Direct naar artikelinhoud
LiveblogRock Werchter

Live Rock Werchter - Balthazar: betrouwbaar als een boekhouder, cool als Daddy Cool ★★★★ • Red Hot Chili Peppers sluiten Werchter af

Live Rock Werchter - Balthazar: betrouwbaar als een boekhouder, cool als Daddy Cool ★★★★ • Red Hot Chili Peppers sluiten Werchter af
Beeld © Stefaan Temmerman

Een nucleaire fall-out. Een nieuwe ijstijd. Of een nieuwe Koude Oorlog. Niets kon u en ons weerhouden van een feestje op zaterdag. De laatste festivaldag wordt ingezet met stramme spieren, een houten hoofd en een lever die zijn middelvinger uitsteekt. Maar dat deert niet: zondag maken we ons op voor de Red Hot Chili Peppers, The Killers en Balthazar. Lees straks de uitgebreide recensies op deze pagina. 

•  Kiezen is verliezen: de drie Werchter-dilemma’s van zaterdag en zondag

•  Zijn we na corona verleerd hoe je met een teveel aan prikkels moet omgaan?

• Imagine Dragons: koning van de herhaling ★☆☆☆☆

Tip: Download de app van De Morgen en ontvang onze recensies, de beste interviews en sfeerfoto’s als eerste op uw smartphone.

Live

  1. The Killers deden wat van hen verwacht werd: stadionrocken met de s van solide ★★★½☆

    Voor hen is het routinewerk, maar The Killers doen niet aan halfbakken. Brandon Flowers loodst zijn klanten als een kolderieke gids door een prima popcatalogus in de jacht op de ultieme Tripadvisor-beoordeling.

    Tijdens de rondleiding in het attractiepark van The Killers waren stops voorzien aan Taj Mahals van songs. ‘When You Were Young’ was het eerste monument waarvan de herinnering door het publiek werd vastgelegd in de vorm van vage – wellicht onverstaanbare – smartphonevideo’s die op één wc-bezoek na zijn voortbestemd om eenzaam te sterven.

    ‘Smile Like You Mean It’ was beleving op z’n Bokrijks, maar je kon The Killers in hun rol als support act van de Peppers verder niet op dode momenten betrappen. Na 23 seconden was de eerste confettiknal een feit, exact 352 tellen later sneuvelde de eerste stemband – veel beterschap, Liesbeth (34) uit Wezemaal! Voor de beter gebotoxte jukebox slechts één adres: Brandon Flowers (41) uit Nevada.

    We’re alive!’ sprak hij de meute toe, wat pas echt fascinerend was geweest als dat niet geval zou zijn. ‘This is a super-spreader event’ was een bedenkelijke daarop volgende bindtekst, maar de Amerikaan nuanceerde snel: ‘We’re spreading peace, we’re spreading love, we’re spreading rock-‘n-roll’. The Killers deden op Werchterse grond wat van The Killers verwacht werd: stadionrocken met de s van solide.

    Beeld Getty Images

    Een door een uitzinnige menigte onthaald ‘Human’ was een voorbode van wat zou volgen bij ‘Mr. Brightside’. Op de laatste festivaldag kregen The Killers iedereen zo hard aan het brullen dat Flowers – serieus: wat was dat met die fucking bloem op zijn vest?! – overklast werd door zijn eigen hooligans. Vielen daartussen te rapen: ‘Spaceman’, ‘Somebody Told Me’, ‘Read My Mind’ en ‘For Reasons Unknown’ met een uit het publiek geplukte Belg op drums. Je zag de setlist vorm krijgen en wist: voor teleurstelling moet je bij Polo G iets verderop zijn.

    Op een festival waar Bruce Springsteen niet aanwezig was, was de tweede beste Bruce Springsteen op de planeet een meer dan uitstekend alternatief.

    Lees de recensie.

  2. Red Hot Chili Peppers op Rock Werchter: geen echte teleurstelling, maar te veel verplichte nummertjes ★★★☆☆

    De twijfel hing het hele weekend lang over het festival: zouden de Red Hot Chili Peppers, absolute headliner van Rock Werchter 2022, komen opdagen? De groep had op vrijdag een concert in Glasgow geannuleerd wegens ziekte, en ook al was drummer Chad Smith intussen in Brussel gesignaleerd, het duurde tot zondag iets voor de middag vooraleer er witte rook uit de schoorsteen van Schueremans kwam: het materiaal van de Peppers was gearriveerd!

    In de vroege jaren negentig hebben de Red Hot Chili Peppers een tijdlang mijn leven en dat van vele van mijn tijdgenoten beheerst. Er zijn weinig platen die ik zodanig van buiten ken als ‘The Uplift Mofo Party Plan’, ‘Mother’s Milk’ en vooral ‘Blood Sugar Sex Magik’. Hollywood was het beloofde land, en ‘Funky Monks’ het ‘Cocksucker Blues’ van mijn generatie. De liefde is sindsdien danig bekoeld - als er thuis nog eens iets van de Peppers passeert, is het iets van voor 2000. Tweeëntwintig jaar geleden. Maar hetzelfde kan van pakweg U2 worden gezegd, en dat is live wel nog altijd een belevenis. Hoop deed zondagavond dus weer maar eens leven.

    Wat er vrijdag in Glasgow precies aan de hand was, werd nooit gecommuniceerd, maar Chad Smith leek alvast aardig hersteld van zijn ontmoeting met Dimitri Strobbe aan het Brusselse stadhuis. Hij mocht de zaak op gang roffelen voor de gebruikelijke intro-jam, en werd door bassist Flea (‘Please remind me to never take Chad Smith for granted’) en zanger Anthony Kiedis (‘Flea? Never take Chad Smith for granted’) herhaaldelijk in de bloemetjes gezet.

    Gitarist Frusciante, die de groep al twee keer vaarwel wuifde maar sinds het recente ‘Love Unlimited’ weer aan boord is, is in de loop der jaren zelf steeds nadrukkelijker zijn rol gaan opeisen. Na zijn eerste terugkeer in 1999 met epische gitaarsolo’s (die dit keer helaas beperkt bleven), nu met meer backing vocals dan ooit tevoren. Het hielp de pijn van het Kiedis zijn verzachten.

    Eerlijk: als balladeer kan ik hem niet meer verdragen, als rapper of vuilbekkende punkrocker geloof ik hem niet meer. Maar live dan nog liever dat laatste. Zoals in een als vanouds wild rondfunkend ‘Around the World’, het swingende ‘Dani California’, en uiteraard ‘Give It Away’. Voor dat laatste moesten we al wachten tot het einde van de reguliere set, waarin net iets teveel uit ‘Love Unlimited’ werd geplukt, een plaat die afgaande op de reacties van het publiek, ook bij de fans nog niet helemaal onder de huid is gekropen.

    Waarom niet nog eens het geweldige ‘Apache Rose Peacock’ in plaats van doorslagje ‘Aquatic Mouth Dance’? Waarom geen ‘Breaking the Girl’ in plaats van dat verschrikkelijke ‘Black Summer’? En waarom ‘Magic Johnson’ niet helemaal in plaats van dat plagerige stukje aan het begin van ‘Right on Time’?

    De setlist had beter gekund (afgelopen woensdag in Dublin speelden ze ‘If You Have to Ask’, ‘Nobody Weird Like Me’, ‘Suck My Kiss’ en ‘Sir Psycho Sexy’) en de groep zelf leek ook niet in grote doen. De grapjes tussendoor waren mak, en de jams, die vroeger dikwijls pas na lang opbouwen hun grandeur vertoonden, bleven in tijd beperkt als waren het verplichte nummertjes.

    Wel mooi: Frusciante die solo ‘Your Song’ van Elton John bracht, ‘Californication’, en het bisrondje met de weliswaar veilige maar met vuur en waardigheid gebrachte publiekslievelingen ‘Under the Bridge’ en ‘By the Way’.

    Een teleurstelling waren de Peppers niet, maar van blood, sex en magik blijft anno 2022 nog maar bitter weinig over. Sugar had dan weer iets minder gemogen.

    Lees de recensie.

  3. Disclosure op Rock Werchter: De nachtraven zijn vrij! ★★★★

    Disclosure op Rock WerchterBeeld Alex Vanhee

    Dance deed het geweldig goed op deze Werchtereditie. Niet alleen Bicep, Moderat en Jamie xx spraken tot de verbeelding, ook het almachtige Disclosure scheerde de hoogste toppen. Feestje deed boem? Yezzirrrr!

    “De wereld stopte met draaien en de dansvloeren bleven leeg”, zo donderde een apocalyptische stem door The Barn. “Maar het middernachtelijke verzet gaf niet op”. Nou, bij Disclosure zijn ze duidelijk niet vies van wat kitscherige mythevorming. Ach, het zweepte de danslustigen in de tent op zodat toen ‘White Noise’ uit de boxen knalde zich een kolkende rave op gang trok.

    De Britse broers Guy en Howard Lawrence flikkerden wel meer exquise house het publiek in, met nu flashy-abstracte en dan weer exotische visuals in de rug én een strakke lichtshow. Zoals ‘F For You’ of ‘Ultimatum’ en ‘Douha (Mali Mali)’, twee keer met die onweerstaanbare stemsamples van Fatoumata Diawara. Of het recente ‘You Got To Let Go If You Want To Be Free’, dubbel en dik bewijs dat dit duo nog even fris en relevant uit de hoek kan komen als tien jaar geleden.

    Zie ook: het delicieuze ‘Waterfall’, oftewel 2-Step voor fans van Dua en andere Lipa’s. Vette modderfokking beats voor op dikke modderfokking mastodontspeakers, quoi. Zoals die van The Barn, ja. De gesmolten ribben en herschikte ruggenwervels nemen we er graag bij.

    Prachtig hoe de Lawrences, opgegroeid met de rijke dancegeschiedenis van hun land, virtuoos door het rave-continuüm surften, daarbij heden, verleden en toekomst vermengend tot dé partysound voor pasbevrijde nachtraven. “We’ve lost dancing?” Dacht het niet.

    Disclosure is de Basement Jaxx van de millennialgeneratie. Met het verschil dat die laatste een hele liveband en Braziliaanse danseressen mee op het podium trok. ‘t Is misschien een ideetje.

    Alsof de boys onze gedachten konden lezen, schoven voor afsluiter ‘Tondo’ plots zes koperblazers het podium op - inclusief tubaspeler! - die ons tótaal naar huis bliezen. Wat een rush! (svs)

  4. Balthazar: betrouwbaar als mijn boekhouder, cool als Daddy Cool ★★★★

    Betrouwbaar als mijn boekhouder, solide als Rob Schoofs die het verkeer leidt op het middenveld van KV Mechelen, cool als in Daddy Cool-cool. Bestaat überhaupt de mogelijkheid dat Balthazar ooit live gaat teleurstellen?

    Waar stopt de grens van coolness, en kan Balthazar alstublieft stoppen met die grens te verleggen naar onbereikbare hoogtes zodat ook anderen nog schaamteloos de deur uit kunnen? Het zijn zelfbenoemde losers on the verge of something great en dat goeds was op de Main Stage experiment verkiezen boven het afhaspelen van de hits.

