Hafsa heeft amper water over voor haar kamelen: in delen van Ethiopië hebben drie opeenvolgende regenseizoenen veel te weinig regen gebracht, met een grote hongersnood in de bredere regio tot gevolg.

Alarmerend VN-rapport belicht concrete impact van klimaatverandering: "Ook in Europa zullen we de gevolgen voelen"

De gevolgen van de klimaatverandering worden steeds zichtbaarder, zijn erger dan eerst gedacht en zullen nog toenemen, ook in Europa. Zowat 3,6 miljard mensen wonen in een gebied dat een zware impact kan ondervinden van klimaatverandering. Daarvoor waarschuwt het VN-klimaatpanel IPCC. "Het is een alarmerend rapport," zegt klimaatwetenschapper Jean-Pascal van Ypersele (UCLouvain). Maar er is ook goed nieuws: "Het is mogelijk om een groot deel van die negatieve impact nog af te remmen. Door bijvoorbeeld gewoon de natuur zijn gang te laten gaan." 

Deel 2 van het grote IPCC-klimaatrapport in een notendop: 

  • impact van klimaatverandering op natuur en biodiversiteit: 1 op de 2 planten- of diersoorten kan tegen het einde van de eeuw verdwenen zijn als de klimaatopwarming verder uit de hand loopt
  • impact op de mens met migratiestromen tot gevolg: zowat de helft van de wereldbevolking woont in gebied dat een serieuze impact kan gaan ondervinden 
  • de voedselbevoorrading komt op verschillende vlakken in gevaar, bijvoorbeeld door waterschaarste of omdat oogsten onder druk komen door extreem weer
  • de steden zullen zeker ook een impact ondervinden, op meerdere manieren, maar daar liggen ook mogelijkheden
  • ook Europa ontsnapt niet aan een grote impact, op meerdere vlakken
  • het goede nieuws is dat we er nog iets (veel zelfs) aan kunnen doen om de grootste impact af te wenden

Vanwaar dit nieuwe rapport?

In augustus vorig jaar bracht het klimaatpanel van de Verenigde Naties, het IPCC, al een algemeen rapport uit over de staat van ons klimaat. "De klimaatverandering grijpt sneller om zich heen dan verwacht, is wijdverspreid en wordt steeds intenser", was toen de alarmerende conclusie, enkele maanden voor de start van de grote klimaatconferentie in Glasgow. 

Dat rapport, "The Physical Science Basis", ging puur over ons klimaat zelf, met onder meer waarschuwingen voor een toekomst met nog meer weersextremen, maar het bestaat eigenlijk uit drie delen. 

Dit vervolgrapport vat onder de noemer "Climate Change 2022: Impacts, Adaptation and Vulnerability" de brede wetenschappelijke kennis samen van wat de gevolgen en de concrete impact zullen zijn van het veranderende klimaat, hoe kwetsbaar we zijn en wat we moeten en/of kunnen doen om de ergste gevolgen te vermijden. Er schreven honderden onderzoekers mee aan het rapport en het bevat duizenden verwijzingen naar andere studies. 

Debra Roberts, covoorzitter van Working Group II, de werkgroep achter dit tweede rapport, vat het als volgt samen: "Dit rapport bevat het “en dan?”-antwoord op klimaatverandering – hoe die klimaatverandering een impact zal hebben op ons leven, onze steden, onze voedselvoorziening en onze ecosystemen. (...) Klimaatverandering is een existentiële kwestie geworden voor de mens als soort.”

Dit rapport bevat het "en dan?"-antwoord op de vraag wat klimaatverandering concreet betekent voor ons

Debra Roberts, covoorzitter van de werkgroep achter dit tweede rapport

Het is op zich niet onlogisch dat het nieuwste rapport alarmerend is, of zelfs alarmerender dan het vorige, onderstreept Van Ypersele, professor Klimatologie aan UCLouvain: dit gaat immers over de heel concrete gevolgen van klimaatverandering, voor de mensen, de natuur, de steden, de infrastructuur, onze gezondheid. "Dat is veel concreter dan enkele fracties van graden in extra opwarming", zegt van Ypersele.

Begin april volgt nog een derde rapport over de zogenoemde mitigatie, met de focus op hoe we de klimaatverandering concreet kunnen afremmen, met welke technologieën we met andere woorden de uitstoot van broeikasgassen naar beneden kunnen halen. Dat zal veel hoopgevender zijn dat dit rapport, zegt Van Ypersele. 

