Direct naar artikelinhoud
InterviewKris Francken

Waarom deze Vlaming in zijn boerderij in Oekraïne blijft: ‘Als wij stoppen, is het hier voor iedereen gedaan’

Als het alarm afgaat moeten Kris Francken en zijn gezin gaan schuilen in de ondergrondse parkeergarage onder hun flatgebouw. "We proberen het leuk te houden voor de kinderen".Beeld RV

De boer, hij ploegde voort. Dus bleef Vlaming Kris Francken (43) ondanks het oorlogsgeweld bij zijn 300 koeien en 30 medewerkers op het melkveebedrijf dat hij runt in Centraal-Oekraïne, op 110 km van Kiev. ‘Vluchten kan nog altijd.’ Waarom kwam hij niet terug naar Kalmthout? Hoe overleeft hij  daar? En waarom vraagt hij naar het beddengoed dat u niet meer gebruikt?

Meermaals hebben Kempenzoon Kris Francken (43) en zijn Oekraïense vrouw Lena (38) op het punt gestaan Oekraïne te verlaten met hun kinderen van 2 en 4 jaar. “Vluchten kan nog altijd. Onze valiezen staan al acht weken klaar in de hal. Begin maart was het voor iedereen hevig. Maar telkens was er nog een praktisch probleem dat ik eerst moest oplossen, waardoor we weer een dag langer bleven. De melk werd niet meer opgehaald. Raakten we nog aan veevoer? Dan ben je liever ter plaatse.

“En toen begon de situatie hier te normaliseren. We bleven gevrijwaard van bombardementen en beschietingen. De dag dat we onder vuur liggen, nemen we een ander besluit.”

Kris Francken en zijn gezin.Beeld RV

Nachtspelletje

Het melkveebedrijf dat Francken runt ligt in Pereyaslav, op 110 km van Kiev. Hij en zijn gezin wonen 70 km verderop in provinciehoofdstad Tsjerkasy. “Als je in de buurt van onze boerderij het nieuws niet leest, zou je niet weten van Poetins offensief. Het gevaar zit in de steden.”

“Al staat iedereen weer op scherp door de recente aanvallen op Kiev. Vorige week ging het luchtalarm in Tsjerkasy weer af. Wij wonen in een flatgebouw en moeten dan schuilen in de ondergrondse garage. Onze kinderen zijn te jong om te beseffen wat oorlog is, maar ze weten wat ze moeten doen als ze sirenes horen. We gaan naar je vriendjes, zeggen we, om het leuk te houden. Of dat we een nachtspelletje doen. De oudste kan niet naar school, maar dat was tijdens de pandemie ook zo. De oorlog werpt ons terug in onze kleine bubbel.”

Bijna 100 Belgen

De Belgische ambassade toont zich bezorgd en belt elke week om te checken of alles oké is, vertelt Francken. “Ze vragen dan of we nog levensmiddelen hebben en zo nodig op eigen kracht aan de grens raken. Van hen hoorde ik dat er nog 80 tot 90 Belgen in Oekraïne wonen, vooral Franstaligen.”

Op het bedrijf van Kris Francken staan 300 melkkoeien. Een bestelling van 700 koeien uit Denemarken kwam er niet meer door.Beeld RV

Dat hij nog niet terugkeerde naar zijn thuis in Kalmthout komt ook omdat hij niet graag  achterlaat wat hij aan het opbouwen was, zegt Francken: “Naast de oude stal hadden we net een splinternieuwe gebouwd voor duizend koeien. Die was begin februari klaar. De 300 koeien die we al hadden, hebben we verhuisd. Half maart zouden 700 koeien aankomen die we in Denemarken besteld hadden.”

Als wij stoppen is het hier voor iedereen gedaan. De eerste dagen hebben we melk uitgedeeld aan de plaatselijke bevolking. Zo konden ze overleven.
Kris FranckenDirecteur melkveebedrijf in Pereyaslav

Loon vroeger uitbetaald

De oorlog zette alles on hold en  gaf andere prioriteiten. “Oekraïne is een landbouwland. Wij moéten het leven overeind houden. Als wij stoppen is het voor iedereen gedaan. De eerste dagen hebben we onze melk uitgedeeld aan de plaatselijke bevolking. Iedereen weet hier nog hoe je kaas kan maken. Zo konden ze overleven, want er was bijna niets te koop.”