    Was Joepie nog een ding, er zouden tieners bij het staren naar de sterren in de weerspiegeling van het raam de beeltenis van Maarten Devoldere en Jinte Deprez zien – Kortrijkzanen bij wie de verloskundige al had voorspeld dat ze ambitie zouden hebben die verder reikt dan dat de Leie lang is. Met de grijns in de aanslag een gitaar ombinden en weten: wij zijn Balthazar, en gij gaat in onze zak zitten. Zo’n groep is Balthazar geworden.

    “Het is de vierde dag en jullie leven nog. Proficiat!” Devoldere was zoals altijd spaarzaam met woorden, maar communicerend in daden. Wanneer hij zich als een bultenaar over zijn klavier buigt, staan er dingen te gebeuren. Op de Main Stage was dat vaak het moment waarop de band de geijkte paden verliet, en uitkwam bij intermezzo’s die – anders dan intermezzo’s doorgaans zijn – niet bedoeld waren om een rustpunt in te bouwen maar om net naar een climax toe te groeien.

    Beeld © Stefaan Temmerman

    Jinte Deprez die zich fier door de haren strijkt als een maffiabaas na een geslaagde transactie, Simon Casier die aan zijn bas pulkt alsof hij een tros druiven sensueel streelt, Devoldere die sexy stoïcijns in de diepte tuurt. Tijdens ‘You Won’t Come Around’ was Balthazar een prent die om penseelstreken van Pieter Bruegel de Oude vroeg.

    Hoe elegant kan Tijs Delbeke trouwens een viool laten kreunen van opwinding? En kan ik voortaan in slaap gewiegd worden met die schuiftrompetsolo van ‘Losers’? Laat ons ook de bijdragen van Michiel Balcaen niet minimaliseren, de Pattex op drums die goede ideeën tot een pronkstuk lijmt. De explosie in ‘The Boatman’ was als de drop in een househit, ‘Fever’ – halverwege werd Cassiers haar op het podium afgeschoren – was de trein die door het hooggebergte denderde en steeds dichter bij het punt kwam waarop het spoor doodliep en de crash indrukwekkend was.

    Er zijn er die beweren dat Balthazar thuishoort in een tent, maar de bravoure waarmee ze op de Main Stage stonden weerlegt elke theorie dat ze niet voor Grootse Dingen zijn gemaakt.

  5. Balthazar: ★★★★☆


    Betrouwbaar als mijn boekhouder, solide als Rob Schoofs die het verkeer leidt op het middenveld van KV Mechelen, cool als in Daddy Cool-cool. Bestaat überhaupt de mogelijkheid dat Balthazar ooit live gaat teleurstellen? Hier leest u de rest van het verslag.

  6. Emma Bale heeft het in zich om een volk te mennen ★★★

    Beeld Joel Hoylaerts / Photonews

    ‘Run to the water’ stelde Emma Bale voor, wat een sterk staaltje zelfonderschatting was. Tijdens haar show in KluB C was weglopen van miserie geen optie die overwogen werd.

    Drop Emma Bale op een podium en u zal geboeid zijn - misschien niet over de hele lijn, maar wel lang genoeg om te concluderen dat Het Universum er niet slecht aan heeft gedaan om haar in de richting van een plankenvloer te duwen. Wanneer ze tijdens ‘Run’ over het podium dartelde op dezelfde sjamanistische manier zoals haar band haar set liet krioelen van de synths op z’n Eefje de Vissers stond er een popartiest op het podium van KluB C die na een lange zoektocht stilaan haar weg vindt.

    Toch blijft zoeken de dominante factor in de bovenbuizen (en in een concert) van Emma Bale. Ze heeft haar imago tegen, nadat ze ooit gelanceerd werd door The Voice Kids, en ze wil geen fans tegen de borst stoten om met een gom door de eerste jaren van haar carrière te gaan. Maar zouden de mensen die in KluB C kwamen opdagen - een geruststelling: Emma Bale was aan de opkomst te zien niet vergeten - niet begripvol zijn als ze voortaan vol voor de electropop zou gaan? In die gedaante heeft ze het in zich om een volk te mennen.

    Op die paar decibels na werden recentere (en bovendien eenduidigere) songs als ‘Mind Games’ en ‘Trust Issues’ immers op evenveel heupwiegen onthaald als de songs die de raketbasis van haar carrière vormen. ‘Waarom moet ik altijd bleiten?’ vroeg Emma Bale zich luidop af nadat ze het zoveelste applaus in ontvangst had genomen. Simonneke uit Thuis kan er nog steeds geen antwoord op formuleren en zij is een levende legende geworden. Dus Emma: ga, floreer, dans, zing en vergeet onderweg niet te genieten.

  7. Dry Cleaning op Rock Werchter: Puzzelstukjes vallen verkeerd ★★★☆

    Waarom stond Dry Cleaning niet in The Barn geprogrammeerd? Wie deze prachtband op The Slope heeft gezet, verdient het te worden opgesloten in een geblokkeerde lift met de leden van Imagine Dragons.

    Je zal maar een mix van krasserige postpunk en laconieke poëzie moeten brengen op een groot rockfestival. En nog wel op een zonovergoten zijpodium waar normaal springerige puberpunkbands door de lucht vliegen. Het speelde Dry Cleaning duidelijk parten. Halverwege het veldje aan The Slope alwaar ongeïnteresseerde passanten stonden te klepperen bij een biertje bleef niet veel van de muziek over.

    De Londense band moet het dan ook hebben van de scherpe, soms hilarische huis, -tuin -en keukenpoëzie van frontvrouw Florence Shaw. Aan The Slope verzopen haar woorden jammer genoeg in de compressie van de microfoon waardoor het witty dichtwerk bij momenten werd herleid tot gegons.

    Tja, in dat geval blijft er gewoon lekkere postpunk over maar ook die viel nogal vlak uit. Waar was de kregelige gitaarriff van ‘Strong Feelings’ plots naartoe? Lag de geluidstechnicus in slaap? De bandleden waren zich duidelijk bewust van hun…euh…unieke positie. “We’ve got eighteen minutes of rock left”, klonk het bij Shaw uitgestreken. “En het volgende liedje wordt gespeeld door Flea”. Waarna de bassist zich geheel sarcastisch aan een slapje waagde. Wedden dat Flea Dry Cleaning een coole band vindt? Anthony misschien iets minder.

    Tuurlijk, over de songs hoort u ons hoegenaamd niet klagen. ‘Her Hippo’ smaakte verrukkelijk bitter. ‘Scratchcard Lanyard’ schonk ons een driftig lapje onversneden Wire. Puik hoor, alleen herbergde niet elke song die furie.

    In, pakweg, The Barn hadden alle puzzelstukjes wél netjes op hun plekje kunnen vallen. Krijgt deze band volgende keer alsjeblieft de kans om te excelleren?

  8. Joost: partijleider van de gabberpop ★★★★☆

    Joost op Rock Werchter.Beeld © Stefaan Temmerman

    De ochtend na Imagine Dragons, kermend op een brancard de schade aanschouwend, was de gabberpop van Joost Klein door de strot gehamerd krijgen een behoorlijk unieke ervaring.

    Joost kwam op als een middelbare schooljongen die te laat de klas kwam binnengevallen omdat hij net een nota had gekregen voor crack roken in de klas. Hij riep herhaaldelijk ‘suck my dick bitch’ – ik hoorde ‘stuur maar dickpics’ en meteen brak de zon door de wolken, al had het ook de fonkeling in de ogen van Stan Van Samang kunnen zijn.

    ‘Ome Robert’ was als een behandeling waarbij vastgekoekt oogprut verwijderd werd met dissolvant. Joost gaf op de Main Stage van Werchter een masterclass in de gemoederen bedaren. ‘Wachtmuziek’ ging over de ellendig lange wachttijden in de zorgsector. De Fries is de Yungblud van de Lage Landen: hij ploegt zich op onorthodoxe wijze een weg door taboes.

    Joost is de partijleider van de gabberpop. Met Vlaanderens zonnigste YouTuber Acid ging de meute collectief aan het hakken en moshen tijdens een chaotisch en uitzinnig ‘Go Acid!’, de komst van Walter Grootaers voor een cover van De Kreuners’ ‘Ik wil je’ was een dronken schot in de roos. Wat Joost op Rock Werchter bracht was very Generatie Nu, very verwarrend maar ook very verrukkelijk.

    ‘Papa en Mama’ zou een uitgespuwd familielid van Echo & The Bunnymen kunnen zijn. Ook ‘Crazy Frog’ passeerde de revue, wat typeert waar Joost Klein voor staat. Hij serveert in tegenstelling tot The Kid Laroi en trawanten geen eenheidsworst, maar stelt een tapasbord samen met gerechten die je – ondanks dat ze niet bij elkaar lijken te passen – zonder nadenken binnenspeelt. ‘Ik zie zelfs een paar oude mensen’, sprak hij. Joost kwam, zag en had iedereen mee.

    Ik heb Joost zijn broek zien afsteken op de Main van Werchter. Ik heb iemand met een rugzak van Jack Wolfskin haar knie uit de kom zien hakken. Ik heb een tribal boven een string zien uitsteken. Ik ben bijna uitgegleden in een plasje slijm van een Imagine Dragons-fan. Ik heb Joost zien huilen – oprecht huilen. Vijf minuten eerder had hij ‘wie heeft zich wel eens afgetrokken?’ gevraagd. Joost was raar, geniaal raar. elv)

  9. Optreden Red Hot Chili Peppers gaat door

    Het optreden van de Red Hot Chili Peppers op Rock Werchter vanavond gaat wel degelijk door. Dat meldt de organisatie op Twitter. Het optreden van de band was lange tijd onzeker omdat een concert van vrijdag in Glasgow werd afgeblazen vanwege een zieke.

    "De spullen van RHCP zijn er!", zo laat Rock Werchter zondag via de sociale kanalen weten. Op een kort filmpje is te zien dat er een flightcase met daarop het logo van de band op het podium staat.

    De Peppers schreven vrijdag op Instagram "diep teleurgesteld" te zijn dat de show in Schotland niet kon doorgaan. Naar een vervangende datum wordt nog gezocht. De Amerikaanse band begon vorige maand aan zijn wereldtournee. Op 10 juni stond de groep in het Goffertpark in Nijmegen.

    Eerder was het optreden van Metallica, de vrijdagafsluiter op Rock Werchter, ook al onzeker. Die groep moest afgelopen week ook een concert afzeggen toen iemand rond de band corona bleek te hebben. Metallica kon echter gewoon optreden.

    Op de laatste dag van Rock Werchter komen zondag ook onder meer The Killers, Royal Blood, Michael Kiwanuka en Kacey Musgraves in actie. Op het populaire Belgische festival komen traditiegetrouw veel Nederlanders af.

    Twitter bericht wordt geladen...

