Jozef Raskin werd geboren in Stevoort in 1892. Het gezin verhuisde later naar Aarschot. Jozef volgde zijn priesterroeping en werd diaken benoemd. Vlak daarna brak de Eerste Wereldoorlog uit en moest hij in legerdienst. Hij was brancardier en waarnemer van de vijandelijke linies aan de IJzer. Zelf kon hij nauwelijks ontsnappen aan een doodvonnis, omdat men in hem een spion zag. Priester gewijd in 1920 vertrok hij, als missionaris van Scheut, naar China waar hij in Binnen-Mongolië o.a. een normaalschool stichtte en er directeur werd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd hij legeraalmoezenier en raadgever van koning Leopold III toen die bij zijn leger wilde blijven. De Pater bezat ook een behoorlijke kennis over radiografie waarmee hij de Duitsers kon afluisteren. Zo werd hij leider van een verzetsgroep die informatie over Duitse stellingen per postduif van West-Vlaanderen over de Noordzee naar Engeland stuurde . Dat gebeurde per duif in een klein kokertje met daarin enkele meters flinterdun papier waarop schetsen en enkele duizenden woorden uitleg stonden. Die informatie kon er voor zorgen dat vele U-boten in het kanaal konden vernietigd worden. Door verraad werd hij in Scheut aangehouden en na in zeven Duitse gevangenissen te hebben gezeten, werd hij in 1943 in Dortmund door de guillotine onthoofd terwijl hij het Magnificat zong. Zijn as werd later overgebracht naar het kerkhof van Stevoort, waar hij naast zijn ouders begraven ligt.“Pâter haa z’n hart obbe djuuste plââts”