Direct naar artikelinhoud
InterviewTim Harford

Econoom Tim Harford breekt een lans voor de statistiek: ‘Een hoger opleidingsniveau garandeert geen rationelere blik’

Tim Hartford: ‘Statistiek wordt te vaak afgeschilderd als een politiek wapen, maar het kan ook een middel zijn om de waarheid te achterhalen.’Beeld rv

Statistiek kan de wereld veranderen, maar in tijden van complottheorieën is niet iedereen daar nog van overtuigd. Met zijn nieuwe boek Cijfers kunnen de wereld redden wil de Britse econoom en journalist Tim Harford de samenleving daarom genezen van haar datafobie. 

“Ken je het verhaal over ooievaars die baby’s brengen? Het is waar, ik kan het statistisch bewijzen.” Al sinds 2007 heeft Tim Harford met More or Less een radioshow waarin hij cijfers uit nieuwsberichten of politieke rapporten factcheckt, maar zijn recentste boek opent hij doelbewust met een leugen. Daar is een goede reden voor. Het verhaal over de ooievaars komt uit Liegen met cijfers, een publicatie waarmee de Amerikaanse journalist Darrell Huff tijdens de jaren vijftig probeert aan te tonen dat alles bewezen kan worden met statistiek.

De man onderbouwt incorrecte claims met precieze data en wordt zo bijzonder populair, maar later verliest hij zijn positie als sympathieke underdog. De tabakslobby huurt hem in om voor de Amerikaanse Senaatscommissie te getuigen dat de statistische relatie tussen geboortes en ooievaars dezelfde is als die tussen roken en ziekte. Volgens Harford plant Huff zo een zaadje dat vandaag tot bloei komt. “Hij schilderde statistiek af als een goochelaarstruc. Sinds de brexit en het presidentschap van Donald Trump weten we dat het belangrijk is om aan te tonen dat dat niet klopt.”

Waarom vindt de visie van Huff vandaag meer aanhangers?

“Mensen zijn vandaag cynischer dan in het verleden en geloven elkaar minder snel. Ik merk het onder meer aan de reacties die binnenkomen na een uitzending van mijn radioprogramma. Luisteraars laten dan weten dat ze het fijn vinden dat ik de leugens van politici doorprik, maar dat is niet het belangrijkste doel van de show. 

“Statistiek wordt te vaak afgeschilderd als een politiek wapen, terwijl burgers de wetenschap ook kunnen gebruiken om de wereld beter te begrijpen. Het kan een middel zijn om de waarheid te achterhalen en om bepaalde nuances aan te brengen.

‘Statistiek wordt te vaak afgeschilderd als een politiek wapen, terwijl het ook een middel kan zijn om de waarheid te achterhalen en om bepaalde nuances aan te brengen’
Tim HarfordEconoom

“Daar probeer ik met More or Less toe bij te dragen en sinds de start van de coronacrisis is er effectief meer aandacht voor het belang van data. Een groot deel van de bevolking is het nu meer gewend om naar grafieken te kijken en erkent het belang van gerandomiseerd onderzoek. Voor statistici is dat een cadeau.”

In welke mate zorgde de toegenomen aandacht ook voor een beter begrip van statistiek?

“De manier waarop mensen gegevens interpreteren is heel sterk afhankelijk van hun persoonlijke waardes en overtuigingen. Telkens wanneer de besmettingscijfers tijdens de coronacrisis daalden, geloofde een deel van de bevolking dat het ergste achter de rug was en dat maatregelen niet langer nodig waren. Dergelijke vormen van wensdenken bemoeilijken statistische analyses.

“Als het over controversiële of politiek gevoelige cijfers gaat, helpen intelligentie of expertise ook niet om die emotionele respons te omzeilen. Tijdens een Amerikaans experiment kregen proefpersonen bijvoorbeeld de opdracht om argumenten voor en tegen de inperking van wapenbezit te bestuderen. Je zou verwachten dat er door zo’n oefening meer wederzijds begrip tussen voor- en tegenstanders zou ontstaan, maar de kloof tussen de deelnemers werd net groter. Mensen gingen op zoek naar gegevens om hun eigen vooropgezette ideeën te schragen en probeerden manieren te bedenken om de tegenargumenten onderuit te halen.”

Welke rol kan het onderwijs spelen om dergelijke reacties te counteren?