  10. Imagine Dragons: koning van de herhaling ★☆☆☆☆

    Imagine Dragons op Rock Werchter Beeld © Stefaan Temmerman

    Het is met Imagine Dragons zoals met de populariteit van Andy Peelman. Het moet verborgen camera zijn, een list van sadisten, een wraakactie van Thomas uit de lagere school met wiens voorhoofd ik ooit één keer te veel heb gelachen.

    Lees hier de volledige recensie.

  11. Grandson op Rock Werchter: fluttig en futiel ★☆☆☆☆


    GrandsonBeeld Koen Keppens

    Wie Twenty-One Pilots toch net een tikkeltje te gesofisticeerd vond, holde naar The Slope voor Grandson.

    Jordan Edward Benjamin weet zijn gelijkgestemden wel te kiezen. De Canadees werkte al samen met fijnproevers zoals Kesha, Steve Aoki, X Ambassadors, Mike Shinoda en KennyHoopla. Jaloers!

    Op The Slope sloeg hij ons om de oren met suikervrije Rage Against The Machine en kladjes waar de Rollins Band dertig jaar geleden vast smakelijk om zou hebben gelachen.

    Goed, het getuigde van lef om dat allemaal met slechts een drummer en een gitarist in de rug te flikken, alleen miste Grandsons songs daardoor ook meteen een broodnodige fond.

    De op pogo beluste moshers vooraan vonden het allemaal prima maar die zouden elkaars gebit ook aan gruzelementen hebben gekopt wanneer drie stomdronken kozakken ‘Ace Of Spades’ hadden gecoverd.

    “If you’re going through addiction shit we have your backs cause we have been there”, riep Grandson ongevraagd. Meteen erna vroeg hij iedereen tien seconden lang zichzelf voor te stellen aan een vreemde. Voortreffelijke angel dust gescoord op die manier, daar niet van.

    Het werd ons teveel toen hij in ‘Riptide’ blikkerige elektrobeats tussen de gitaarriffs pleurde. Nope, Grandsons fluttige, eendimensionale punkpop was te dun en te futiel om te blijven boeien.

    Dat toch behoorlijk wat lieden zich opperbest vermaakten, wijten wij graag aan hoge promillegehaltes. Of was het wanhoop? Je-m’en-foutisme?… Médelijden!? (svs)

  12. Jamie xx : je ne sais quoi, quoi? ★★★☆☆


    Jamie XX op Rock Werchter. Beeld Alex Vanhee

    Jamie xx serveerde dance voor de meerwaardezoeker, maar de meerwaardezoeker was murw. Lag het aan de hitte van de dag, Bicep dat de avond met een knockout had ingeleid, of was het toch weer dat verrekte je-ne-sais-quoi? Feit is: we wilden dansen, maar we stonden te denken.

    Het begon goed, want Jamie xx is natuurlijk niet zomaar iemand. Een man met awards op de schouw, binnen en buiten de dance, met en zonder The xx, en nog eentje met Gil Scott-Heron erbovenop. Wie kan dat zeggen vanachter zijn draaitafels?

    ‘Super High On Your Love’ ging over in zijn recente single ‘Let’s Do It Again’, en we leken vertrokken voor een post-corona feestje van heb ik je daar. De hekken van The Barn gingen zelfs even op slot – vol tot in de nok. Jamie stond er in silhouet bij, in zwartwit een beetje klungelig heupwiegend de dans leidend. Intussen deed hij met zijn vingers waar hij goed in is: songs inzetten, opbouwen, omdraaien, een drum weghalen, een bas overhouden, een nieuwe sfeer opbouwen, en je voor je het in de gaten hebt pal in een nieuwe song deponeren.

    Het bleef niet duren. Naarmate de lichtshow in zijn rug imposanter werd, leek Jamie de voeling met de knoppen te verliezen, en terwijl hij zelf verder danste, viel The Barn stil. Het kwart toeschouwers dat vertrok, miste een slotoffensief met een hoofdrol voor ‘Gosh’, en de dansbaarheid en aanstekelijkheid van een sluimerend ‘Blue Monday’ op instant repeat.

    Maar dat middenstuk dus. Zou ik het woord saai in de mond durven nemen? Soit, volgende keer beter, korter, gebalder of wat dan ook. Je ne sais quoi, quoi? (jub)

  13. Twenty One Pilots: Tyler Joseph horen rappen is zoals Alexander De Croo zien breakdancen

    Gevaar bleef tot op hét bewuste moment - een crescendo dat evengoed héél snel neerwaarts had gekund - steeds op armlengte. Twenty One Pilots had zich vooral een uitstekend circus getoond, een naar de waanzin lonkende jukebox die elke dertig seconden van stijl en toon wisselde (zelfs van oeuvre: zoveel covers!). Er liepen meer met allerlei rekwisieten zeulende roadies dan muzikanten op podium. Outfits werden gewisseld, mannen met gasmaskers besproeiden het publiek, mutsen en brillen gingen op en af en op en af, want... Ja, waarom? Een panische angst om te vervelen? Te veel last van aambeien om lang te blijven zitten?

    Beeld Alex Vanhee

    Nummers die als pianoballad begonnen, moesten wel eindigen met trompetten, discoballen én Skrillex-beasts. In de Twenty One Pilots-tourbus is het een gouden regel dat een in één trek uitgespeeld nummer een sáái nummer is. Frontman Tyler Joseph en drummer Josh Dun toonden zich zeerovers die zoveel mogelijk genres wilden kapen en uitbuiten. Whisky bij de koffie is lekker, maar Twenty One Pilots goot evengoed Fristi bij de Jupiler: reggae bij dance bij punk bij pop. Als je ze niet tegenhield, hielden ze nog halt bij pakweg Algerijnse diwan-muziek, of erger nog: pleegden ze een zoveelste aanslag op de hiphop. Tyler Joseph horen rappen is zoals Alexander De Croo zien breakdancen.

    Het duo omarmt spontaniteit zoals Morrissey gezond verstand. Ik vermoedde een stappenplan. Als Joseph even op de grond ging liggen, dan was dat niet omdat hem dat in the heat of the moment een goed idee leek, maar omdat dat zo in het script stond. Als Josh Dun een achterwaartse salto maakte, dan moest die zo getimed worden dat de rookkanonnen precíés bij landing begonnen te blazen. Ik vind dat dan een makke salto.

    Halverwege werd alles stilgelegd voor een létterlijk kampvuurmoment, met vuurkorf en al. Wat hoorde je daar? Elton John! The Temptations! De begintune van ‘Is ‘t nog ver?’! George Michael! De soundtrack van videogame ‘Halo’! Een Arno-hommage! (vvp)

    Beeld Alex Vanhee
  14. Kennyhoopla: leve de punk! Leve de anarchie ★★★☆☆

    Kennyhoopla: at het allemaal een rommeltje was daar aan The Slope was net het púnt. Beeld Koen Keppens

    Eerst het slechte nieuws: tjongejonge, wat was die KennyHoopla daar aan The Slope - toch zowat de vondelingenschuif van Rock Werchter - even káttenvals aan het zingen. Niet dat je daarvan uit je stoel hoeft te vallen: hij is protegé van blink-182-drummer Travis Barker, peetvader van een nieuwe lichting poppunk, en die heeft in zijn carrière zelden twee noten na elkaar in de juiste volgorde gezongen. Wie naar blink luistert voor de vocale accuratesse, kijkt wellicht ook naar Beerschot voor de doelpunten. Dat er véél geluid uitkomt, is voor KennyHoopla - vrij naar het Nederlands vertaald: JefkeHuppeldepup - het belangrijkste.

    Het goede nieuws dan: dat het allemaal een rommeltje was daar aan The Slope was net het púnt. Hier was tenminste plezier te beleven! KennyHoopla is maatjes met Machine Gun Kelly, maar bewees zich pakken minder onuitstaanbaar. Anno 2022 is Kenny meer blink dan blink: ‘Smoke Break’ had zo op ‘Enema of the State’ gekund. Bij grote hit ‘How Will I Rest...’ zong hij al crowdsurfend. Dat is dan het grote voordeel van vals zingen: hoef je je daar al geen zorgen over te maken. Geweldige tekst trouwens: ‘Hollywood sucks / Can you please move your Prius? / You are not fucking Jesus.’ Leve de punk! Leve de anarchie! Leve JefkeHuppeldepup! (vvp)

  15. Yungblud: een totale ravage ★★★☆☆


    Na zijn uren als loopjongen van Jommeke is Filiberke een onvermoeibare punkrocker. Op Rock Werchter trok Yungblud met de teletijdmachine van Professor Gobelijn naar de hoogdagen van de Sex Pistols.

    Dominic Harrison, alias Yungblud, is net als de Pistols in de seventies zeer uitgesproken en zeer succesvol, met het verschil dat de Britse ADHD’er geen controverse maar ontzag ontlokt. Sinds hitsingle ‘I Love You, Will You Marry Me’ is hij de spreekbuis van Een Generatie, steeds harder op de nagel kloppend dat wie van de norm afwijkt geen weirdo is maar een prachtmens.

    Yungblud wéét hoe hij de aandacht moet trekken. Door luid te zijn, bijvoorbeeld. Was Dominic Harrison een object, dan zou hij een megafoon zijn zonder geluidslimiet. Het is een vermoeiend ventje dat meer huisgenoten slijt dan onderbroeken, maar zijn luidruchtigheid wordt gelukkig altijd achternagezeten door potige punkpop waarop het gezellig moshen is met de glimlach.

    Beeld Joel Hoylaerts / Photonews

    Yungblud was veeleisend – in het geval van het 24-jarige een synoniem voor vermoeiend – maar de aanhouder wint. Hij vraagt ‘jump’, ‘scream’, ‘shout’ en ‘let it all out’ en herhaalt zijn bevelen desnoods honderd keer tot zijn wensen worden ingewilligd. “I was born in a messed up century” waren de met pek besmeerde woorden die tot een eerste circlepit leidden, en doordat ‘superdeadfriends’ niet door enkele honderden maar tienduizenden mensen – 12, 68 en alles daartussenin – werden meegebruld, werd duidelijk dat Yungblud voor niets minder dan een totale ravage ging.

    Dominic Harrison heeft de kids mee en zit in de constante fase dat ouders niet weten of hij nu een kinderlokker of een voorbeeldfiguur is. Dat zag je aan het gefrons en hoorde je aan het hoongelach in de verte, maar hij is beetje bij beetje de twijfelaars naar zijn kant aan het overschepen. Aan de klezmer op z’n Arctic Monkeys van ‘I Love You, Will You Marry Me’ alleen al had Yungblud genoeg om een grijns bij de sceptici een grijns af te dwingen.

    Er is niet veel veranderd tussen 2019 – zijn laatste keer op Werchter – en nu. Harrisons tong bengelt nog steeds meer uit zijn mond dan erin. Hij heeft in de tussentijd wel nieuwe succesvolle Red Bull-pop (onder meer ‘Fleabag’ en ‘Memories’) uitgebracht, maar voor een uur lang gas op die lollie schoot hij jammer genoeg nog tekort.

