Mobiliteitsminister Gilkinet lanceert plan om “spoor klaar te maken voor de toekomst”

In de ‘Spoorvisie 2040' staat de klant centraal. Wie in 2040 de trein neemt, zal kunnen rekenen op vlotte en betrouwbare overstappen. Mensen kunnen kiezen uit een maximaal aantal treinbestemmingen – met als doel in de toekomst in elk station minstens twee treinen per uur  te voorzien – en ze kunnen er ook vlot overstappen op ander openbaar vervoer zoals bus of tram. 

Er zal gewerkt worden met een systeem met overstapknooppunten. De uurregelingen van de verschillende vormen van openbaar vervoer worden bovendien op elkaar afgestemd. Voor internationaal treinverkeer moet er een betere concurrentie komen met het luchtverkeer met nacht- en hogesnelheidstreinen naar heel Europa.

Door een duidelijke inschatting van de noden op lange en middellange termijn op maat van het gewenste treinaanbod, zowel voor het reizigersvervoer als het goederenvervoer, kunnen slimmere keuzes worden gemaakt. Die aanpak moet zorgen voor een betere inzet van zowel de federale als de regionale overheidsmiddelen. 

“We tekenen nu een langetermijnvisie uit, met ambitieuze doelstellingen en een stappenplan, om de klanten een optimaal aanbod te bieden. Als het aanbod aantrekkelijk is, wordt de keuzevrijheid groter en geven we onze economie een extra boost. Zo wordt mobiliteit een echte vrijheid”, stelt Gilkinet.

Het plan zou tegen de lente klaar moeten zijn en wordt dan aan de regering voorgelegd. Gilkinet werkt momenteel in overleg met de spoorbedrijven NMBS en Infrabel, de FOD Mobiliteit en verschillende stakeholders, zoals de Nationale Arbeidsraad (NAR), de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB), de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling (FRDO) en Raadgevend Comité van de Treinreizigers (RGCT).

Daarna wordt in de lente gewerkt aan een plan voor het Goederenvervoer. Voorts zijn er onderhandelingen lopende voor het Contract van openbare dienst (NMBS) en het Performantiecontract (Infrabel). Daar zijn ook specifieke budgetten aan gekoppeld. 

Kamerlid Tomas Roggeman (N-VA) reageert kritisch op de plannen van Gilkinet. “Wil minister Gilkinet van de NMBS soms het duurste spoorbedrijf ter wereld maken?”, vraagt Roggeman zich af. “Voor wie in een drukbezet station pendelt, klinken extra treinen uiteraard als muziek in de oren. Het is echter zo dat maar liefst 92 stations minder dan 100 reizigers tellen per 24 uur, zelfs buiten de coronacrisis. Op kleine Waalse verbindingen vervoert de NMBS vandaag al meer lucht dan mensen”, klinkt het. 

Roggeman stelt voor om eerst het spoorvervoer grondig te evalueren en enkel extra treinen in te zetten waar nodig. “Cadeaus uitdelen en schulden maken om meer lege treinen te laten rondrijden is gemakkelijk, maar structurele hervormingen blijven uit. De EU verplicht ons tot liberalisering van de spoorwegen tegen 2033. Met zijn pertinente weigering om dat voor te bereiden, zet minister Gilkinet de NMBS niet op het spoor naar de toekomst, maar naar de afgrond.”