(c) Copyright 2018, dpa (www.dpa.de). Alle Rechte vorbehalten

De invloed van corona op alcohol- en drugsgebruik van studenten: minder alcohol, gebruik van illegale drugs stijgt licht

Corona heeft een invloed gehad op het alcohol- en drugsgebruik van studenten. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD). Er werd duidelijk minder alcohol gedronken dan bij de vorige bevraging in 2017. Het gebruik van illegale drugs daarentegen is wel lichtjes gestegen.

Met de enquête "In hogere sferen?" houdt het het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) vierjaarlijks de vinger aan de pols. Tussen februari en april 2021 vulden 33.373 studenten aan het Vlaamse of Nederlandstalige Brusselse hoger onderwijs de online vragenlijst in. 

Uit die meest recente bevraging blijkt dat de coronacrisis de afgelopen jaren een duidelijke impact had op het middelengebruik van de studenten. Zo werd er minder alcohol gedronken, en (iets) meer cannabis gerookt. "Maar de belangrijkste conclusie is dat de meeste studenten doorgaans verstandig met middelen omgaan", aldus het VAD.

Nu het studentenleven weer iets normaler verloopt, zal het gebruik vermoedelijk ook weer toegenomen zijn
Katleen Peleman, directeur VAD

De bevraging vond plaats in volle coronacrisis, tijdens de derde golf van de pandemie. Op dat moment waren er verschillende maatregelen van kracht om de coronapandemie in te dijken. 

"Zowel het kotleven, als het studenten- en uitgaansleven in het algemeen zagen er in deze periode sterk anders uit dan bij de vorige edities van het onderzoek. De resultaten moeten dan ook in dat licht gelezen worden", klinkt het bij het expertisecentrum.

Studenten dronken minder alcohol in 2021

Studenten dronken in 2021 duidelijk minder alcohol dan bij de vorige bevraging: waar de gemiddelde student in 2017 nog dertien glazen per week dronk, daalde dat in 2021 tot negen glazen per week.

Bovendien is er een groot verschil tussen de studenten van wie het drankgebruik onder de alcoholrichtlijn van het VAD blijft (niet meer dan tien glazen per week) en zij die deze grens wel overschrijden. De laatste groep bestaat uit zo'n kwart van de ondervraagden en drinkt gemiddeld 29 glazen per week.

Daarnaast vertoont ongeveer één op de drie studenten een verhoogd risico op probleemgebruik. Dat heeft niet alleen te maken met hoeveelheid, maar ook met het drinkpatroon. Er zijn met andere woorden studenten die gemiddeld genomen niet zoveel drinken, maar wel met een zekere regelmaat risicogedrag vertonen. 

Van de studenten die het afgelopen jaar alcohol dronken, deed 25 procent maandelijks of vaker aan bingedrinken, 19 procent maandelijks of vaker aan indrinken voor het uitgaan, en 29 procent maandelijks of vaker aan het spelen van drinkspelletjes. 35 procent zei maandelijks of vaker dronken te zijn.

Gebruik illegale drugs stijgt (licht)

Terwijl het alcoholgebruik daalde, maakte cannabis de omgekeerde beweging: in 2017 had 24 procent het laatste jaar cannabis gebruikt, in 2021 steeg dat licht tot 27 procent. De nuance is wel dat regelmatig gebruik van cannabis niet zo vaak voorkomt: 8 procent van de studenten gebruikte tijdens de lesperiodes minstens één keer per week cannabis.

In de enquête werd ook gevraagd naar nadelige gevolgen van dat cannabisgebruik, zoals moeite hebben om te stoppen, langer gebruiken dan voorgenomen was, of stoppen met activiteiten en hobby’s omwille van cannabis. Twee derde van de studenten die cannabis gebruikten, zegt geen nadelige gevolgen van dat gebruik te ervaren. Anderzijds geeft bijna een kwart aan twee of meer nadelige gevolgen meegemaakt te hebben.

Het gebruik van andere illegale drugs ligt een stuk lager dan dat van cannabis. Toch steeg ook het laatstejaarsgebruik van deze middelen licht. Xtc en cocaïne zijn daarin de meest gebruikte middelen, met respectievelijk 8 procent en 5 procent laatstejaarsgebruik. Omdat dit recent vaak onder de aandacht kwam, werd ook het gebruik van lachgas bevraagd. Dit blijkt echter niet courant te zijn onder studenten, met slechts 3 procent laatstejaarsgebruik.

Opvallende impact op gebruikers kalmerende of stimulerende medicatie

Wanneer we kijken naar kalmerende of stimulerende medicatie, is de groep gebruikers niet groter geworden. 7 procent van de studenten geeft aan ooit stimulerende medicatie te hebben genomen om hun studieprestaties te verbeteren. 4 procent deed dat het afgelopen jaar. Binnen deze groep is het aandeel dat wekelijks of vaker deze medicatie neemt, wel sterk toegenomen. 

Opvallend is dat heel wat studenten concluderen dat deze medicatie hen eigenlijk niet helpt. Slechts één op de drie studenten gaf aan vaak het gewenste effect te verkrijgen. Een klein aandeel (7 procent) gaf zelfs aan helemaal nooit het gewenste effect te verkrijgen. Tegelijkertijd rapporteerden acht op de tien gebruikende studenten wel negatieve bijwerkingen.

In deze cijfers werden de studenten die dergelijke medicijnen nemen of namen in het kader van een medische behandeling (bijvoorbeeld ADHD) buiten beschouwing gelaten.

Het onderzoek toetste ook naar het mentaal welbevinden van de studenten. Vier op de tien studenten gaven aan dat ze last hebben van psychische klachten. De aanhoudende coronamaatregelen hebben dit hoogstwaarschijnlijk in de hand gewerkt, zo zeggen de onderzoekers.

"Het blijft nodig om in te zetten op preventieve maatregelen rond middelengebruik voor studenten", zegt Katleen Peleman, directeur van VAD. "Op dit moment lijken de cijfers voor alcohol een stap in de goede richting - maar met de cafés op slot is dat niet verwonderlijk. 

Nu het studentenleven weer iets normaler verloopt, zal het gebruik vermoedelijk ook weer toegenomen zijn." Maar ook hoe het gebruik van illegale middelen en kalmerende of stimulerende medicatie zal evolueren, is koffiedik kijken, zo concludeert Peleman.

Sinds 2005 wordt de grootschalige ‘In hogere sferen’-bevraging vierjaarlijks georganiseerd. De enquête die plaatsvond in 2021 is dus al de vijfde editie, en de tweede waaraan alle instellingen van het hoger onderwijs in Vlaanderen en het Nederlandstalig hoger onderwijs in Brussel deelnamen. 

Van begin februari tot eind april 2021 werd de enquête opengesteld. In die periode vulden in totaal 33.373 studenten de online vragenlijst in. Deze steekproef werd gewogen volgens de instellings-, leeftijd- en geslachtsverdeling van de Vlaamse studentenpopulatie. Zo kwamen de onderzoekers tot een zo representatief mogelijk beeld.

Meest gelezen