We weten nu veel meer. Daarom is dit rapport zo belangrijk

Klimaatwetenschapper Jean-Pascal Van Ypersele

In het najaar ten slotte volgt nog een syntheserapport, in de aanloop naar de nieuwe klimaatconferentie in Egypte. "Het is inmiddels 8 jaar geleden dat het vorige grote rapport in verschillende delen uitkwam: we weten intussen veel meer. Daarom zijn deze nieuwe rapporten zo belangrijk. Dit hebben we nodig om goede beslissingen te nemen."

Hoe ver laten we het komen?

De algemene conclusie over de concrete impact is dus niet positief. Het komt erop neer dat we de klimaatverandering zoals we die nu al voelen, zich verder zal doorzetten met nog scherpere kantjes naargelang de planeet verder opwarmt. Daarom blijft het belangrijk om de opwarming binnen de perken te houden, en elk tiende van een graad is daarbij heel belangrijk, want het maakt een heel groot verschil, benadrukken wetenschappers nog eens. 

Zo zal de impact bij een opwarming met anderhalve graad Celsius veel minder groot zijn dan bij een opwarming met drie graden - en dat geldt voor alle verschillende factoren die we hieronder opsommen. Momenteel stevenen we nog altijd af op ruim 2 graden extra tegenover de periode 1850-1900 (momenteel zitten we aan 1,1 graden extra). De klimaatconferentie  in Glasgow bracht niet de verhoopte doorbraak, maar officieel blijft de doelstelling om de opwarming te beperken tot die anderhalve graad. Daarvoor zullen er tijdens de volgende klimaatconferentie, in Egypte, sterke maatregelen moeten worden genomen. 

Het rapport is enkele duizenden pagina's dik en heeft massa's invalshoeken. We pikken er voor jou enkele belangrijke uit.

Hoe sterk gaan natuur en biodiversiteit veranderen?

De natuur en biodiversiteit komen verder onder druk. Per twee planten- of dierensoorten zou er één voorgoed kunnen verdwijnen tegen het einde van de eeuw als de opwarming tot 4 graden zou oplopen. Bij 2 graden opwarming zou "slechts" 18 procent van onze fauna en flora groot gevaar lopen. Biodiversiteit is belangrijk, omdat ons hele ecosysteem aan elkaar hangt en ook nauw verbonden is met de mens. Een eenvoudig voorbeeld is dat van de bijen en hun belangrijke rol in de bestuiving en op die manier in de voedselketen. 

Het rapport noemt twee recente voorbeelden van klimaatslachtoffers. De witte subsoort van de Hemibelideus lemuroides in Queensland, Australië - een klimbuideldier bekend als de Queenslandkoeskoes - is niet meer waargenomen na de hittegolf in 2005. De Melomys rubicola, de Bramble Cay mozaïekstaartrat, is niet meer waargenomen sinds 2009 en werd uitgestorven verklaard in 2016. Het dier leefde op een koraaleilandje op het Groot Barrièrerif en is waarschijnlijk verdwenen als gevolg van een stijgende zeespiegel en toenemende stormen. 

Wordt het Amazonewoud een netto-uitstoter van CO₂ door klimaatverandering?

Natuurgebieden kunnen verdwijnen of definitief een ander gezicht krijgen: zo zou het regenwoud in de Amazone, een van de longen van de aarde, een omslagpunt kunnen bereiken en op termijn één grote savanne kunnen worden, waarschuwt het rapport. Wetenschappers vrezen dat het zijn rol als grote opslagplaats van CO₂ zou kunnen verliezen en zelfs een netto-uitstoter zou kunnen worden. Van de koraalriffen, die nu al hard in de klappen delen, zou bij anderhalve graad extra 70 tot 90 procent acuut gevaar lopen. 

BEKIJK: "Het hoofdstuk over de planten- en diersoorten is heel zorgwekkend"

Videospeler inladen...

Zullen we nog voldoende voedsel hebben?

Oogsten komen verder onder druk door de klimaatverandering met weerextremen, waarschuwt het rapport: "Dit ondermijnt de voedselzekerheid en het dieet van de mensen". Ook hier weer zullen de gevolgen veel groter zijn naargelang de opwarming verder uit de hand loopt. Dit aspect van de klimaatverandering is nu al heel zichtbaar in armere en drogere regio's. Dat is bijvoorbeeld het geval in delen van Afrika, waar Ethiopië, Somalië en Kenia momenteel getroffen worden door een hongersnood door uitzonderlijke droogte. 