“Ik vrees dat een hoger opleidingsniveau geen garantie op een meer rationele blik biedt. Zo toonde een enquête van een Amerikaans onderzoeksbureau aan dat 22 procent van de laagopgeleide Republikeinen zich grote zorgen maakt over de klimaatverandering, terwijl dat bij de Democraten 45 procent is. Bij hoogopgeleide Amerikanen liggen die cijfers respectievelijk op 8 en 50 procent. Ik vergelijk onze hersenen graag met advocaten in een rechtszaal. Je kunt de slimste advocaat hebben, maar dat baat niet als je aan de verkeerde kant van de zaak staat. Dan breng je gewoon slimmere argumenten aan om een slecht idee te verdedigen.

“Ik denk dat het daarom belangrijk is dat we ons bewust zijn van onze emotionele reacties en hoe ze onze interpretaties van gegevens kunnen sturen. Nieuwsgierigheid is daarbij erg belangrijk. Als je die kwaliteit hebt, ga je sneller op zoek naar ontbrekende informatie. Zo verdwijnt de initiële neiging om informatie meteen in je eigen wereldbeeld te passen en om er snel discussies over te voeren.”

Statistische gegevens zijn dus niet voldoende om mensen ergens van te overtuigen. Wat volstaat dan wel?

“Vaak overschatten mensen tijdens discussies hun kennis over bepaalde onderwerpen. In de literatuur wordt dat the illusion of explanatory depth genoemd. Stel dat we het over mogelijke sancties tegen Rusland hebben en overwegen om de invoer van gas te beperken. Dat is een gevoelig thema en het helpt dus om stil te staan bij wat je er eigenlijk over weet. Als je daar de tijd voor neemt, wordt de kans kleiner dat je simpelweg de dominante mening uit je sociale cirkel napraat. 

“Dat is namelijk een gemakkelijkheidsoplossing die de nieuwsgierigheid doodt en die tegelijkertijd een val is. Want als we veronderstellen dat we iets begrijpen, hoeven we er ons niet verder in te verdiepen. Ik besef wel dat die aanpak tijd kost die je tijdens een globale crisis als de pandemie niet altijd hebt. Burgers moeten dan sneller de waarde van cijfers inzien.”

Want als dat niet gebeurt, kan de besluiteloosheid levens kosten.

“Inderdaad, maar mijn boek is geen gids om mensen te overtuigen. Je bewust worden van je eigen vooroordelen is al moeilijk genoeg zonder dat je tezelfdertijd pogingen doet om je medemens helder te doen denken. Als je dat pad toch wilt bewandelen, denk ik dat het belangrijk is om niet voortdurend in discussies over juist en fout te belanden. 

‘Je bewust worden van je eigen vooroordelen is al moeilijk genoeg zonder dat je tezelfdertijd pogingen doet om je medemens helder te doen denken’
Tim HarfordEconoom

“Probeer liever een interesse te ontwikkelen in hoe dingen precies werken. Wanneer iemand iets uitlegt, kunnen er twee dingen gebeuren. Ofwel begrijpt iemand iets onvoldoende en valt hij tijdens zijn uiteenzetting onvermijdelijk door de mand, ofwel heb jij het mis en leer je zelf iets bij. Het voordeel van die aanpak is dat je een connectie met andersdenkenden behoudt en respect toont. Dat helpt meer dan meteen in de tegenaanval te gaan en uit te leggen waarom iemand fout is. Misschien slaat die denkwijze niet altijd aan, maar ze is alleszins productiever dan wat er vandaag vaak gebeurt.”

Betekent dat ook dat we moeten blijven praten met mensen die wetenschappelijk incorrecte informatie verspreiden?

“Je denkt misschien dat je gesprekspartner het fout heeft, maar misschien ben jij mis. Tijdens de coronacrisis waren er momenten waarop de wetenschap zich achter een bepaalde consensus schaarde, maar later schoof die dan op. Oorspronkelijk werd er zo verkondigd dat het belangrijk was om je handen te wassen en zeiden experts dat mondmaskers geen zin hadden, maar dat bleek uiteindelijk niet te kloppen. 

“Wat we vandaag een complottheorie noemen, kan morgen als een algemene waarheid aanvaard worden. En de bizarre wetenschapper met een gek idee heeft straks misschien gelijk. Je moet als burger je denkbeelden durven aanpassen. De spanningen met aanhangers van complottheorieën zijn trouwens niet nieuw. Het lijkt soms alsof iedereen vroeger kwaliteitskranten las en diepzinnige gedachten had, maar ook toen had je al waanzinnige ideeën over de Joden, de dood van John F. Kennedy of ufo’s.”

In uw boek stelt u dat emoties en persoonlijke ervaringen soms ook kunnen helpen om statistische gegevens te analyseren. Hoe werkt dat dan precies?

