Wat denkt u van de samenstelling van die nieuwe regering?

d’Ancona: Ik zie enkele positieve punten. Er komt extra geld voor cultuur, voor de zorg, voor het onderwijs – kortom voor de gemeenschap. Dat moest ook na vele jaren van forse bezuinigingen door het neoliberale beleid van de vorige kabinetten. Het is positief dat er enkele ministers in de regering zitten die geen beroepspolitici zijn, zoals onze nieuwe minister van Onderwijs, Robbert Dijkgraaf (natuurkundige en hoogleraar in Harvard, nvdr) en minister van Volksgezondheid, Ernst Kuipers (voormalig hoogleraar geneeskunde, nvdr).

En veel vrouwen.

d’Ancona: Het is de eerste Nederlandse regering met ongeveer de helft vrouwelijke ministers. Dat mocht ook wel.

Maar geen spoor van oudere ministers.

d’Ancona: Nee, er zit geen Nederlandse Nancy Pelosi bij. We hadden wel Herman Tjeenk Willink als informateur. Hij is tachtig en een briljante man. Ik ergerde me elke keer als hij in interviews zei dat het toch erg was dat ze bij zo’n oude man waren aanbeland voor de formatie. Dan riep ik naar de tv: komaan Herman, zeg dat nou niet!

Wat vindt u van Sigrid Kaag, volgens sommigen een politiek supertalent?

d’Ancona: Ik bewonder haar. Ze heeft een enorme dossierkennis en veegt de vloer aan met haar tegenstanders.

Kan zij de eerste vrouwelijke premier van Nederland worden?

d’Ancona: Ik hoop het, maar ze heeft een Palestijnse echtgenoot die actief was in de Palestijnse regering. Dat zou tegen haar kunnen werken, zeker bij de sterke pro-Israëllobby in Nederland. Ze zou het veel beter doen als premier dan Mark Rutte.

Zal Rutte de geschiedenis ingaan als een groot premier?

d’Ancona: Dat denkt vooral hijzelf. Rutte heeft zijn eigen beleid verraden. Jarenlang stond hij in dienst van het liberale kapitalisme. Nu deint hij met even groot gemak de andere kant uit, alleen maar om zijn eigen postje te redden, als een rietstengel die alle kanten opgaat.

Wat is er gebeurd met uw partij, de sociaaldemocratische PvdA? In 2021 behaalde ze 9 zetels in de Tweede Kamer. In 2012 waren dat er nog 38.

d’Ancona: Ze hebben hun ziel verkocht door te regeren met de rechtse VVD van Rutte. Dat was een kapitale fout. Iemand moest het doen, zei de partijleiding, maar het treurige was dat Rutte alles wat goed liep kon verkopen als zijn verdienste. Wat mislukte, was de fout van de PvdA. Mijn partij heeft zich kapot geregeerd.

Dreigen de PvdA en andere Europese sociaaldemocratische partijen te verdwijnen?

d’Ancona: Er moet eerst een einde komen aan de waanzinnige versplintering van het partijlandschap. Voor de verkiezingen vorig jaar hadden 89 partijen een registratieverzoek ingediend. 89! Het zou beter zijn mocht de PvdA samengaan met GroenLinks. Maar als je klein bent en je groeit zoals GroenLinks, dan ga je niet fuseren met die sukkels van de PvdA. Ik vind het glas altijd halfvol, maar als er een moment komt dat de PvdA geen reden van bestaan meer heeft, dan ga ik me niet inkuilen. Ook een partij heeft een levensduur.

Wat vindt u van ouderenpartijen?

d’Ancona: Ik ben tegen álle one-issuepartijen, ook tegen een vrouwenpartij. Het democratische principe is dat je ook door de ogen van een ander moet kunnen kijken, niet dat je voortdurend roept: ‘ik, ik, ik’. Of: ‘ze pakken mijn pensioen af’, de mantra van een ouderenpartij. De samenleving gaat over meer dan pensioenen.

Wat is er verkeerd aan opkomen voor de belangen van één groep?

d’Ancona: Helemaal niets, maar dat doe je niet vanuit een partij maar vanuit een beweging. Net zoals ik dat jarenlang deed voor vrouwen vanuit de feministische beweging.

De traditionele partijen doen misschien te weinig voor oudere kiezers?

d’Ancona: Ze of wij voelen ons niet gehoord. Vandaar ook het succes van bedenkelijke populisten zoals Geert Wilders en Thierry Baudet.

