Onder de naam ‘Stadsbouwmeesterproject Tweede Voorkant van Centraal Station’, wil de stad de stadsbouwmeester de opdracht geven om een masterplan te ontwikkelen voor de achterzijde van het Centraal Station. “Zo’n tweede – letterlijke – voorkant van het station zou een grote meerwaarde voor de buurt zijn”, zegt de schepen van Stadsontwikkeling.

“De stadsbouwmeester zal een consortium aanstellen voor het ontwerp van het stadslandschap. Dat zal gebeuren in samenwerking met een participatiebureau en moet voor een kwalitatieve invulling van het gebied zorgen”, vervolgt Annick De Ridder.

Centraal in het plan staat het kantorencomplex van de Vlaamse Gemeenschap in de Copernicusstraat, waar onder meer de VDAB een kantoor heeft. Dat complex werd in 2005 verkocht door de Vlaamse Gemeenschap aan projectontwikkelaar Robelco. Die verkocht het jaren later aan Ghelamco, dat de kantoren nu wil slopen om plaats te ruimen voor nieuwbouw.

“Geen officieel document”

De projectontwikkelaar wil de bebouwbare oppervlakte uitbreiden van 16.000 naar 23.000 vierkante meter. De Stad Antwerpen heeft een brief ontvangen van Ghelamco met de vraag naar de voorwaarden voor de ontwikkeling van het pand. Ghelamco wil immers meer bouwen dan in de contractuele voorwaarden uit 2005 stond omschreven.

Volgens de Antwerpse oppositie en de online nieuwssite Apache zou uit briefwisseling blijken dat de stad bereid is om de voorwaarden aan te passen op maat van Ghelamco. Op de gemeenteraad van maandagavond komt de discussie opnieuw aan bod.

“Werkdocumenten, zoals eerste versies van collegestukken die nog besproken moeten worden, hebben geen officieel karakter. Dat betekent dat de stadsdiensten daar in principe niet over kunnen en mogen communiceren. Ook niet in het kader van openbaar bestuur. Dat zou ook absurd zijn, want voor iedere besluit dat het college neemt, zijn er meerdere kladversies”, vervolgt de schepen.

“Niets te verbergen”

In dit geval wil Annick De Ridder naar eigen zeggen toch klaarheid scheppen. “We hebben niks te verbergen. Vandaar dat we beide versies openbaar maken, want we zijn die insinuaties grondig beu.”

De randvoorwaarden van vijftien jaar geleden hebben volgens de schepen voor het college nog altijd waarde. “Maar ondertussen zijn die te beperkend, omdat er op de site achter Centraal Station de afgelopen jaren heel wat veranderd is.”

De schepen wijst erop dat de hele buurt sinds 2005 een transformatie heeft ondergaan. “Denk daarbij aan de realisatie van Kievit fase 2, de komst van DPG-media, de heraanleg van het openbaar domein en specifiek het Mediaplein, de aankoop door de stad van het klooster en de kerk in het Copernicus-bouwblok… Dan is het toch niet zo eigenaardig dat de stad oordeelt dat de visie op de betrokken buurt aan een grondige herijking toe is?”

In het uiteindelijke antwoord op de vraag van Ghelamco schrijft de stad Antwerpen “… Er is bereidheid om de restricties met betrekking tot de vastgelegde V/T los te laten, mits de achterliggende ambities en intenties om de ruimtelijke kwaliteit te garanderen, gerespecteerd worden...”

Volgens de schepen is dat een logische toevoeging en niet meer dan de juridische realiteit. “Immers, de verkoop van de gebouwen gebeurde onder contractuele voorwaarden die vandaag niet meer bindend zijn. Ze zijn op de private markt doorverkocht, waarbij de bewuste verkoopsvoorwaarden niet zijn overgenomen. Er was geen vervolgbeding in het eerste contract voorzien.”

Aandachtspunten zijn nu onder andere een stedenbouwkundig verantwoorde inpassing ten opzichte van de omgeving en de aanpalende eigendommen, meer open ruimte, een betere doorwaardbaarheid van het bouwblok en een versteviging van woon- en publieke functies.