    Daar zat ‘m het verschil tussen 2019 en nu: het kwartier meer dat Yungblud moest vullen. Want laat 60 minuten gefascineerd kijken naar een rusteloze jongen in wiens woordenboek ‘doseren’ niet voortkomt, is nét te veel van het goede. (elv)

  16. Charlotte Adigéry & Bolis Pupul op Rock Werchter: Zonder dank ★★★★☆

    Charlotte Adigery & Bolis Pupul.Beeld © Stefaan Temmerman

    Ja, dat Charlotte Adigéry een superheldin is, wisten we. In KluB C verscheen de Gentse dan nog eens ten tonele in een catwomanachtige outfit. Ze verving er Clairo en hoe!

    “Ca va?” Adigéry kreeg meteen een bak gejuich van een bomvolle tent over zich heen. Ondertussen prutste kompaan Bolis Pupul aan de knoppen van zijn electronicabak die knetterende gulpen elektro over de hoofden uitbraakte. Hoekig en chaotisch bliepend, zo Belgisch als newbeat, Telex en Front 242.

    Radiohit ‘Blenda' was MDMA-kick en bolwassing tegelijk, met z’n vrolijk hobbelende beat en “Go back to the country where you belong”. Het koddige stripclubdansje dat Charlotte en Bolis vervolgens op ons netvlies brandden doet ons uren erna nog manisch grinniken. Ook geinig: ‘High Lights’, het pruikenliedje’, dat ons zelfs even aan OMD deed denken- die klinische, scheefgebogen synths!

    Een tien voor Charlottes spontane, lichtjes hilarische bindteksten. “Ik heb hier ooit gewerkt als hostesse: als Coca Cola girl. (droog) Dat was niet mijn ding”. ‘Stop Making Sense’ klutste vervolgens kwiek Jane Birkin en Tom Tom Club door elkaar.

    De stramme festivallijven kwamen eindelijk wat los bij ‘Patenipat’, theater én pop, Belgisch én Afro-Caraïbisch, lollig én loops. Het lijkt een hele uitdaging om een - laten we wel wezen - toch enigszins conservatief festivalpubliek mee te trekken in een trip vol arty minimalistische elektro en cheeky teksten. Zo stonden er bij ‘Bear With Me And I’ll Stand Bare Before You’ evenveel mensen te heupwiegen als verdwaasd naar het podium te staren.

    Dat ze op Rock Werchter iets als ‘Haha’ aandurfde - dadaïsme op een beat - verdient tien loftrompetten. Echt: hysterisch gelach dat ritmisch in een newbeatgroove valt? Benieuwd wat de verdwaalde Imagine Dragons-fan in de tent ervan vond. Of hebben ze die met een zenuwinzinking moeten afvoeren? Frank Zappa would have loved it.

    En ‘Ceci N’est Pas Un Cliché’ flikkerde een kokette kers op de taart. U durfde er zowaar op dansen. Meest onwaarschijnlijke Belpopclassic sinds ‘Rendez-vous’ van Pas De Deux, quoi.

    “We zijn zo fucking dankbaar”, klonk het. Nee, Charlotte, wíj́ zijn dankbaar dat de afwezige Clairo werd vervangen door jou en Bolis. Voor hetzelfde geld hadden ze één van die rottige punkpopbandjes van The Slope in de plaats gezet.

    Bon, Charlotte en Bolis waren Catwoman en Clark Kent op Rock Werchter. Wonder Woman en Peter Parker. Mega Mindy en Olly Wannabe. Zoiets. Geen dank dus. Thááááánk yóóóóuuuu! (svs)

  17. Jorja Smith op Rock Werchter: klaar voor de Galerij Der Groten ★★★★☆


    Jorja Smith op Rock WerchterBeeld Koen Keppens

    Grote klasse, die Jorja Smith. Van alle souldames die deze editie op Rock Werchter passeerden, stak zij er met kop en schouders bovenuit.

    Jorja Smith had meteen The Barn mee, eerst met het smachtende ‘Teenage Fantasy’, kordaat gestoeld op de jazzfunkgroove van haar zevenkoppige band. Daarna met de afrobeats van ‘Be Honest’. De talrijk opgekomen r&b-fans smulden er zichtbaar van. Pluimpje trouwens voor de wild roffelende drumster met haar waanzinnig coole afro. Te gekke look.

    Smith zag er bepaald ravissant uit en legde beter contact met het publiek dan ooit. In het verleden zagen we al veel minder beklijvende concerten van de Britse zangeres. Omdat ze te fel in zichzelf gekeerd bleek. Niet zo op Werchter waar ze met een stralende glimlach ‘Addicted’ zong, het fonkelende ‘February 3rd’ en het weergaloze ‘The One’, gebracht met de brille van Alicia Keys en Erykah Badu.

    U was duidelijk tuk op de slaapdronken funk van ‘Where Did I Go’ want u shakete uzelf een hernia. ”This might be the best show I’ve done all summer”, sprak Smith. Als ze dat eind augustus nog eens kan herhalen, geloven we haar.

    ‘Bussdown’ hield het op calypsopop - met prachtig harmoniërend zangkoor - en paste mooi bij de te snel voorbijgegleden zomerdag. ‘Blue Lights’ kan je met wat goeie wil een r&b-classic noemen: de song sloeg hoe dan ook gensters in de tent. ‘On My Mind’ stak de kop op als romantische nachtclubballad maar opteerde toch plots voor funky 2-step. Feestje!

    Een show van niveau. Jorja nadert de Galerij Der Groten waar Jill Scott, Badu, Keys en de geest van Amy Winehouse huizen. Nog even geduld. Eerst eens een memorabele, onuitwisbare plaat maken, zie. Wij duimen!

  18. Phoebe Bridgers: een herfstkleurige zonsopgang ★★★★★


    Phoebe Bridgers op Rock Werchter Beeld Koen Keppens

    Beeldschoon, rotgetalenteerd, gezegend met een ontembare coolheid en beslagen in poëtische volzinnen die je het leven in vers daglicht doen zien, sexy én jong én volstrekt onoverwinnelijk. Maar genoeg over mezelf: ik ging in dit stukje over Phoebe Bridgers dromen.

    Phoebe Bridgers, die in The Barn op Rock Werchter de ontroering van een heel festival in één set stopte. Phoebe Bridgers die bewees dat zachte indie en kribbige folk ook nog massa’s kunnen vervoeren. Phoebe Bridgers, met ‘r skeletjurk en heavymetalgitaar. Phoebe Bridgers die met één schuine blik - een monkellachje dat je overtuigde van een diepe wederzijdse verstandhouding - je hart deed kloppen in je keel. Phoebe Bridgers dus!

    Ze haalde haar nummers voornamelijk uit ‘Punisher’: over gerechten die voornamelijk uit het Hof van Cleve komen, zeur je ook niet. Elke ‘Punisher’-song werd in de geweldige visuals in een pop-upboekje gegoten. Zo nam ze ons in ‘Moon Song’ via het Griffith Observatory in haar thuisstad L.A. mee naar de maan - daar lagen we in mijn verbeelding lepeltje-lepeltje naast een onaangeroerde Aperol Spritz. Het ene nummer dat ze uit debuut ‘Stranger in the Alps’ haalde, was ‘Scott Street’: geschreven met de huidige drummer, haar ex-geliefde. Onbetrouwbaar individu, als u ‘t mij vraagt.

    ‘Garden Song’ was niet voor niets Humo’s Nummer Van Het Jaar 2020 - waarom ook niet 2021 én 2022? ‘Chinese Satellite’ leidde ze in door de abortuswetgeving in de VS te decimeren (‘heel cool om nog eens in een beschaafd land te zijn, dat van mij is fucked’). ‘I Know the End’, de apotheose, werkte toe naar een trompetgedreven freak-out die nóg prangender was dan de gelijkaardige uitbarsting van maatje Conor Oberst in ‘Road to Joy’ (dat uitzinnige slot van ‘I’m Wide Awake, It’s Morning’). Vijf minuten lang was het ‘t kostbaarste liedje op aarde. ‘ICU’ ging, zo vertelde ze, over ruziemaken met je moeder. En dus: over liefde. Met één lapje tekst vatte ze nietsvermoedend haar show samen: ‘I feel something / When I see you.’

    Phoebe Bridgers is een herfstkleurige zonsopgang: het mooiste is achter de rug, maar je moet de rest van de dag nog door. (vvp)

  19. Marcus King: bluesrockmachine ★★★★☆


    Marcus King op Rock Werchter festivalBeeld Alex Vanhee

    Omdat Blues Peer rustig heropbouwt, The Black Crowes verdwaald zijn en we voor een reünie van Led Zeppelin onze hoop stilaan in hologramland mogen leggen, stond Marcus King niet op een Limburgse maar op een Brabantse wei. King speel het soort rootsmuziek waarmee je speelruimte in België beperkt zou zijn, maar in de Verenigde Staten van Amerika een even groot fortuin kan vergaren als met het kweken van rodeostieren.

    King ziet eruit als het soort blanke bluesman die over tien jaar veel te vroeg gestorvan zal zijn, maar ik lul teveel. Lang zal hij leven! En dat deed hij in The Barn, ook al kon het na ‘The Payback’ van James Brown als intromuziekje op geen enkele manier nog beter worden.

    King is het soort box-to-box speler die alle gaten opvult, daar waar de zevenkoppige bluesrockmachine in zijn rug er nauwelijks laat vallen. Zonder zonnebril kom je bij hem trouwens niet het podium op, of toch niet op de eerste rij.

    Ik liet The Black Crowes en Led Zeppelin vallen, omdat Kings stemgeluid daar het meest bij aansluit, en het moet gezegd dat de man zijn pappenheimers kent. Wat hij zijn groep te spelen gaf, was niet van het niveau van die voorbeelden, maar wat hij zelf had geschreven was niet slecht, en verzandde nooit in gemusiceer zonder pointe. Er kwamen nog covers van: ‘When a Man Loves a Woman’ van Percy Sledge als rustpunt, en ‘War Pigs’ van Black Sabbath, de song waarop ik het hele optreden lang had staan te wachten.

    Marcus King was alles wat bluesrock anno 2022 op een festival als Rock Werchter kan, moet en mag zijn. Ik weet dat de vergelijking niet opgaat – ik heb thuis ook youtube – maar aan al mijn leeftijdsgenoten die Stevie Ray Vaughan wél nog live hebben gezien: shut the fuck up. (jub)

  20. Alec Benjamin: fuck you, James Blunt: ★1/2☆☆☆


    Alec Benjamin op Rock Werchter Beeld Koen Keppens

    Het is intussen 2022 en we dragen nog stééds de gevolgen van James Blunts succes.

    Op een bepaald moment blèrde Alec Benjamin, starend in een lege KluB C met zijn ergerlijke puppyblik, ‘punch my face, do it because I like the pain.’ Ik ging niet in op zijn verzoek, want ik ben tegen zinloos geweld, maar dat was een inschattingsfout voor de geschiedenisboeken.

    Ik had zomaar kunnen vermijden dat mijn buis van Eustachius ongevraagd en hardhandig werd gepenetreerd door een erfgename van James Blunt.

