Op zoek naar 585.000 extra werkenden

Om tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80 procent te halen, zijn 585.000 extra werkenden nodig. Om dat te realiseren, zullen verregaande bijkomende hervormingen vereist zijn, met onder meer een belangrijke regionale component. Tot ze de nodige maatregelen concreet uitwerken, kunnen de beleidsmakers best stoppen met plannen maken om de extra middelen die die 80 procent werkzaamheid zou opleveren uit te geven. 

De werkzaamheidsgraad van 80 procent begint in regeringskringen stilaan mythische proporties aan te nemen. En vooral dan de extra budgettaire ruimte die dat zou opleveren. Volgens MR zou die 80 procent werkzaamheid jaarlijks 26 miljard euro extra betekenen voor de staatskas. Daarmee wil de MR een belastingverlaging van 8 miljard financieren. De PS gaf eerder al aan dat ze rekent op die 80 procent om de vergrijzingsfactuur te betalen. Daarbij wordt even vlot vergeten dat we nog met een structureel begrotingstekort van 20 miljard zitten en dat de vergrijzingsfactuur oploopt tot minstens 18 miljard. Bovendien wordt nog vlotter vergeten dat de Belgische werkzaamheidsgraad vandaag 71,4 procent bedraagt en vooral dat er vooralsnog geen enkel geloofwaardig plan is om dat naar 80 procent te krijgen.

Op zoek naar 585.000 extra mensen aan het werk

Rekening houdend met de huidige werkgelegenheid en de recentste bevolkingsvooruitzichten zijn in België 585.000 extra mensen aan het werk nodig om tegen 2030 een werkzaamheidsgraad van 80 procent te halen. Dat komt neer op zo’n 65.000 extra werkenden per jaar. Ter vergelijking, in de periode 1999-2019 kwamen er jaarlijks gemiddeld 41.000 werkenden bij. 

Achter die Belgische cijfers schuilen uiteraard ook grote regionale verschillen. Om in elk van de regio’s een werkzaamheidsgraad van 80 procent te halen tegen 2030 zijn in Vlaanderen 15.000 extra werkenden per jaar nodig, in Wallonië 32.000 en in Brussel 18.000. Dat tegenover een jaarlijkse jobcreatie van respectievelijk 25.000, 10.000 en 6.000 jobs in de twintig jaar voor corona. Dus, met de recente regionale trends in werkgelegenheidsgroei gaat Vlaanderen tegen 2030 vlot boven 80 procent, terwijl in Wallonië en Brussel de jobcreatie maal drie moet om die 80 procent te halen. Als het tempo van jobcreatie van de periode 1999-2019 doorgetrokken wordt, dan zou Vlaanderen in 2030 uitkomen op een werkzaamheidsgraad van 82 procent, Wallonië op 70 procent en Brussel op 67 procent. Op Belgisch niveau zou dat neerkomen op 77 procent. 

Cruciale kanttekening is wel dat de jobcreatie van de twintig jaar voor corona niet vanzelfsprekend herhaald kan worden. Zo botst Vlaanderen vandaag al volop op de krapte op de arbeidsmarkt. Moeilijkheden om geschikt personeel te vinden is vandaag de grootste zorg van Vlaamse ondernemers, en die krapte zal de komende jaren alleen maar toenemen. Verdere jobcreatie aan een stevig tempo is dus niet vanzelfsprekend, maar zal concrete maatregelen vereisen. En de specifieke maatregelen die nodig zijn, zijn niet dezelfde in de drie regio’s. 

De nieuwe arbeidsdeal

Deze week pakte de federale regering uit met een pakket maatregelen voor de arbeidsmarkt. Als die bedoeld was om onze arbeidsmarkt enigszins te moderniseren, dan zet die arbeidsdeal zeker stappen in de goede richting. Als dat pakket evenwel bedoeld was om de 80 procent werkzaamheid te realiseren, dan is het een slag in het water. Mogelijk creëert deze deal wat extra jobs in de e-commerce, maar zelfs in het beste geval kan dat maar een fractie zijn van wat nodig is om de 80 procent werkzaamheid te bereiken. 

Duitsland toonde eerder al dat het mogelijk is om de werkzaamheidsgraad met tien procentpunten op te krikken op amper tien jaar tijd. Van 67,9 procent in 2004 klom de Duitse werkzaamheidsgraad naar 77,7 procent in 2014. Maar daarvoor waren wel de Hartz-hervormingen nodig, verregaande hervormingen van de arbeidsmarkt, de lasten op arbeid en het uitkeringsstelsel. Niet alle Hartz-hervormingen waren even geslaagd, maar het geeft wel een indicatie van de omvang van de ingreep die nodig is om de situatie op de arbeidsmarkt structureel te veranderen. Naast die Hartz-hervormingen vervalt de nieuwe Belgische arbeidsdeal in het niets.

Wachten op de echte arbeidsdeal

De doelstelling van 80 procent werkzaamheid blijft belangrijk, onder meer om de basis van onze welvaartsstaat te versterken. Op de arbeidsdeal om dat waar te maken, blijft het evenwel wachten. Die deal zal sowieso veel breder moeten gaan met aandacht voor flexibiliteit op de arbeidsmarkt, het eindeloopbaandebat, de fiscaliteit op arbeid, het uitkeringsstelsel, de loonvorming, … En daarbij moet ook veel meer ruimte voorzien worden voor de regio’s om in te spelen op de concrete situatie op de regionale arbeidsmarkten. Als zulke stappen niet meer mogelijk zouden zijn in deze legislatuur (een reëel risico), dan moeten de beleidsmakers dringend gaan nadenken over andere manieren om de budgettaire uitdagingen op te vangen.     


De auteur Bart Van Craeynest  is hoofdeconoom bij Voka en auteur van het boek Terug naar de Feiten

Meer