NAVO wil snelle interventiemacht fors uitbreiden: van 40.000 tot meer dan 300.000 manschappen
De NAVO wil haar snelle interventiemacht fors uitbreiden, tot meer dan 300.000 manschappen. Dat heeft NAVO-secretaris-generaal Jens Stoltenberg aangekondigd in de aanloop naar de NAVO-top die morgen van start gaat in de Spaanse hoofdstad Madrid. De snelle interventiemacht bestaat uit militairen die snel kunnen worden ingezet in geval van dreiging.
Rusland vormt een rechtstreekse bedreiging voor de veiligheid van de NAVO-landen, zei Stoltenberg tijdens een persconferentie op het NAVO-hoofdkwartier in Brussel. De bescherming van zijn oostflank heeft voor het westerse militaire bondgenootschap de hoogste prioriteit.
"Onze capaciteit om ons te versterken in geval van crisis en conflict zullen we opvoeren", kondigde Stoltenberg aan. "We zullen de snelle interventiemacht omvormen en het aantal militairen in hoge paraatheid uitbreiden tot meer dan 300.000".
Dat moet gebeuren met "meer vooraf gepositioneerd materieel, vooruitgeschoven capaciteiten zoals luchtverdediging, en met strijdkrachten die vooraf zijn toegewezen voor de verdediging van bepaalde bondgenoten."
Oostflank
De snelle interventiemacht van de NAVO bestaat momenteel uit een 40.000-tal militairen die binnen 5 tot 30 dagen kunnen worden ingezet, bijvoorbeeld om een aanval op het grondgebied van een van de 30 NAVO-lidstaten af te slaan.
Sinds de Russische inval in Oekraïne zijn veel van die troepen in een verhoogde staat van paraatheid gebracht. De meeste zijn actief in landen aan de grens met Rusland, zoals de Baltische staten en Polen. Er zijn plannen om ook meer troepen te ontplooien in Roemenië, Hongarije, Slovakije en Bulgarije.
De operatie maakt deel uit van wat Stoltenberg "de grootste herziening van de defensie van het militaire bondgenootschap sinds de Koude Oorlog" noemt. Op de NAVO-top die morgen van start gaat in Madrid zal dieper op de kwestie worden ingegaan.
Rusland geen "strategische partner" meer
Vooruitlopend op de top gaf Stoltenberg ook al aan te verwachten dat de NAVO-landen hun officiële lijn ten aanzien van Rusland zullen veranderen. Nu wordt Rusland nog aangewezen als een "strategische partner", zoals twaalf jaar geleden werd afgesproken.
Stoltenberg waarschuwde de lidstaten ook al dat er meer investeringen nodig zijn om op de dreiging uit Rusland voorbereid te zijn. Op dit moment voldoen slechts negen van de 30 NAVO-bondgenoten aan de eis om minstens 2 procent van het bruto binnenlands product uit te geven aan defensie.