    Alec Benjamin probeerde ook heel hard Ed Sheeran te imiteren en aan de sporadische softrockuitbarstingen af te leiden, denkt hij dat stoerdoenerij nodig is om serieus te worden genomen. Maar het beste advies dat je de Brit kan geven, is dat pottenbakken ook een fijne hobby is.

    Alec Benjamin maakt typische singer-songwritermuziek die te matig is om op te zoeken hoe de nummers heten - door songs bij naam te noemen, zou ik onnodig een blik littekens opentrekken. ‘I love you’, zei Benjamin meermaals tegen de 163 hysterische fans die zijn Starbuckspoprock kennen van een darkroom op het internet. De liefde was niet wederzijds. (elv)

  21. Nothing But Thieves: kip met appelmoes ★★1/2☆☆


    Nothing But Thieves op Rock Werchter Beeld Koen Keppens

    Deze jongen, opgegroeid op een dieet van blink-182, Sum 41 en kip met appelmoes, zul je nooit horen beweren dat rock en radiopop geen gezellige entente kunnen onderhouden, maar hey: daarmee wil ik Nothing But Thieves nog niet goedpraten.

    Op Pinkpop stonden ze affichegewijs tussen Twenty One Pilots en Metallica geklemd, op het Werchter-hoofdpodium lokten ze vier keer zoveel volk als Gang of Youths onlangs op hetzelfde uur. Nothing But Thieves brengt iets tewéég, maar eerlijk: ik heb niet in de smiezen wat of waarom. Is hun succes te wijten aan hun spierbalrollende, maar onder het oppervlak volstrekt onschadelijke MNM-rock? Aan de herinneringen die ze oproepen aan Muse vóór die gekke sf-opera’s begonnen te schrijven? Aan de mengeling van kwetsbare frontman - Conor Mason heeft een stuk tekst van Radiohead op zijn arm getatoeëerd - en knappe gitaristen? Ze speelden een uur, van ‘Futureproof’ tot ‘Impossible’ - voluit staat die titel voor ‘onmogelijk klef’, met een melodie die trouwens wel errug hard aan ‘My Beloved Monster’ van Eels deed denken. Stuk voor stuk bleken ‘t als stampers vermomde zeemzoeterige ballads te zijn met gitaren in plaats van strijkers; Nothing But Thieves een boyband met een versterker.

    U deed er fraai uitgedost en belachelijk uitgeslapen uw zaak mee - ieder diertje zijn pleziertje - maar ik houd het voorlopig bij kip met appelmoes. (vvp)

  22. Sabrina Claudio op Rock Werchter: Daar komen baby’s van ★★★☆☆


    Sabrina Claudio op Rock Werchter Beeld © Stefaan Temmerman

    Sabrina Claudio? Je zou voor minder smelten tot een plasje borrelende karamel. Haar fluwelen r&b joeg menig hormonenpeil de hoogte in, ook al is ze geen festivalact.

    “Take care of me”, smeekte de met Cubaanse en Puertoricaanse roots gezegende Amerikaanse en meer dan één bewonderaar in The Barn zeeg neer op de knie om een ring te overhandigen (in ons geval het klepje van onze cola zero). Was het die spectaculaire jurk? Haar verzengende blik? Haar sentimentele sirenengezangen? Claudio joeg zowaar het vermoeidheidsdipje weg waarmee wij na 2 Werchterdagen worstelden.

    Je dacht aan Norah Jones, aan Sade, aan Kali Uchis en heel even aan de Rihanna van ‘Love On The Brain’. Succulente ‘baby making music’ dus, zoals de doorsnee homeboy dat noemt. Traag, slepend, jazzy, sensueel, hypnotiserend. Niet evident op een festival waar de poppunkkids reikhalzend uitkijken naar Nothing But Thieves en Imagine Dragons.

    Resultaat: een nagenoeg lege tent, zij het dat wie aanwezig was als in trance naar Claudio stond te gapen. “You guys are very attentive “, zei ze, “appreciate it”. Wij jou ook, Sabrina, en wil je nu alsjeblieft zachtjes het telefoonboek fluisterzingen tegen onze oorlel?

    Sorry, beetje moe dus. (svs)

  23. Yong Yello op Rock Werchter: enkel hole-in-ones ★★★★☆


    Yong Yello op Rock Werchter festival Beeld Alex Vanhee

    Je hoeft helemaal geen babyroos nektapijt hangen hebben of een minitieus geassembleerde sixpack bezitten om indruk te maken. Yello Staelens leek met zijn polo-in-de-pantalon en opgeblonken lakschoenen rechtstreeks van de golfbaan te komen en bleef in thema: Yong Yello deed in KluB C enkel aan hole-in-ones.

    Yong Yello, vroeger bekend als de geluidsarchitect van Glints en Noémie Wolfs, trad vorig jaar uit de schaduw als soloartiest met het zwáár onderschatte Marcel en het Magnetisme van de Goot. Hij heeft de andere muurbloempjes gedag gezwaaid en is er door het daglicht te trotseren achtergekomen dat er een zonneklopper in hem schuilt.

    Op papier is Yong Yello een rapper, maar weliswaar geen exemplaar dat met clichés en knullige tattoos aan elkaar plakt. Yello Staelens is in alles atypisch: in zijn stijl, zijn houding en de inhoud van zijn muziek. Yong Yello fuckt geen bitches, hij naait zijn demonen zonder condoom. In ‘Marcel’, ‘Waanzin’ en de titeltrack van zijn plaat was de Antwerpenaar een dronepiloot die de puinhoop van zijn leven overschouwde.

    Yong Yello op Rock Werchter.Beeld Alex Vanhee

    Hij heeft het in zijn popsongs over zijn gebreken, teringluid weerklinkend uit de monden van enkele duizenden fans. Yong Yello ontdekte in KluB C dat er een markt is voor hiphop die aaibaar lijkt maar eigenlijk keihard snauwt. ‘Super Mario’ en ‘Cirkels’ klonk live nog tien keer beter dan op plaat, wat Yello Staelens te danken heeft aan zijn band die voor vijftig percent een balkantrouwfanfare is en voor de overige helft superfans van Anderson Paak.

    ‘Ik hou van jullie’, zei Yello op een manier die schattig en ontroerend was, maar duidelijk niet gespeeld. Tussen elke song werd zijn naam steeds enthousiaster gescandeerd. Was dit dan de intrede van een nieuw twintiger-idool? (elv)

  24. Måneskin ★★★★☆

    Voorlopig staat er nog stééds geen maat op de populariteit van Måneskin. Met hun Songfestivalhit ‘Zitti e buoni’ behaalden ze een gouden plaat. En in Finland, Griekenland, Ierland en Polen werd het zelfs platina. 'Zitti e buoni' is overigens de allereerste Italiaanse hit in Groot-Brittannië sinds Luciano Pavarotti, en dat is ook alweer ruim dertig jaar geleden. Hoe deze Italiaanse furie het er van af bracht, leest u straks hier. 

    Lees de recensie.

  25. De Peppers komen!

    Twitter bericht wordt geladen...

    Het optreden van Red Hot Chili Peppers op Rock Werchter gaat wel degelijk door. Gisterenavond werd drummer Chad Smith bij de lurven gevat in Brussel, terwijl de band net een show in Glasgow had geannuleerd wegens ziekte. "Maar hij zei me dat het optreden op Werchter goedkomt", vertelt Brusselaar Dimitri Strobbe, die de artiest kort kon spreken aan het stadhuis. Een officiële bevestiging is er evenwel nog niet.

  26. De zanger van Goldband breekt zijn enkel op het podium


    De zanger van Goldband breekt live zijn enkel.Beeld © Stefaan Temmerman

    Arbeidsongeval op dag drie. Toch moet je al van ver komen om een show van Goldband stil te leggen.

    "Ik wou even stoer doen en van het podium springen", sprak Boaz Kok, voor hij een paar meters lager tegen de grond smakte: "Mijn enkel is helemaal naar de klote." Na zorgen van het Rode Kruis tijdens het volgende nummer bracht Kok de rest van de set hinkend door. Hoe(jvl) de set vond, leest u hier. 

  27. Metallica ★★★★★

    Een auto die op een muur afstevent, een trein die van de rails gaat, een komeet die afstevent op de aarde: op dát punt van impact speelde zich de headlinerset van Metallica af.

    Beeld © Stefaan Temmerman
    Beeld © Stefaan Temmerman
    Beeld © Stefaan Temmerman
  28. Turnstile: in de vitrine, voor het vergrootglas ★★★★☆


    Turnstile op Rock Werchter.Beeld © Stefaan Temmerman

    Wat een upgrade! Aanvankelijk had Rock Werchter Turnstile geboekt voor de vroege vrijdagnamiddag in The Barn. Na het afzeggen van eerst Sam Fender en daarna Greta Van Fleet wisten ze zich tot hun eigen stomme verbazing gepromoveerd tot een avondslot op de Main Stage: de hoogste trede op de trap naar Metallica.

    Turnstile, een naarstig aan de weg timmerende hardcoregroep uit Baltimore, is al lang een slecht bewaard geheim onder alternatieve gitaarfans. Beloftevol, terecht gehypet en zeer getalenteerd. Maar een Main Stage op Rock Werchter? Nee, de band had zelf moeite om het te geloven. Met een energieke en zeer strakke set gaven ze die verbazing echter geen zuurstof.

    Wat Turnstile van an­dere hardcoregroepen en harde rockgroepen onderscheidt en wat hen dezer dagen beter maakt dan de con­currentie, is hun swing, hun gevoel voor humor, de verschillende invloeden die ze samenbrengen zonder dat het op een pastiche gaat lijken, hun fuck you-houding en de cocktail van verschillende persoonlijkheden: een drummer uit de hardcore-scene, een gitarist met een voorliefde voor seventies metal en een Jerommeke met straffe teksten aan de microfoon.

    De vijf groeiden op met songs van Rancid, Madball, Agnostic Front, Fugazi en Rage Against the Machine. Hun bassist laat zich Freaky Franz noemen: tijdens de laatste song stroomde het zweet van zijn petje. ‘Anyone here to see Metallica? Dit nummer is voor hen’: ‘Canned Heat’ was een korte maar zeer krachtige adrenalinestoot.

    ‘Moon’ werd aangekondigd met ‘This song is about the moon’, ‘HOLIDAY’ klonk – niet als het enige nummer in deze set – als een goed huwelijk tussen (proéf die combinatie) Jane’s Addiction en Bad Brains. ‘UNDERWATER BOI’ was geweldig, ‘T.L.C. (Turnstile Love Connection)’ nog beter.

    Ik lees ergens dat sommige fans de Main Stage een vergiftigd geschenk vonden voor Turnstile: onzin. Uiteraard was hun passage in de Muziekodroom vorige week nog een stuk strakker, maar bijna iédere band komt beter tot zijn recht in een kleine zaal. Turnstile stond vandaag in de vitrine en voor het vergrootglas, ik zag een band die die kans met handen, voeten en hamertenen heeft gegrepen, en ik vermoed dat ze duizenden zieltjes bij hebben gewonnen in België, mensen die de band anders nooit zouden hebben zien spelen. Veni, vidi, dinges! (fvd)

  29. Moderat: affentittengeil ★★★★☆

    Moderat op Rock Werchter festivalBeeld Alex Vanhee

    Zeer blij weerzien: Moderat, het Berlijnse trio dat ooit voor de leut ontstond uit een samenwerking tussen de harde lijn van Modeselektor en de aanstekelijke melancholie van Apparat, had er net een paar jaar de stekker uitgetrokken.