Zelfs als we de opwarming onder controle houden tot maximum 1,6 graden  Celsius extra, zal tegen het einde van de eeuw 8 procent van het huidige landbouwgebied onbruikbaar worden, stelt het rapport. Vissers in de Afrikaanse tropische regio's zouden de vangst met 3 tot zelfs 41 procent kunnen zien dalen tegen 2100 omdat er soorten lokaal uitsterven. De visvangst is de belangrijkste bron van eiwitten voor ongeveer 1 op 3 Afrikanen. 

Tijdens de voorbije tien jaar zou de productie van de belangrijkste gewassen wereldwijd al met 4 tot 10 procent verminderd zijn. Voor de toekomst wordt verwacht dat soorten die veel water nodig hebben, zoals maïs, tegen 2050 met een vijfde of een derde achteruit kunnen gaan. Voor landbouwgebieden aan zee bestaat het gevaar van verzilting door oprukkend zeewater, wat het land veel minder bruikbaar maakt. 

BEKIJK: "Klimaatverandering heeft ook een effect op de landbouw en op de opbrengsten. Maïs, tarwe en rijst zijn daar bijvoorbeeld gevoelig voor".

Videospeler inladen...

Wat is de rechtstreekse impact op de mens?

Ook op de mens zal de impact groot zijn. Hoe meer het klimaat opwarmt, hoe meer klimaatvluchtelingen er zullen zijn, in de armste landen en de eilandstaten het eerst. Er is een grotere kans op mislukte oogsten en drinkwatertekorten. Ook de steden komen steeds meer in gevaar, vooral degene die vlak aan zee liggen, stelt het nieuwe rapport. 

Door dit alles dreigen er grote migratiestromen op gang te komen, zegt Shirley Matheson die voor het Wereldnatuurfonds de onderhandelingen over dit rapport volgde: "Ongeveer 3,6 miljard mensen wonen op plekken die een serieuze impact kunnen ondervinden van de klimaatverandering. Dat kan op het platteland zijn, maar evengoed in de stad, en om verschillende redenen: door bijvoorbeeld hittegolven en droogtes, maar ook door zware regenval die infrastructuur kan beschadigen. Het gaat om ongeveer 45 procent van de wereldbevolking." 

BEKIJK: "45 procent van de wereldbevolking woont op plekken die een serieuze impact kunnen gaan ondervinden van de klimaatverandering."

Videospeler inladen...

Voor de steden is het een dubbel verhaal

De toenemende verstedelijking, vooral in armere regio's, vormt een groot risico. Steden zijn makkelijker het slachtoffer van hittegolven omdat ze fungeren als hitte-eilanden. Steden houden door het vele steen en beton en door de verharding warmte veel beter vast. Meer evengoed kunnen extreme regenval en stormen er een veel grotere impact hebben omdat er veel mensen samenwonen. 

De impact op steden zal buitenproportioneel sterk gevoeld worden in armere gebieden, maar ook steden in rijkere landen lopen gevaar, vooral dan als ze aan de zee liggen. De oplossingen liggen voor de hand: verdere versterking van de dijken, meer waterdoorlatende oppervlaktes (ontharding), meer groen in steden om voor afkoeling te zorgen... 

Steden zijn als "hitte-eilanden" sneller het slachtoffer van hittegolven

"Er wordt momenteel al aan "adaptatie" gedaan om het ergste te voorkomen, maar er gebeurt nog te weinig", waarschuwt het VN-klimaatpanel. Tegelijk liggen bij steden ook veel mogelijkheden om snel een omslag te maken naar een groenere toekomst, omdat alle infrastructuur er bij elkaar ligt en het potentieel groot is. 

De samenlevingen en de wereldeconomie in het algemeen lopen gevaar, zegt het IPCC, want 10 procent van van de wereldbevolking woont op minder dan 10 meter boven de zeespiegel.

BEKIJK: "Steden lopen bijzondere risico's"

Videospeler inladen...

Hoe gaan we impact concreet voelen in Europa?

Het aantal hittedoden en mensen die in de gevarenzone komen door hittestress, zal bij een opwarming met 3 graden twee of drie keer zo hoog zijn als bij een opwarming van anderhalve graad. 

