Direct naar artikelinhoud
Belangrijk nieuwsPolitiek

Vlaamse regering bereikt ‘krokusakkoord’ rond belangrijke dossiers stikstof en bouwshift: dit zijn de plannen

Vlaams minister-president Jan Jambon (N-VA).Beeld Photo News

De Vlaamse regering heeft na maanden onderhandelen dan toch een akkoord bereikt over het cruciale stikstofdossier en de bouwshift. Ze rekent op een investering van maar liefst 5,4 miljard euro. Dit zijn de plannen:

, , en

Vlaams regeringsleider Jan Jambon (N-VA) stuurde het nieuws vanochtend zelf de wereld in: zijn regering heeft dan toch haar verhoopte ‘krokusakkoord’ te pakken. Hiermee heeft ze een oplossing voor twee hoofdpijndossiers die al maanden aanslepen: het stikstofdossier en de bouwshift.

Waar gaat het stikstofdossier over?

De Vlaamse regering zocht al lang een manier om het teveel aan stikstof in Vlaanderen terug te dringen. Stikstof schaadt immers planten en dieren. Hierbij komt vooral de landbouw in het vizier, want bijna tachtig procent van de stikstof die in de Vlaamse natuur neerslaat is afkomstig van boeren. Zeker van boeren met veestallen. Ter vergelijking: het verkeer neemt 16 procent van de stikstof voor zijn rekening, de industrie 4 procent en gezinnen 2 procent.

Waarom was er een akkoord nodig?

Tot nu toe steunt het Vlaamse stikstofbeleid op een omzendbrief van milieuminister Zuhal Demir (N-VA). Dit is een tijdelijke oplossing als antwoord op het zogenaamde stikstofarrest. Daarin oordeelde een rechter, naar aanleiding van de bouw van een grote kippenstal in Kortessem, dat Vlaanderen te weinig doet om het stikstofprobleem klein te krijgen. Sindsdien drong een definitieve oplossing zich op, maar de regering geraakte er maar niet uit. Vooral omdat regeringspartij CD&V onder zware druk staat van de Boerenbond, een organisatie uit de eigen christelijke zuil, om landbouwers zoveel mogelijk te ontzien.

Wat is er beslist?

• De meest vervuilende landbouwbedrijven - de zogenaamde rode bedrijven - zullen moeten sluiten, uiterlijk tegen 2025. Het gaat om een lijst van 60 ondernemingen, waarvan een aantal al eerder uitgekocht werden. Vandaag blijven daar nog 40 bedrijven van over. De ‘donkeroranje’ landbouwers, een groep van 120 bedrijven, kan enkel onder strenge voorwaarden verder doen. Om de voorwaarden te halen zijn grote investeringen nodig, die voor sommige boeren te hoog zullen blijken. Voor hen komt de regering met een vrijwillige opkoopvergoeding, waarbij het bedrijf geld krijgt om de deuren te sluiten. Hoe vroeger het bedrijf stopt, hoe hoger de vergoeding.

• Voor de varkenssector komt een aparte regeling. Sinds de zomer gaan de varkensboeren door een zware crisis, met hoge voederprijzen en lage vleesprijzen. De sector heeft daarom nood aan een betere compensatie, klinkt het in de regering. Ook biobedrijven en kleine familiale boerenondernemingen krijgen een aparte regeling, om de gevraagde investeringen haalbaar te houden. 

Al die maatregelen kosten geld, veel geld. Tegen 2030 maakt de Vlaamse regering liefst 3,6 miljard vrij. 

Ook over de bouwshift is een knoop doorgehakt. Waar ging dat weer over?

De bouwshift, vroeger bekend als de betonstop, moet ertoe leiden dat ongeschikte bouwgronden niet langer worden aangesneden voor nieuwe verkavelingen, zodat we de schaarse open ruimte in Vlaanderen behouden. Maar tot nu toe was er nog discussie over de compensatie die eigenaars van slecht gelegen bouwgronden zouden krijgen.

Vlaams minister van Lokale Besturen Bart Somers (Open Vld) lanceerde onlangs het voorstel om een Lokaal Bouwshiftfonds op te richten, waarin de regering elk jaar 150 miljoen euro zou storten. Met dit geld zouden steden en gemeenten eigenaars van gronden kunnen compenseren.

Wat is er uiteindelijk beslist?

Uiteindelijk is het 100 miljoen euro geworden, en dat tot 2040. Dit komt neer op een investering van 1,8 miljard euro. Hiermee zullen eigenaars voor 100 procent vergoed worden als hun grond in woonreservegebied wordt omgezet in bosgrond of landbouwgebied. Bij een omzetting naar bosgrond betaalt de Vlaamse regering tweederde van deze kosten, de gemeente een derde. Bij een omzetting naar landbouwgrond worden de kosten fifty-fifty gedeeld.

Voor alle duidelijkheid: lokale besturen zijn niet verplicht om hun woonreservegebieden om te zetten. Dit mogen ze zelf beslissen. De vergoeding van de Vlaamse regering moet dit stimuleren.