“Wij hebben dertig personeelsleden. Ik heb mijn medewerkers gevraagd wat ze nodig hadden om aan de slag te kunnen blijven. Na de inval van Poetin hebben we hun salarissen vervroegd uitbetaald, opdat ze thuis voorraad konden inslaan. Het vlees van onze oude melkkoeien wordt normaal verkocht. Dat delen we nu aan een zacht prijsje én we slaan aan lage prijs in de massa brood in voor iedereen. Via connecties kochten we wapens om ons dorp te kunnen beschermen tegen een Russische inval”.

In het bedrijf van Kris Francken bieden koeien zichzelf aan de robot aan om gemolken te worden. Dat maakt het makkelijker om in oorlogsomstandigheden vanop afstand te werken.Beeld RV

Minder melk

Intussen zag Francken de melkproductie wel met 15 % zakken. “Dat krijg je met koeien op rantsoen. We geven een kwart minder veevoer, bang dat er niet genoeg geleverd zou worden. Normaal betalen we vastgelegde prijzen. Nu zoveel fabrieken stil liggen, betaal je de dagprijs die 30% hoger ligt én moet je vooraf betalen. Gelukkig werk ik voor een grote groep die kapitaalkrachtig is. Want de melkprijs is gekelderd. De helft van onze consumenten is  gevlucht naar Europa en de export is logistiek een ramp. Met renteloze leningen houdt de regering de landbouw draaiende. ”

Naast de oude stal liet Francken een splinternieuwe bouwen voor duizend koeien. Die was begin februari klaar.Beeld RV

Boeren vanop afstand

Aan diesel geraken is een andere kopzorg voor Francken. “Het leger verbruikt veel diesel en bij elke opslagplaats die de Russen treffen, wordt brandstof schaarser. Aan de landbouw is diesel aan verlaagd tarief beloofd, opdat de velden zouden ingezaaid geraken. Toch proberen wij waar kan brandstof te besparen. Dus ‘boeren’ we van op afstand. We zijn een hypermodern bedrijf waar de koeien zichzelf bij robots aanbieden om gemolken te worden. Op mijn computer zie ik van elke koe afzonderlijk hoeveel melk ze levert. Wijkt haar temperatuur of herkauwactiviteit af, dan krijgen onze verzorgers een alarm per mail. Maar hun gedrag zie je niet vanop afstand. In beurtrol gaan we kijken of de koeien niet langer dan normaal blijven liggen, of vermagerd zijn.  Zo proberen we in weekendregime te overleven.”

De koeien zijn content als baby’s, zo lang ze eten krijgen en goed water. Elke dag worden kalfjes geboren: gisteren vier, vandaag twee. Het leven gaat door.
Kris Francken

Beddengoed en handdoeken

Francken voelt zich allerminst afgesloten van de wereld. “Het internet werkt altijd en via de kabel kan ik zelfs  de Vlaamse tv zien. Ik zag Bart De Wever verklaren hoe moeilijk het is om 3.000 Oekraïners op te vangen.  Dat geloof ik. Tsjerkasy is echter half zo groot als Antwerpen en in één maand kregen we 50.000 vluchtelingen, vooral uit de Donbas. De eersten huurden leegstaande flats. Dan werden hotelkamers ingenomen, en vervolgens sportzalen en scholen. Nu slapen mensen in hun auto tot er een plekje vrijkomt. Bedden, matrassen, beddengoed, kussens en handdoeken zijn onbetaalbaar geworden.  Tijdelijk geïmproviseerde gaarkeukens hebben tekort aan grote kookpotten, kookplaten, borden en bestek om de vluchtelingen te eten te geven. Een van die gaarkeukens kookt voor liefst 15.000 vluchtelingen per dag. Alle kleine dingen maken hier een groot verschil. Via giften uit België kon ik hier al voor meer dan 10.000 euro medicijnen en levensmiddelen schenken. We vullen de tekorten van de dag aan. Daarnaast haalden zes vrachtwagens met hulpgoederen uit België. Mijn zus Ann zet nu in Geel een nieuwe inzamelactie op. Helpend kan ik mezelf blijven motiveren. Want we leven weer met een avondklok. Verder dan een kilometer durven we niet te wandelen. Altijd moet je kunnen schuilen. Ik vrees dat we niet snel terug naar normaal gaan. We weten niet wat Poetin wil. Eén scenario is dat de rivier Dnjepr de nieuwe grens wordt tussen Oekraïne en Rusland.  Als dát waar is, zitten we hier aan de verkeerde kant van de stroom”.

Een kalfje dat gisteren geboren werd op het landbouwbedrijf van Kris FranckenBeeld RV

Aan de koeien gaat de oorlog overigens compleet voorbij. “Die zijn content als baby’s, zo lang ze eten krijgen en goed water. Elke dag worden kalfjes geboren: gisteren vier, vandaag twee. Het leven gaat door.”