Tegelijk zullen er veel meer gebieden vatbaar worden voor bos- of natuurbranden. Daardoor komt de biodiversiteit verder onder druk, net als de opslag van CO₂. Europese landbouwgebieden zullen bij een verdere klimaatverandering globaal minder opbrengen, en al zeker in Zuid-Europa. "Die verliezen worden niet goedgemaakt door winsten die geboekt kunnen worden in het noorden van Europa." Irrigatie kan een oplossing vormen, als er een goed en slim waterbeheer aan gekoppeld is. 

Het aantal hittedoden of mensen in gevaar door hittestress zal bij een opwarming met 3 graden twee of drie keer zo hoog zijn als bij anderhalve graad extra

IPCC-rapport over Europa

In het zuiden van Europa gaat ruim een derde van de bevolking risico lopen op waterschaarste bij 2 graden extra. Bij 3 graden extra gaat dat aantal verdubbelen. Voor Europa - en zeker voor België - blijft de kustlijn een gevoelig punt door de zeespiegelstijging. "Schade aan de Europese kusten kan tot 10 keer groter worden tegen het einde van de eeuw," waarschuwt het rapport. Zelfs als we de opwarming onder controle krijgen, zullen de polen ook na 2100 blijven smelten en daardoor de zeespiegel verder laten stijgen - met alle risico's daaraan verbonden. 

Jean-Pascal van Ypsersele wijst specifiek voor Europa ook op het gevaar van oprukkende steekmuggen die ziektes kunnen overbrengen. Zo rukt de tijgermug verder op. 

Wat kunnen we precies doen?

Het rapport is dus vrij alarmerend, maar toch is er ook goed nieuws. We kunnen nog heel wat doen om een groot deel van die negatieve gevolgen te vermijden. "Er is heel veel dat we kunnen doen in dit domein. Een van de conclusies van het rapport is dat er nog veel te weinig is gedaan op het vlak van aanpassing aan de klimaatverandering", zegt Van Ypersele. 

Het rapport zegt dat een systeemaanpak nodig is. De politiek moet bij het nemen van maatregelen oog hebben voor verschillende aspecten en die samen aanpakken. "Niet alleen klimaatverandering, maar ook het afglijden van de biodiversiteit, de natuur, de bossen, het aanpakken van ongelijkheid, duurzame ontwikkeling, het gezondheidsaspect... alle sectoren moeten betrokken zijn. Een geintegreerde aanpak is nodig, zodat die beter kan werken." 

BEKIJK: Jean-Pascal Van Ypersele: "Laat de natuur haar werk doen".

Videospeler inladen...

Er kan al heel veel gedaan worden met de zogenoemde nature-based solutions: de oplossingen die de natuur ons aanreikt. Zo zouden we al een heel eind ver kunnen komen als we de natuur gewoon laten doen en ze niet verder uithollen, schrijft het rapport. Daarvoor moeten onze bossen en oceanen nog beter beschermd worden, en moeten de huidige beschermingsgebieden uitgebreid worden. Andere "natuurlijke oplossingen" zijn bijvoorbeelde de versterking van mangroves in kustgebieden.

"We moeten aangetaste ecosystemen laten herstellen en andere gebieden beter beschermen, best 30 tot 50 procent van het land, van de zoetwatergebieden en van de oceanen op aarde. Maar daarvoor is de nodige financiële en politieke steun nodig", schetst Hans-Otto Pörtner, covoorzitter van de werkgroep achter het rapport.  

Tot slot moeten we ook de juiste maatregelen nemen: als we om de hitte in de steden draaglijker te maken massaal veel aircosystemen gaan installeren, is dat eigenlijk een maatregel met een slecht bij-effect. "Want door die airco's aan de buitenmuren wordt het nog warmer in de stad. We verplaatsen de warmte, en maken het probleem van het hitte-eiland erger. En we verergeren het klimaatprobleem, want deze systemen verbruiken enorm veel energie." Al kunnen nieuwe technieken de benodigde hoeveelheden aan energie wel beperken. En warmtepompen die 's winters de huizen verwarmen en 's zomers afkoelen, kunnen eventueel op groene energie draaien.

Het volgende rapport, begin april, over "mitigatie", zal heel wat mogelijkheden voorstellen om de uitstoot te verminderen en zo het probleem van de klimaatverandering aan de wortel aan te pakken. Dit is, samen met de mogelijkheden voor de aanpassing aan de klimaatopwarming, een heel belangrijke boodschap, onderstreept Van Ypersele. 

Meest gelezen