Schrikt u daarvan?

d’Ancona: Samen hebben ze 25 zetels! Dat is een bedreiging voor de democratie. Het gedachtegoed van Wilders en Baudet is gevaarlijk. Kijk wat er gebeurt in Hongarije, Polen en Turkije waar populisten aan de macht zijn. De taal die zij – en ook hun aanhangers – uitslaan is walgelijk, net zoals ze alles verengen tot hun eigen bestaan.

Is het beeld van Nederland als progressief gidsland verleden tijd?

d’Ancona: Ik vrees het. Baudet en Wilders verspreiden racisme en hangen het beeld op dat we overspoeld worden door migranten. Op dat vlak krijg je steeds meer een tweedeling zoals je die ook hebt tussen arm en rijk, tussen wie materieel aan de goede kant van de streep staat en de rest. Je hoeft daarvoor niet eens multimiljonair te zijn. Het wordt een onoverbrugbare kloof. Wie aan de slechte kant staat, wordt wantrouwig en extra gevoelig voor die populisten.

Schrijver en politicus Jan Terlouw gebruikte ooit het beeld van de huissleutel die aan een touwtje in de brievenbus bij de voordeur hing, als symbool van hoe er vroeger meer onderling vertrouwen was in de samenleving. Bent u het met hem eens?

d’Ancona: Ik ken Jan goed. Hij is een zeer begaafde man, zowel politiek, wetenschappelijk als literair. Op zijn leeftijd (Terlouw is 90, nvdr) is hij nog altijd zeer actief. Maar die sleutel aan een touwtje zegt me niet zo veel omdat ik nogal een slons ben. Hoe vaak heb ik niet mijn sleutel aan de straatkant op de voordeur laten zitten? Ik had geen touwtje nodig. Mensen belden dan aan om me daar attent op te maken. (lacht) Nee, ik heb niks met dat soort verlangen naar vroeger. We leven in andere tijden en vanaf de schouders van onze voorgangers moeten we niet achterom maar vooruitkijken.

Wilders en Baudet beloven mensen de droommaatschappij van vroeger. Wel, die bestond niet. Ik heb ze nooit meegemaakt.

Populisten lokken de havenots met hun discours. Is uw generatie politici niet verantwoordelijk voor die groeiende ongelijkheid?

d’Ancona: Even aanstippen dat de aanhangers van populisten niet alleen de minstbedeelden zijn. Het ligt toch wat ingewikkelder. Zelfs als mijn partij niet in de regering zat, was ze deel van een systeem dat ongelijkheid creëerde. Nogmaals, we hadden nooit met de VVD mogen regeren. Dát is de oorzaak van ons grote verlies dat nu bijna onomkeerbaar lijkt. De grote klap kregen we omdat die liberale regering met onze hulp essentiële dingen verkapitaliseerd en geprivatiseerd heeft. Als socialistische partij krijg je dat niet verkocht. Je bent onderdeel van dat kapitalistische systeem, ook al wil je dat niet. Ik kan mijn schuldgevoel wat dempen door arme buitenlandse kunstenaars die in Amsterdam studeren aan gratis huisvesting te helpen, maar daarmee verander ik het systeem niet. Ik heb dat pas begrepen toen ik een boek las over de strijd tegen racisme.

Welk boek?

d’Ancona: Waarom ik niet meer met witte mensen over racisme praat van de zwarte Britse journaliste Reni Eddo-Lodge. Ik kreeg het als vakantielectuur van mijn dochter die in de Bijlmer woont (Hadassah de Boer, een bekende talkshowpresentator, nvdr). Nou, gezellige vakantielectuur. (lacht) Toen ik het las dacht ik: hoe kán dat? Je denkt dat het niet aan jezelf ligt, want mij maakt het geen fuck uit welk kleurtje iemand heeft. Door dat boek begreep ik dat het net is als met feminisme. Je kunt als feminist niet relativeren dat er best veel mannen zijn die geen billenknijpers zijn of gewelddadig tegen vrouwen. Ik heb zelf een aantal mannen de revue laten passeren en zo eentje was er nooit bij. Heb ik dan alleen uitzonderlijke mannen getroffen? Wel, dat maakt niets uit, want ook die mannen maken deel uit van het systeem waarin mannelijkheid overheerst. Dat is met racisme net zo.

Hoezo?

d’Ancona: Ik kan als individu nog zo aardig zijn tegen migranten, daarmee verander ik het systeem niet. Het systeem moet dus worden veranderd en dat is niet eenvoudig. Daarvoor heb je geen mensen nodig die een touwtje in hun brievenbus hangen, dat is in feite waar ook Wilders en Baudet op inspelen. Ze beloven mensen de droommaatschappij van vroeger. Wel, die bestond niet. Ik heb ze niet meegemaakt tijdens de oorlog, noch in de jaren nadien. Dat is de valse droom van een leven in Nederland zonder gekleurde mensen, lekker met echte Nederlanders onder elkaar, met uiteraard zwartepiet erbij en de vrouw aan het aanrecht of aan het boenen. (luid) Want dat is wat de populisten ook willen: vrouwen terug in hun hok.