    Redenen genoeg om Moderat niet te missen op Rock Werchter. Op vrijdagavond waren ze het enige alternatief voor de festivalbezoeker die geen zin had in Metallica. De enige optie voor wie dit weekend een club-avond wou maken. Een buitenkans voor de fan die geen tickets had kunnen bemachtigen voor de drie uitverkochte AB-concerten dit najaar. Ze waren hier vermoedelijk ook het enige trio dat het noodgedwongen als duo moest doen. Sebastian Szary zat ziek thuis. Sascha Ring daarover: ‘Het is kak. Maar er was de voorbije jaren zovéél kak, dit kon er nog wel bij.’

    Het nieuwe ‘MORE D4TA’ is hun pandemieplaat – ‘Toen we eraan begonnen was Trump nog president, toen we het net hadden afgewerkt stuurde Poetin tanks naar Oekraïne: crazy!’ – en de nieuwe tracks pasten vanavond met gemak tussen de oude. Ring is een frontman die geen grote gebaren nodig heeft om een gezellig gevulde Barn uit zijn hand te laten eten.

    Moderats digitale wall of sound klonk zonder Szary bovendien niet minder indrukwekkend als anders. ‘Rusty Nails’, ‘Running’, ‘NEON RATS’, ‘Reminder’, ‘UNDO REDO’: pet, pets, péts. Maakte het af: double whammy ‘Bad Kingdom’ (die met de sample van het bronstige olifantengetoeter) en ‘A New Error’ (hun spanbetonnen evergreen en een mijlpaal in meer dan één genre). Affentittengeil. (fvd)

  30. Lous and The Yakuza op Rock Werchter: Een béétje meer gevaar graag ★★★☆☆


    Lous and The YakuzaBeeld Koen Keppens

    Niet alleen STIKSTOF stond vandaag als gek Brussel te ‘representen’, ook Lous and The Yakuza hevelde een morzeltje hoofdstad naar Werchter over. Bij haar was het resultaat wisselvallig.

    Zeker, ‘t Was cool hoe Lous haar stem liet hikken en stuiteren in ‘Tout Est Gore’. De kosmopolitische Brusselse dompelde haar zang bovendien in AutoTune - hey, wie doet dat tegenwoordig níet in de r&b? - waardoor er soms iets robotisch en klinisch over haar hing.

    Minder geslaagd was het idee om de futuristische beats van haar fantastische singles te vervangen door een driekoppige liveband. Het liefst wil je immers geloven dat Lous écht een androïde is, één geworden met haar elektronica. Niet de zoveelste popzangeres met een generische stadionband in de rug.

    Haar bindteksten deden even knullig aan. Ze was Belgische, zei ze in het Engels. “I sing in French. I’m from Congo and Rwanda too”. En dat ze als kind al droomde van een plekje op de Werchteraffiche. Echt?

    De hits? Die werden verbouwd. ‘Bon Acteur’ tot tavernefusion. ‘Kisé’ tot diepgonzende bass music terwijl ze kwiek met de heupen schudde. ‘Solo’ tot een pianoballad.

    In ‘Messes Bases’ turnde ze een plagerig speelplaatsdeuntje om tot ultracatchy hitparadepop. ‘Dans La Hess’ kwam uit de school van Brandy en had een funky flangerbasje in de onderbuik.

    Lous and The YakuzaBeeld Koen Keppens

    Het publiek schommelde beleefd mee of joelde enthousiast toen Lous zei dat we binnenkort haar nieuwe plaat mogen verwachten. Daaruit kwam ‘Quatre Heures Du Matin’, een song over vrouwenrechten die ze opdroeg aan de vrouwen in de VS die lijden onder de beslissing van de opperrechters aangaande abortus.

    Laten we wel wezen: op compositorisch vlak is er soms nog wat werk aan de songs van Lous. In Werchter klonk het boeltje soms te loom, gebeurde er te weinig binnen de liedjes of misten sommige melodieën spankracht.

    Het Gorillaz-achtige ‘Monsters’ trof dan weer wél doel, evenals ‘Amigo’ - wat een song! - dat het feestje eindelijk op gang trok. ‘Dilemme’ bleek de meezinger van de show.

    Lous toonde zich waanzinnig getalenteerd, ja, en een spectaculaire verschijning, maar live ontbeert ze vooralsnog het gevaar en de mystiek die ze op plaat en in haar video’s uitstraalt. Misschien toch eens te rade gaan bij maestro Stromae? (svs)

  31. Lewis Capaldi: een bazooka in je gezicht ★☆☆☆☆


    Lewis Capaldi op Rock Werchter.Beeld Koen Keppens

    Het moet gezegd: Lewis Capaldi doet dat uitstékend als de door Spotify ingelijfde Schotse komiek die hun door algoritmes ontworpen liedjes met zachte zelfspot inzingt. Soms zou je zelfs zweren dat iets als ‘Before You Go’ of ‘Someone You Loved’ gewoon door een méns is geschreven.

    Nee hoor: wie hiervoor al fan was van de sympathieke Brit - ‘kunnen we samen zo gedeprimeerd mogelijk zijn de komende veertig minuten?’ - zal door zijn aantreden op de Main Stage geenszins ontmoedigd zijn in de toekomst nog naar zijn omvangrijke liefdesliedjes te luisteren. Zo gaat dat. Maar ik kan er niet aan doen! Toen ik ‘m in ‘Don’t Get Me Wrong’ naar een parmantig crescendo hoorde zingen, of toen ik tijdens ‘Bruises’ hoorde hoe hij wáchtte op deelname van het publiek, kon ik niet anders dan denken: voor Lewis Capaldi zijn emoties pas emoties als ze met een bazooka in je gezicht worden geknald. En noemen ze dat dan niet gewoon sentiment?

    Geinig is-ie wel. Toen hij een stel verward in hun baard krabbende Metallica-fans in het publiek zag: ‘Mijn verontschuldigingen, heren!’ Na drie nummers: ‘Aan iedereen die het maar niks vindt: sorry, het wordt écht niet meer beter!’ Wanneer hem om nieuwe nummers werd gevraagd: ‘Ik was een lazy cunt tijdens de lockdown: in plaats van nieuwe nummers te schrijven, heb ik gewoon gemasturbeerd.’ Maar in de plaats wél Vanessa Carlton coveren? Dat is zoals niet kunnen kakken, maar wel in een ander z’n beerput duiken. Nee? Vooral bijgeleerd vanavond: een live oké gebracht ‘Someone You Loved’ zal desalniettemin nooit méér zijn dan ‘Someone You Loved’.

    Laatste bindtekst: ‘Als je genoot van deze set, vertel er dan over tegen iedereen die je ooit ontmoet hebt. En als je het niks vond, keep it to your fuckin' self.’ Ik zwijg als de nacht. (vvp)

  32. Haunted én geil: The Haunted Youth ★★★★☆

    The Haunted Youth op Rock Werchter.Beeld Alex Vanhee

    The Haunted Youth overtuigde op Rock Werchter de bloemetjesjurken én de opbollende Metallica-T-shirts. The Regrettes zegden af voor Rock Werchter, maar spijt had had niemand daar nog van na veertig minuten The Haunted Youth.

    Joachim Liebens, want zo kennen ze The Haunted Youth in de suburbs van Hoeselt, ziet er met zijn werkmanspet en geblondeerde haarplukken voor de ogen eerlijk gezegd niet uit als een man met een plan, laat staan een plan dat in 24 uur tot volle wasdom komt. Maar kijk, de man stond amper vijf minuten op The Slope en zijn hele wereld stond er, van donderwolken tot dampende bodem.

    Vorig jaar zagen we deze man op een paar anderhalvemeterfestivals en vonden we hem iets te vaak op dezelfde plak melancholie kauwen. Tempo, sfeertje, groove: het leek een formule. Maar in deze set zat méér: meer reliëf, meer vrolijkheid, meer tristesse. Dat vonden ze rondom ons ook: plots stond het melomane deel van de mensheid zich rijen dik aan The Slope te vergapen. T-shirts van Metallica die opbolden, luchtige zomerjurkjes, grijzende coupes en zonnebrillen: allemaal aanwezig, allemaal voor de bijl.

    ‘Gone’ eindigde in stoner, ‘Shadow' zette met lichte tred de estafette verder en daarvoor deed ‘Teen Rebel’ wat een hit moet doen. Naast Liebens, die zijn riffjes meer dan eens uit dezelfde poel van reverb plukte, is toetsenist Hanne Smets de muzikale motor van deze gerodeerde band. New wave, indiepop of echo’s van industrial, de hele geschiedenis van de synthesizer leek aan haar vingertoppen te liggen.

    Op het einde kwam een fijne dienstmededeling: op 15 november prijst The Haunted Youth zijn debuutplaat aan in de AB. Sta ons toe daar veel van te verwachten.

     

  33. Bazart overtuigt met grote zjaar ★★★★★

    Bazart was magistraal op de Main Stage van Rock Werchter. Bazart was zo magistraal dat zelfs metalheads, die net een bakje bloedzuigers hadden verorberd, in katzwijm vielen. Lees hier ons verslag.

    Beeld Joel Hoylaerts / Photonews
  34. IDLES: geen hol op af te dingen ★★★★★

    Idles op Rock WerchterBeeld © Stefaan Temmerman

    IDLES: het nijdigste, meest entertainende, vuilste, meest intense, échtste, zelfs verrassend hartverwarmendste en domweg beste Werchter-concert tot nog toe, een vuile bitterbal – krokant van buiten, bloedheet van binnen.

    Joe Talbot is een frontman die energie tankt door zich tijdens het refrein van openingssong ‘Colossus’ met gebalde vuist in het gezicht te kloppen. Een frontman die, als hij wil afkoelen, omhoog spuwt en het spuug met zijn voorhoofd opvangt. Ene die eerst ‘Belgium’ roept en dan, wanneer hij merkt dat het publiek wat mak reageert, antwoordt met ‘What’s the matter? You don’t like your country?’ Een halve zot die XXX. Een frontman met aders als gespannen staalkabels op zijn voorhoofd tijdens ‘Car Crash’. De echtste frontman die ik hier dit weekend al zag, ook.

    En IDLES is een band die – op basis van karakter, charisma en energie – eigenlijk vijf frontmannen telt. Mark Bowen, de man in enkellange Kurt Cobain-jurk, kwam voor de doorbraak van IDLES trouwens aan de bak als tandarts in Fulham. Doe daar je mond voor open!

