“We zijn bereid om onze bouwmaterialen te leveren voor alle soorten infrastructuurprojecten in de Verenigde Staten”, zei LafargeHolcim-topman Eric Olsen in een interview met het Franse persagentschap AFP, toen hem gevraagd werd naar een mogelijke deelname in de controversiële werf op de Amerikaans-Mexicaanse grens. “We zijn de belangrijkste betonproducent in de Verenigde Staten. We zijn er om de bouw en de ontwikkeling in het land te ondersteunen.” Olsen benadrukt dat hij geen standpunt inneemt: “We zijn geen politieke organisatie”.

LafargeHolcim kan wel eens een van de grote winnaars worden van de investeringsdrang van Trump. Het bedrijf beloofde al extra Amerikaanse banen te scheppen, een geste die de regering-Trump als muziek in de oren zal klinken. “Ik kan nog geen exact cijfer geven, maar het zal aanzienlijk zijn”, legt Olsen uit. LafargeHolcim heeft onder meer verschillende productiesites in Texas en is ook actief in New-Mexico en Arizone, drie staten die grenzen aan Mexico.

Koele reactie

In Frankrijk wordt koel gereageerd op de uitlatingen van de topman. Minister van Buitenlandse Zaken Jean-Marc Ayrault roept het bedrijf op “goed na te denken”, alvorens cement te verkopen voor de muur van Trump. “Ik herinner eraan dat bedrijven ook een verantwoordelijkheid dragen op sociaal en milieuvlak”, dixit Ayrault, die waarschuwde dat “andere klanten er met zekere verbazing naar zullen kijken”.

De minister verwees ook fijntjes naar de Syrische activiteiten waarmee LafargeHolcim onlangs al in opspraak kwam. Het bedrijf gaf vorige week “onaanvaardbare praktijken” toe in Syrië. Het lokale filiaal gaf in 2013 en 2014 via derden geld om tot overeenkomsten te komen met gewapende groepen, zodat een cementfabriek zou kunnen blijven draaien. Volgens de Franse krant Le Monde, die de zaak in juni aan het licht bracht, profiteerde onder meer Islamitische Staat (IS) van die regelingen.

LafargeHolcim ontstond twee jaar geleden uit een huwelijk van het Franse Lafarge en het Zwitserse Holcim. Het fusiebedrijf zit in de portefeuille van de investeringsmaatschappij Groep Brussel Lambert van de Belgische zakenman Albert Frère. GBL is de op één na grootste aandeelhouder van het cementbedrijf, met een belang van 9,43 procent. De grootste aandeelhouder is de Schweizerische Cement-Industrie-Gesellschaft met een belang van 11,38 procent.