Hoe kijkt u terug op uw strijd voor vrouwenrechten?

d’Ancona: In 1968 stelden we vast dat vrouwen een waanzinnig grote achterstand hadden in het onderwijs. Beschamend. Wij behoorden bij een elite die had gestudeerd, maar toch werd ook het gros van die vrouwen huisvrouw zodra ze kinderen kregen. We hadden actievoerders nodig die zeiden: de pot op, wij worden geen huisvrouw. Wanneer de helft van de bevolking een achterstand heeft waardoor ze nooit hogerop raakt, dan is je samenleving oneerlijk. Kijk naar de verdeling van de politieke macht. Er was in die periode welgeteld één vrouwelijke minister, Marga Klompé. Er zaten wel wat vrouwen in het parlement, maar die gingen weg zodra ze kinderen kregen en dat vond iedereen blijkbaar gewoon. Premier Joop den Uyl (PvdA) had in de jaren zeventig nochtans zeven kinderen.

Hedy d'Ancona, Vrolijk verval, Nijgh & Van Ditmar, 112 blz., 13,50 euro.
Hedy d’Ancona, Vrolijk verval, Nijgh & Van Ditmar, 112 blz., 13,50 euro.

De verdeling van macht, kennis en inkomen was hopeloos. De kennisachterstand hebben we ingehaald. Ik denk dat vandaag vrouwen gemiddeld zelfs hoger opgeleid zijn dan mannen. Daar kan ik niet ontevreden over zijn. Maar de machtsverdeling gaat erg langzaam. Ook al hebben we veel vrouwen in de regering en in de parlementen, toch blijft het onbetaalde huishoudelijke werk nog altijd zeer scheef verdeeld. Ook daarvoor is systeemverandering nodig, want gelijke verdeling van macht en inkomen lukt zeker niet zolang vrouwen veel te gemakkelijk voor deeltijds werk kiezen.

Was u als feministe verrast door de onthullingen over misbruik in het tv-programma The Voice of Holland?

d’Ancona: Nee. Ze probeerden het wel meteen al te relativeren door verklaringen dat die toestanden overal voorkomen. Alsof dat het minder erg maakt.

U werkte in de jaren zestig voor tv-omroep VARA. Werd u daar met dat soort mannengedrag geconfronteerd?

d’Ancona: Bij de VARA werd een regisseur verliefd op mij, een gereformeerde man met een vrouw en kinderen. Hij kneep niet in mijn billen, maar schreef me een brief dat hij zijn leven voor mij zou omgooien, enzovoort. Ik antwoordde dat daar geen sprake van kon zijn. Ik vond het zelfs achterlijk dat die man als kostwinner zijn kinderen in de steek wilde laten. Zijn vrouw is toen naar de VARA gestapt en ik werd er uitgezet. Ik vond dat toen gewoon en zelfs logisch, want ik was al lang blij dat ik niet meer hoefde samen te werken met die man. Grensoverschrijdend gedrag gebeurde in die tijd bij alle omroepen en niet zelden met de dames van de kantine. Want het draaide toen ook rond machtsverschil. Als feministen waren we daar niet zozeer mee bezig, wel met geweld binnen gezinnen dat geheim werd gehouden. Als staatssecretaris heb ik huiselijk geweld op de politieke agenda gekregen.

Wat vond u van de reactie van John de Mol, de grote baas van mediabedrijf Talpa?

d’Ancona: Ik heb het interview met De Mol niet gezien, maar wat een taaltje gebruikte hij over zijn schoonbroer, die hij blijkbaar alle hoeken van de kamer wilde laten zien of op zijn bek wilde slaan. Bah. Maar de advertentie ‘Beste John, het ligt niet aan de vrouwen. Groet, de vrouwen uit je bedrijf’, die reactie vond ik echt top.

