Rel over herbenoeming Tusk overschaduwt EU-top

De herbenoeming van Tusk staat vandaag als eerste punt op de agenda. Het mandaat van de Pool loopt af eind mei. Tusk geniet brede steun voor een tweede ambtstermijn van 2,5 jaar bij een meerderheid van de lidstaten - onder meer Angela Merkel schuift hem naar voor - maar stuit op fel verzet uit eigen land.

Polen zegt er alles aan te zullen doen om te verhinderen dat  Tusk herbenoemd wordt als voorzitter van de Europese Raad. ""We gaan onze partners ervan op de hoogte brengen dat de hele top bedreigd wordt als er gedwongen wordt te stemmen", zei de Poolse minister van Buitenlandse Zaken.

Normaal gezien zoeken de Europese leiders unanimiteit over de benoeming van hun voorzitter. Maar als de consensus uitblijft, kunnen ze beslissen tot een stemming over te gaan. Polen zal in dat geval gegarandeerd in het zand bijten, maar dan dreigt premier Beata Szydlo volgens Poolse media de conclusies van de top niet te ondertekenen. Dat zou ze meteen ongeldig maken.

Op de agenda staat ook een blik op de Europese economie. Die is na jaren van crisis weer aan het groeien en dat moet meer jobs opleveren. De Europese leiders zullen ook bekijken of de afspraken, die in Malta zijn gemaakt over de vluchtelingenstroom op de Middellandse Zee, goed worden opgevolgd.

Een ander belangrijk agendapunt is de toekomst van de Europese Unie, hoe het verder moet met de unie na de brexit. Dat punt zal vooral morgen aan bod komen, als de Britse premier Theresa May er niet meer bij zal zijn.

Eind deze maand wordt in Rome de 60e verjaardag gevierd van de Europese instellingen. Het is de bedoeling om dan met voorstellen te komen om de unie een nieuw elan te geven. Commissie-voorzitter Jean-Claude Juncker heeft vorige maand een aantal scenario's voorgesteld over hoe het verder zou kunnen gaan.

Een van de voorstellen is om tot een Europa met twee snelheden te komen. Een aantal landen dat daartoe bereid is, zou dan werken aan een sterkere integratie, onder meer op economisch vlak. Duitsland, Frankrijk, Spanje en Italië hebben zich daar deze week nog voorstander van getoond, maar de Oost-Europese landen zijn het idee niet zo genegen.