    Kippenvel dat hard genoeg prikte om er een vleesmes aan te scherpen tijdens ‘Mr. Motivator’, waarbij Talbot als een drachtige mustang het podium afdweilde. Tussendoor deze bindtekst van de dag, wanneer hij het over zijn geïnfecteerde, gezwollen, karmozijnrode been heeft: ‘Het voelt alsof het op ontploffen staat. Het voelt ook alsof al mijn exen ernaar zitten te kijken, te wijzen en te lachen.’ En daarna: een weelderig, schonkelend, machtig ‘The Beachland Ballroom’.

    Ook heel goed: ‘A Hymn’, voorafgegaan door een gesprekje met enkele Metallica-fans op de eerste rijen: ‘Can James Hetfield do THIS?’, waarna een spastisch buikdansje volgde.

    ‘Fear leads to panic/Panic leads to pain/Pain leads to anger/Anger leads to hate’: ‘Danny Nedelko’, de spionkopmeezinger from hell, was een viering van open grenzen, open geesten en open armen: ‘This is a celebration of opening your gates to immigrants and to the effects they have on you and your country, and it’s fucking beautiful.’ En dan, droog: ‘Don’t worry, I’m not going to stay.’

    IDLES was, kortom, wat het moest zijn. ‘Gracias. Grazie. Merci. Arrigato. Fuck.’ Vijf sterren, want hier viel geen hol op af te dingen.

  35. INHALER: Tongkus, maar kan beter **1/2

    Inhaler op Rock WerchterBeeld © Stefaan Temmerman

    Wie omstreeks vijven in The Barn de ogen toekneep tot spleetjes, contactlenzen uitdeed én een kartonnen traytje pils roekeloos achterover kapte, was formeel: op het podium stond niemand minder dan Bono anno ‘War’ uit 1983 of zelfs ‘October’ twee jaar eerder. Niets van aan: wél was het zijn zoon Eli Hewson (22) en zijn los vanuit de heup op minstens middelgrote voetbalstadions mikkende groepje Inhaler. Uit Dublin natuurlijk, waar ze maatjes zijn met Fontaines D.C. en The Murder Capital. Eerder vandaag kregen ze een shout-out van IDLES, maar helaas: die waakten op jaloerse wijze over hun vijf fonkelende, welverdiende sterren.

    Wie zich waagde aan Inhaler waagde zich aan een streep Kings of Leon, en af en toe een struikelstapje over het oeuvre van Keane - zo stoot een mens al eens zijn scheenbeen. Maar alla, voor prille twintigers is Inhaler een strakke, goed geoliede, wulps musicerende band. Ze zijn begonnen door mond-op-mondbeademing toe te dienen aan de rock-’n-roll in Ierland en zijn geëindigd met een - hóór dat The Barn-publiek joelen - in méér uitmondende tongkus: met nummers als ‘When It Breaks’ en ‘Your Honest Face’ bewijzen ze het te kunnen. Maar al te vaak (‘It Won’t Always Be Like This’, ‘My King Will Be Kind’) bleven ze steken op standionrock met een coltruitje van Ralph Lauren.

    Het was al bono, maar het kan beter. (vvp)

  36. STIKSTOF: Grizzly's van karamel ★★★★☆


    Stikstof op Rock WerchterBeeld © Stefaan Temmerman

    “Fok uw rolmodel, uw moeder neuk ik morgen wel!” Duizenden opgehitste festivalgangers die meebrullen dat ze the dirty met onze mammie willen doen? Nou! Nodeloos te zeggen dat STIKSTOF impact had op Werchter.

    U wilde dus punk op uw festival? Die vond u niet noodzakelijk alleen bij het kransje skatepunkers of überhippe hardcorebands op de affiche. De moddervette subbas waarmee STIKSTOF aan het begin van de show menige maag, darmen en schaamstreek beroerde, was harder dan de heftigste blastbeats. “FAMILIE BOVEN ALLES!!!”, bulderde het bataljon hondstrouwe soldaten in de tent mee. Niemand zo hardcore als Gorik en de zijnen

    De Brusselaars aarzelden evenmin om al vroeg in de set met het mijmerende ‘Spiegel’ op de proppen te komen, een track over mentaal verval. “Deze shit komt uit ons hart”, aldus Zwangere Guy, “deze shit is waartegen we vechten: onze demonen, onze duivels”. Guy, “Drie maanden en 26 dagen sober”, heeft van goudeerlijke ontboezemingen tijdens concerten zijn handelsmerk gemaakt. In The Barn surften hij en zijn compadre Jazz vaardig over de sinistere beats, verbeten en lichtjes hondsdol. Tony Montana na een needlespiking.

    Zwangere Guy in Zwart-WitBeeld © Stefaan Temmerman

    'Gele Blokken’ rapte iedereen van voor naar achter mee, tot buiten de tent. Mogen wij van een cultklassieker spreken? Jawohl! “Rock Werchter zijn jullie chaud?!” Zwangere vroeg het wellicht oor de vorm want de spionkop met duizend monden brulde “jhoooaaaa!” en braakte vervolgens moderne stadspoëzie zoals “Gijse vieze vuile fokking hoerezoon!” Guido Gezelle, steek ‘m waar de zon nooit schijnt.

    In ‘Familie Boven Alles’ gromde Guy rauw als een raggarapper. ‘Grondleggers’, doorspekt met de ruwe scratches van DJ Vega, voelde aan als een gemeenschappelijke intentieverklaring. "Voor de wijk voor de buurt!" Want de wijk is van iedereen. Mi barrio es tu barrio. Ook al was de barrio in dit geval een lapje graasland.

    Yup, The Barn was heel even Sainte-Cathérine. Stuiteren over kinderkopjes. Schuimbekken als een fontein. “Zijn jullie klaar om de tent te slopen, motherfuckers?”, polste Zwangere terloops. Kennelijk. Twee moshpits tot voorbij de PA waren hoe dan ook het type vijvertjes waarin je je mammie niet wil zien verzuipen. Zonen, dochters, neefjes en nichtjes kolkten vrolijk door elkaar richting frontstage om er aan te spoelen in gelukzaligheid. Als je je dan toch op een festival een hersenschudding wil moshen, dan het liefst op beats uit BXL.

    Ach, ‘t Zijn misschien grizzly’s, die van STIKSTOF, zij het met een karamellenhartje. Zo bleek toen Jazz even zijn peuterdochtertje op de arm nam en een vertederde Guy haar de microfoon gaf. Niet dat dat het kannibalisme in de tent temperde. ‘Ambras’ mocht nog 1 keer met orkaankracht over de plankenvloer denderen, terwijl de rappers het publiek tot ver achterin de tent uit elkaar dreven om de lekkerste moshpits van het weekend te creëren. Ja, dat was kicken, hé kids?

    STIKSTOF hield zich niet in op Werchter. U ook niet. Verrassend kunnen we zijn show intussen nog bezwaarlijk noemen maar de doorsnee B-52 hoor je nu ook eenmaal al van ver aankomen. Benieuwd hoe Brussel's finest zich na dit succesvolle hoofdstuk zullen heruitvinden. Maar komt ongetwijfeld goed. "All I have in this world are my balls and my word", zei Tony Montana al, "and I don't break 'em for no one!" (svs)

  37. Miles Kane: okselhaar en gitaar ★★★1/2☆


    Miles Kane op Rock WerchterBeeld Alex Vanhee

    Mea culpa, mea maxima culpa! Bij aanvang van deze show dacht ik nog: ‘Miles Kane, is dat niet het behulpzame maatje van Alex Turner van de Arctic Monkeys - samen bestierden ze het heerlijke The Last Shadow Puppets - zoals Watson het behulpzame maatje is van Sherlock Holmes: verre van waardeloos, maar grijzer, braver, minder briljant?’ Na hem de Main Stage vakkundig in de prak te zien spelen, zeg ik: dat die omhooggevallen Turner nog wat verder in zijn eigen gat kruipt, híér is waar de fun te beleven valt!

    In de eenvoud toont zich de meester, en dus gingen de teksten van ‘ay-aay’ (‘Don’t Let It Get You Down’) over ‘papapa papapapa’ (‘Never Get Tired of Dancing’) en ‘aa-aaah, oo-oooh’ (‘Come Closer’) tot ‘lalala lalalalala!’ (‘Don’t Forget Who You Are’). Wildste vondst: in ‘Blame It on the Summertime’ (steengoeie titel) pleegde ‘oo-ooh’ op ‘no-ooh’ te rijmen - voorzichtig, of daar komen Pulitzers van. En anders wel een Beatles-cover: ‘Don’t Let Me Down’ was drie minuten samengebalde pret. In nummers als ‘Cry on My Guitar’ zat geen theelepel duisternis, alleen de wilde vreugde van een plectrum dat tegen een stel half gestemde gitaren wordt geraspt. Voor de apotheose van ‘Don’t Forget Who You Are’ - aangezwengeld door het publiek zélf, terwijl Miles, nochtans zichtbaar een Liverpool-supporter, er beheerst naar stond te kijken - is ooit, eventueel door een ondernemende Werchterse boer, de festivalweide uitgevonden.

    Miles Kane is een man met okselhaar en een gitaar: meer moet je daar niet van maken, maar minder - up yours, Alex Turner! - al helemáál niet. (vvp)

  38. Sum 41 kreeg het middagblok, maar gaf het terug als een headlinerset

    Sum 41 op Rock Werchter Beeld Koen Keppens

    Sum 41 was de pineut: hun set werd door logistieke trubbels niet alleen verplaatst, maar ook vervroegd. Daar sta je dan met je wereldhits voor een niet zo wakkere wei.

    Niet zo wakker? Goeie grap, minstens twintigduizend man had z’n wekker hiervoor gezét. Aan de ingang was het rond twaalven al drummen, aan de main stage liep het sfeervak voller dan dat de zon hoog stond en op het podium leek er wel een headliner te hebben gesoundcheckt. Sum 41 had niet alleen een kolossale lichttekening van thuisstad Ontario meegenomen, maar ook een metershoog half skelet. De catwalks die al klaar lagen voor Metallica vielen niet eens uit de toon.

    De Canadese koningen van de poppunk gaven u meteen de nostalgie waar u voor kwam. ‘Motivation’, uit het eenentwintig jaar oude ‘All Killer No Filler’, liet de dubbele basdrums bulderen en twee zuchten later was het alweer aan ‘The Hell Song’, inclusief gitaarsolo. Hoofdkaas Deryck Whibley trok zijn sprintjes met de vinnigheid van een tiener en dat hij zijn grootste hits een paar ouderdomstonen lager zong dan vroeger, deed niemand wat.

    Want de echte ster van deze trip naar de Herinneringslaan was het publiek. Vooraan doken een paar honderd katerkoppen als jonge honden de moshpit in, daarachter ging de meute aan het klappen tot halverwege de middentoog. Tussen de bezwete hoofden hing het verlangen naar de állergrootste hits van Sum 41. ‘In Too Deep’, ‘Fat Lip’ en ‘Still Waiting’, de heilige drievuldigheid die ontvangen werd alsof het Paaszondag was.