Hebt u dat soort gedrag ook in de politiek gezien?

d’Ancona: In de jaren zeventig kwam ik als een van de weinige jonge vrouwen in de Eerste Kamer. Ik stond toen in de lift met een ouder Kamerlid die ontzettend gefixeerd naar mijn tieten staarde, maar verder stak hij geen vinger naar me uit. (lacht) Als hij dat wel had geprobeerd had ik meteen gezegd dat hij kon opsodemieteren. Maar ik zat niet in een situatie van machtsverschil en was van niemand afhankelijk. Een voordeel van ouder worden is dat je niet langer een smakelijk hapje bent voor mannen en dus minder last hebt van seksuele intimidatie. Eigenlijk vind ik toestanden zoals bij The Voice ook heel vernederend voor die bekende mannen zelf. Wat een afgang! Misschien moeten die billenknijpers hun probleem eens bij vrouw en kinderen in de groep gooien? (klaagtoontje) ‘Ik heb toch zo’n onweerstaanbare lust om in ieder voorbijlopend jong ding te knijpen en ik lijd daar zo erg onder.’ Misschien is hun wangedrag dan meteen over? (lacht)

‘Wreed en misselijkmakend’, zo noemde u In Trouw de bagger die politica’s Sylvana Simons en Sigrid Kaag over zich heen kregen. ‘Het stoorde mij dat geen enkele mannelijke collega aan de bel trok en er schande van sprak dat dit vrouwen overkomt. Dat is ook seksisme’, zei u.

d’Ancona: Ik reageerde op een artikel met voorbeelden van berichten die Kaag op sociale media en via mail kreeg. Echt walgelijke dingen over ophangen, penetreren, verkrachten. Ze kreeg in volle verkiezingscampagne zo soms een paar honderd berichten per dag. Ik dacht, nu komen er grote solidariteitsverklaringen van andere politici. Niet één mannelijke collega deed zijn mond open. Ik vond dat schandalig. Ik voel nog altijd woede als ik er over praat.

U verwees al naar zelfbeschikking voor ouderen. U bent een groot voorstander van zelfbeschikking bij het voltooide leven.

d’Ancona: Voor alle duidelijkheid, ik heb het niet over jongere mensen die hun leven voltooid vinden omdat ze een vreselijk probleem hebben. Ik heb het ook niet over mensen die voor euthanasie in aanmerking komen door onomkeerbaar of terminaal lijden omdat ze een dodelijke ziekte hebben. Het is een wat arbitraire grens, maar ik heb het over mensen van 70 of 75 jaar en ouder die levensmoe zijn, hun leven voltooid vinden en niet willen wachten tot ze misschien terminaal ziek worden. Ook die mensen hebben recht op zelfbeschikking, maar hulp bij zelfdoding is strafbaar. Niemand hoeft het te doen, maar die hulp bij zelfdoding moet een wettelijke mogelijkheid zijn. Ik vind dat zelfs een sluitstuk van emancipatie. Die hulp zou bijvoorbeeld kunnen bestaan uit een middel dat je op voorschrift van een arts bij de apotheek kunt halen. Als ik om me heen kijk, zie ik mensen die tot hun tachtigste een prettig en waardevol leven hadden, maar plots in een hopeloze situatie terechtkomen die afschuwelijk meelijwekkend wordt.

Bent u daar zelf bang voor?

d’Ancona: Nee, en ik ben evenmin bang om dood te gaan. Ik vind dat zelfs een rare angst, want ik kan me niets voorstellen bij dood zijn. Ik zou het niet erg vinden om te zeggen: nu is het genoeg geweest. Ik zou het wél angstaanjagend vinden om in vreselijk lijden en ziekte te worden gestort. Ik hoop dus dat die wetswijziging er een keer komt. Het zal niet met deze regering-Rutte zijn, want met de fundamentalistische ChristenUnie in het kabinet zit dat soort kwesties geblokkeerd.

U bent sinds een paar jaar weduwe. Hoopt u nog op het cadeautje van een late liefde, zoals u het in uw boekje omschrijft, of is de liefde voltooid?

d’Ancona: Ik had een leuke en interessante man (Aat Veldhoen, bekende Nederlandse kunstenaar, nvdr). Hij werd mijn laatste liefde, een paar jaar voor ik het Europees Parlement verliet. In de periode dat ik minister was had ik geen man en dat vond ik een zegen. Waarom? Omdat ik als minister nooit echt beschikbaar zou zijn geweest voor een partner. Dat zijn al die mannelijke ministers ook niet, maar ik zou me schuldig hebben gevoeld. Ik heb het geluk gehad dat mijn man plots dood is gegaan. In die zin is de liefde wel voltooid, al mis ik hem nog elke dag.

Hedy d’Ancona

– 1937: geboren in Den Haag

– 1972-1981: oprichter en eerste hoofdredacteur van het feministische blad Opzij

– 1981-1982: staatssecretaris Sociale Zaken en Werkgelegenheid (PvdA)

– 1984-1989: lid van het Europees Parlement

– 1989-1994: minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content