Direct naar artikelinhoud
AnalyseOnderwijs

Na een week vol slecht nieuws: vier ingrepen die volgens onderwijsexperts het verschil kunnen maken

Na een week vol slecht nieuws: vier ingrepen die volgens onderwijsexperts het verschil kunnen maken
Beeld ID / Lieven Van Assche

Hoe moet het verder na nog maar eens een week vol hectiek en slecht nieuws over het onderwijs? Een mirakeloplossing is er niet. Maar gesteld dat ze carte blanche krijgen, welke ingrepen zien experts liever vandaag dan morgen gebeuren?

Breng de basis terug in het basisonderwijs
“Eigenlijk zeggen peilingen zoals die van deze week over wiskunde dat de basiskennis van leerlingen om zeep is”, zegt Philip Brinckman, schooldirecteur en hoofd van de Commissie Beter Onderwijs. Ook onderwijswetenschapper Tim Surma (Expertisecentrum voor Effectief Leren van de Thomas More-hogeschool) ziet die basis wankelen. “Als ik één ding zou mogen veranderen, dan zou ik de leerdoelen voor het lager onderwijs herschrijven: we moeten onze allerjongste leerlingen ambitieuzere verwachtingen stellen voor basiskennis en -vaardigheden. Niet dat we meer doelen moeten schrijven, wel moeten die dieper gaan. In het buitenland zien we bijvoorbeeld dat scholen op een speelse manier kleuters aanleren om oceanen en werelddelen aan te duiden op een kaart.”

Het is dus niet dat Surma enkel hamert op het belang van wiskunde en taal, zoals Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) deze week deed. “Ook over geschiedenis, wereldoriëntatie, aardrijkskunde of kunst moeten leerlingen een ruime kennis hebben”, zegt hij.

Brinckman kijkt overigens expliciet niet naar de politiek. “Het is aan ons in het veld om het signaal te geven dat kennis belangrijk is. We moeten leerkrachten de tijd geven om iets uit te leggen, dat voor te doen en leerlingen tijd geven om dat na te doen, fouten te kunnen maken en feedback te krijgen.”

Maak de lerarenopleiding een jaar langer

Verplicht studenten met tekorten op de instaptoets voor de lerarenopleiding om zich bij te spijkeren: dat idee wierp minister Weyts deze week op. Eigenlijk kan pedagoge Charlotte Struyve (Vives Hogeschool/KU Leuven) zich daar wel in vinden, op voorwaarde dat lerarenopleidingen daar tijd en middelen voor krijgen. “We moeten durven zeggen tegen studenten met tekorten dat ze wel mogen starten, áls ze zich bijspijkeren. Maar dan is de vraag: hoe organiseer je dat? Want nu moeten lerarenopleidingen dat doen bovenop het al bestaande curriculum. Misschien moeten we de opleiding verlengen van drie naar vier jaar, om studenten met een te laag startniveau eerst een jaar remediëring te laten volgen?”

Zo’n verlenging zou wel leiden tot een jaar waarin geen studenten afstuderen. Vlaanderen is met zijn driejarige lerarenopleiding internationaal gezien nu sowieso een buitenbeentje. Ook zou zo’n verlenging volgens experts kunnen helpen om het aanzien van de richting op te krikken en sterke studenten - die nu vaak kiezen om verder te studeren - wel in het basisonderwijs te trekken.

Mocht de nood niet zo hoog zijn, zou Struyve zelfs een stapje verder gaan en een echt ingangsexamen inrichten. Maar in tijden van lerarentekorten klinkt de toegang tot de lerarenopleiding zo vernauwen te veel als jezelf in de voet schieten.

Laat ervaren leerkrachten mentor worden

Leerkrachten voor de klas krijgen, is één ding. Ze gemotiveerd houden om in het onderwijs te blijven, is iets helemaal anders. Te veel startende leerkrachten stoppen nu binnen de eerste vijf jaar met hun job.

“Dat jonge leerkrachten te weinig ondersteuning krijgen, is een van de belangrijkste redenen waarom ze het onderwijs verlaten”, zegt professor onderwijssociologie Mieke Van Houtte (UGent). “Zij moeten vaak van school naar school hoppen. Starters hebben nood aan betere uren en moeten sneller uitzicht krijgen op een vast contract. Ook moeten scholen beter nadenken over hoe ze personeel inzetten: nu staan de minst ervaren leerkrachten vaak voor de moeilijkste klassen.”

Na een week vol slecht nieuws: vier ingrepen die volgens onderwijsexperts het verschil kunnen maken
Beeld Getty Images

Daarom pleit Van Houtte voor een structurele hervorming van het beroep, in een zogenaamd loopbaanpact. Zo’n pact moet de job van leerkracht opnieuw aantrekkelijk maken. “Leerkrachten hebben een redelijk vlakke loopbaan: er bestaan weinig opportuniteiten om promotie te maken”, zegt Van Houtte. “Ervaren leerkrachten raken snel uitgeblust omdat ze altijd hetzelfde doen. Waarom maken we hen geen mentor van jonge leerkrachten? Zo geef je hen een nieuwe uitdaging en krijgt die laatste groep betere ondersteuning.”

Ook mensen zonder lerarendiploma horen thuis op school

De tijd die een leerkracht en leerling doorbrengen, is kostbaar. Daarom moet ze koste wat het kost beschermd worden, meent pedagoog Pedro De Bruyckere (Arteveldehogeschool). “Ik zou er alles aan doen zodat de tijd in de klas naar leren kan gaan. Om toezicht te houden, heb je geen lerarendiploma nodig. Laat vrijwilligers dat doen. Door het lerarentekort blijft er budget over voor vakken waar we geen leerkracht vinden. Gebruik dat geld om mensen zonder onderwijsdiploma aan te werven voor zulke taken.”

Op die manier kunnen leerkrachten zich focussen op hun kerntaak: lesgeven. “In de praktijk gaat een kwart van de tijd tussen leerling en leerkracht verloren door onderbrekingen”, zegt De Bruyckere. “Denk maar aan een leerling die te laat komt, administratie die in orde gebracht moet worden of een omroep die door de intercom klinkt. Na een onderbreking hebben leerlingen veel tijd nodig om zich weer te concentreren. Ouders, leerlingen en de scholen moeten zich daar meer bewust van zijn en bijvoorbeeld meer belang hechten aan op tijd komen. Het zijn kleine dingen, maar met meer impact dan je denkt.”