“Cijfers vertellen je niet altijd voldoende om bepaalde thema’s te doorgronden. Naast het brede vogelperspectief heb je ook het persoonlijke wormperspectief nodig. De Wereldgezondheidsorganisatie geeft zo aan dat de pandemie vijftien miljoen mensen het leven kostte, maar je kunt dat pas echt begrijpen als je een van die doden kent. 

“Ik denk daarom vaak aan Peter Sinclair, de man die mij alles over economie leerde. Hij was in goede gezondheid, maar tijdens de eerste coronagolf liep hij het virus op. Hij lag wekenlang in het ziekenhuis en stierf er uiteindelijk. Zijn verhaal is ook dat van de vijftien miljoen andere overledenen en hun geliefden. Je hebt die persoonlijke blik nodig. Want zelfs als je heel brede gegevens in je spreadsheet verzamelt, voelen die data zonder het wormperspectief erg mager aan.”

Wat kunnen nieuwsmedia betekenen voor de statistische geletterdheid van hun publiek?

“Er worden zoveel wetenschappelijke studies gepubliceerd dat het voor individuen hopeloos is om het overzicht te bewaren. Goede journalisten kunnen nieuws duiden en naar waarde schatten, maar dat proces is niet feilloos. Er is vaak een focus op verrassend nieuws, wat soms tot vreemde redactionele keuzes leidt.

“In 2018 waren er bijvoorbeeld heel wat nieuwsartikels over een studie die aantoonde dat er in Londen meer moorden plaatsvonden dan in New York. Dat bleek te kloppen, maar in de berichtgeving vermeldde niemand dat de criminaliteitscijfers in New York gewoon sneller en van een veel hoger niveau daalden. In Londen vonden altijd al relatief weinig moorden plaats en de stad werd ook veiliger, maar het nieuws gaf de indruk dat de stad plots gevaarlijk was. Daarom is het voor de journalistiek belangrijk om trager te werken en om op te letten voor de verleiding van de verrassing. Als een wetenschappelijke paper iets volledig anders aantoont dan wat we al wisten, is dat vaak een signaal dat er iets niet pluis is.”

Econoom Tim Harford breekt een lans voor de statistiek: ‘Een hoger opleidingsniveau garandeert geen rationelere blik’
Beeld the economist 2018

Wetenschappelijke tijdschriften zijn soms ook schuldig aan dat gedrag. Gepubliceerde onderzoeken zijn lang niet altijd repliceerbaar.

“Ik denk dat het zogenaamde ‘file drawer effect’ sterk leeft in de academische wereld. Heel wat resultaten van experimenten belanden meteen in een lade omdat ze niet verrassend genoeg zijn. Daardoor ontstaat een vertekend beeld en daar is het brede publiek zich niet altijd van bewust. 

“Zo publiceerde een gerenommeerd tijdschrift een studie die stelde dat mensen meer geneigd zijn om iets te kopen wanneer ze minder keuze hebben. Dat klinkt aannemelijk, maar het gaat ook in tegen de resultaten van heel wat andere en genuanceerdere studies over dat onderwerp.

“Het risico daarbij is dat over die minder verrassende studies simpelweg niet meer bericht wordt. Ik denk dat het daarom nuttig is om je er als burger bewust van te zijn dat alles wat we zien gefilterd is door redacteurs die bepalen of iets interessant is. Want als je alleen naar sportwedstrijden op televisie kijkt, kun je ook de indruk krijgen dat de hele bevolking bijzonder atletisch is.”

Heel wat statistiekbureaus zijn volledig in handen van de overheid. Hoe gevaarlijk is dat?

“De overheid heeft een unieke toegang tot bepaalde gegevens en levert daarom fundamenten waar de rest van de academische wereld op voortbouwt. Daarom is het belangrijk dat we statistici beschermen tegen politieke inmenging en druk van buitenaf. In landen waar de democratie zwakker is, verloopt dat natuurlijk minder vlot. Een collega van me sprak zo met een Russische statisticus die niet begreep waarom Britse onderzoekers hun resultaten niet vroeger aan ministers doorgeven. Want hoe zouden zij dan ongewenste resultaten kunnen aanpassen?

“Dat verhaal klinkt ver weg, maar de Griekse econoom Andreas Georgiou werd na de economische crisis van 2009 ook vervolgd toen hij wilde aantonen hoe groot het begrotingstekort was. We beschouwen het werk van mensen als hem als vanzelfsprekend, maar statistici kunnen wel degelijk heldhaftige taken vervullen. Zeker als ze proberen om data in handen te krijgen en ondertussen voortdurend tegengewerkt worden.”

Cijfers kunnen de wereld redden van Tim Harford wordt uitgegeven door Lannoo, 343 p., 25,99 euro.