    Sum 41 op lunchtijd, het doet denken aan de witte boterhammen met omelet die mama in mijn rugzak staak voor de schoolreis naar Bokrijk: pure nostalgie, niet te moeilijk en alles wat je nodig hebt om de rest van de dag door te komen. (jvl) 

  39. Sans Soucis op Rock Werchter: Liever onder een hoofdtelefoon ★★☆☆☆


    Sans Soucis op Rock WerchterBeeld © Stefaan Temmerman

    Wakker worden met Giulia Grispino? Er zijn slechtere manieren om aan je dag te beginnen. Onder het alias Sans Soucis verdreef ze de stofnetten uit onze slaperige kop.

    KluB C was leeg toen Sans Soucis eraan begon. Bijgestaan door een bassende beattovenaar kroop de Londense Italiaanse diep in de muziek van haar fraaie ep’tje On Time For Her. Ze beschikt over een schattige, wendbare soulstem, frivool en feeëriek, en haar gestoei met vooropgenomen zangharmonieën deed aan Ibeyi denken.

    Zelf zegt ze de mosterd te halen bij Solange, Little Dragon, Laura Mvula en Hiatus Kaiyote, ook vrouwen die op sensuele wijze Afro-Amerikaanse roots aan etherisch experiment durven koppelen. In Werchter voegde ze daar prettig ploppende housebeats aan toe, van het type dat uitstekend aardt onder een hoofdtelefoon.

    Jammer dat ze het moest stellen met nauwelijks tweehonderd aandachtig luisterende bewonderaars. Aan de andere kant van het Kanaal tippen nochtans de meest jazzy trendspotters haar als Grote Belofte. Zou kunnen, maar vooralsnog is ze op het podium toch nog wat te lieflijk en mist ze hoogdringendheid.

    We blijven haar in de gaten houden. Beloofd! (svs)

  40. Na Metallica zorgen ook de Peppers voor kopzorgen op Werchter

    “Vanwege ziekte zullen Red Hot Chili Peppers niet in staat zijn om vanavond, op 1 juli, op te treden in Glasgow", zo maakt de band bekend op sociale media. Wat dat betekent voor Rock Werchter, waar de band zondag de Main Stage zou afsluiten, is nog niet bekend. Eerder dreigde het concert van Metallica ook in gevaar te komen door een coronabesmetting, maar zij staan vanavond gewoon op het podium.

  41. Pearl Jam bedwingt de demonen van het verleden ★★★★☆

    Pearl Jam op Rock Werchter 2022Beeld Koen Keppens

    ‘Even Flow’ werd halverwege stilgelegd toen Eddie Vedder in het publiek een paar groepjes mensen in de problemen meende te zien. “Wie in adem- of andere nood verkeert: geef een signaal en we helpen je verder. Het is maar een concert.”

    Het trauma van Roskilde is na twee decennia nog steeds niet verteerd. Die woede, dat verdriet en die onmacht vertaalde Pearl Jam wél naar een weergaloos slotconcert in Werchter. Lees hier ons verslag

  42. Het Moment / donderdag: de pleister van Pearl Jam


    Pearl Jam op Rock WerchterBeeld Koen Keppens

    Pearl Jam is een band die graag grossiert in Grote Emoties. En toen Eddie Vedder stilstond bij de droevige verjaardag van het Roskilde-drama, gaven hun fans een boel Grote Emoties terug.

    “Bedankt om voor elkaar te zorgen, bedankt om ons door de nacht te helpen. We houden van jullie.” Het statement dat Eddie Vedder omstreeks één uur - heel vroeg op vrijdagochtend sloot zijn band Pearl Jam de donderdag af - over de wei liet rollen, is van het type waarvoor ik doorgaans beleefd-en-meer-ook-niet applaudisseer. Maar niet nu, niet hier. Dit was méér dan de obligatoire boodschap van liefde waarmee je een verzadigd publiek de nacht instuurt.

    Exact 22 jaar eerder en een dikke 700 kilometer verderop had Pearl Jam, net als vannacht, ‘Daughter’ gespeeld, alvorens hun set op het Roskilde-festival vroegtijdig af te sluiten. Negen mensen waren op dat moment overleden, verstikt door een verdrukkende festivalmassa op een regenachtige 30ste juni. “De ergste dag uit het leven van zo veel mensen”, herinnerde Vedder zich op Rock Werchter alvorens hij ‘Long Road’ zou inzetten. De vele euh’s in zijn stamelende speech deden me vermoeden dat het ook voor hem de slechtste dag van zijn leven was.

    Eddie Vedder van Pearl JamBeeld Koen Keppens

    Een uurtje voor Pearl Jam begon, had ik vanuit de De Morgen-stand een foto getrokken van de roze sluierwolken - een restant van de hevige regen eerder op de dag - die de zonsondergang wonderbaarlijk maakten. Maar het mooiste lichtspektakel was dat van 60, 70, 80.000 oplichtende telefoons - aantallen schatten is m’n sterkste kant niet - tijdens ‘Long Road’, weemoedig omhoog gehouden op Vedders verzoek.

    Dat helle, koude, witte licht van een smartphone-zaklamp werd plots een warme gloed van herinnering en mededogen. Op hun door Roskilde getekende gemoed plakte Pearl Jam een pleister, aangedragen door hun talloze fans, maar ook door simpele festivalgangers als ik, die de songs van Vedder en co. altijd iets te Ernstig vond om er verliefd op te worden, en hier ook maar staan omdat Pearl Jam hier eigenlijk toevalligerwijs óók altijd lijkt te staan. Al is dat natuurlijk niet zo. In 2000 zegde de band zijn concert af - het stond nauwelijks twee dagen na Roskilde ingepland.

    Tijdens ‘Even Flow’ had Vedder zijn zesde Werchtershow (voor de quizzers: ze stonden hier ook in 2007, 2010, 2012, 2014 en 2018) stilgelegd om de veiligheid van zijn fans te waarborgen. “Het is maar een concert”, zei hij. Maar ook hij weet vast dat voor de doorgewinterde Pearl Jam-fans geen enkel Pearl Jam-concert “maar een concert” is. En tijdens het in smartphone-licht ondergedompelde ‘Long Road’ was het voor, zo durf ik te vermoeden, élke festivalganger meer dan dat. Meer dan een concert. “Bedankt om voor elkaar te zorgen, en bedankt om ons door de nacht te helpen” klonk nog nooit zo waardevol. (ewc)

  43. Beck: een trillende tambourine ★★★★☆

    Beck op Rock Werchter Beeld Koen Keppens

    Gewoon even de eerste songs opsommen die ons te binnen schieten die Beck in The Barn niét heeft gespeeld: 'Paper Tiger’, ‘Saw Lightning’, 'Sexx Laws’ en ‘Debra’. Evenmin meegebracht: ‘Beercan’, ‘Gamma Ray’ en zijn Quaker-hoed (waar hij nochtans uitstekend mee stond).

    Beck was 25 minuten te laat, maar repte daar met geen woord over. Het eerste deel was een greatest hits. Voor intro’s gebruikte hij onder meer stukken van atmosferische tracks uit het nog vrij nieuwe ‘Hyperspace’. In de meeste geselecteerde songs leek de zomer zelf ons leek toe te zingen.

    Beck speelde de hits in verkorte vorm, snel na mekaar: het beginstuk met ‘Mixed Business’, ‘Devil’s Haircut’ ‘Dreams’ ('Dreams D-D-D-Dreams / she's makin' me high’) en ‘The New Pollution’ kwam in een rotvaart. De overgangen waren prachtig uitgeknobbeld.

    ‘The Valley of the Pagans’ is een song die hij met Gorillaz schreef. Daarna weer snel aaneengeregen: ‘Wow’, ‘Hollywood Freaks’, ‘Que Onda Guero’, ‘Nicotine & Gravy’ en ‘Girl’; die laatste ken ik als ‘My sun-eyed girl’.

    In het midden van de show zat een kostuumwissel. ’s Mans elastieken benen doen het nog, De veelkleurige, soms (bewust?) ietwat gedateerd aandoende flitsbeelden waren best mooi.

    Tijdens ‘Loser’, het slackeranthem gemaakt door iemand die nooit een slacker is geweest, blijft iedereen graag uit volle borst meezingen met ’Soy un perdedor / I'm a loser, baby / so why don't you kill me?’.En daarna kan hij niet veel meer mis doen en ziet hij zijn kans schoon om ons voor te stellen aan minder bekende funky songs, zoals ‘Missing’.

    Er werd niet in de zachte psychedelica van ‘Morning Phase’ gedoken, maar hij speelde wel twee trage en op het sentiment werkende covers: ‘Everybody’s Gotta Learn Sometime’ van The Korgy’s en ‘True Love Will Find You in the End’ van Daniel Johnston.

    De sfeer van Werchter en Best Kept Secret van 2016 met de kleine bezetting was terug. In een grotere groep is hij ernstiger, belerender en zijn zijn bindteksten soms wat lang.

    ‘Where It's At’ moest er uiteraard bij zijn. De straffe concertafsluiter ‘E-Pro’ liep uit in gesoleer en feedback, maar ook daardoorheen bleven de aanstekelijke Na-na / na-na-na-na-na-na’s nagalmen.

    Beck kan het nog: his black tambourine is still shaking. (gvn)

  44. Vroeger heette wat The Kid Laroi voor Generatie Z is nog Tik Tak ★★


    The Kid Laroi op Rock Werchter festival Beeld Alex Vanhee

    Vrije val, ik ben in vrij val. Ik bengel metersdiep in de generatiekloof. In de verte weerklinkt getier; steeds luider wordend gejoel dat te categoriseren valt onder Billie Eilish-extase. The Barn barst uit zijn voegen, want The Kid Laroi (bij de Australische belastinginspecteur bekend als Charlton Howard) mag nog eens met zijn marionetten spelen.

    In de betere vishandel is The Kid Laroi te vinden links van de gladde aal. Hij had speciaal voor de gelegenheid de föhn van Herman Schueremans geleend om zijn surfershaar in een perfecte plooi te draperen, en zijn wasbord blonk badend in de babyolie. ‘Belgium, keep that insane energy’, schreeuwde The Kid Laroi als een prostituee die elke klant wijsmaakt dat hij de beste pik der pikken heeft.

    The Kid Laroi legde het publiek de moeilijkste zoek-de-verschillen puzzel van de openingsdag voor. ‘Diva’, ‘Same Energy’, ‘Always Do’ en te veel andere matige nummers om bij te noemen: wat een geluk dat ze van elkaar onderscheiden worden door een titel, want quasi elk song van The Kid Laroi bestaat over hetzelfde ratelritme waarover hij een dikke laag autotune braakt.

    Was Rotselaar het Vaticaan, dan zou je denken dat de bomvolle The Barn extatisch werd van een twerkende paus. Het moet aan zijn charisme liggen, want hoe luid kunnen tieners uit iemands hand eten? Volgens het cliché zijn Australiërs goed in barbecue, maar The Kid Laroi serveerde slecht doorbakken eenheidsworst.

    The Kid Laroi op Rock Werchter festival Beeld Alex Vanhee

    Alle aanwezigen in The Barn bij The Kid Laroi studeren met cum laude af aan de school van het enthousiasme. Een generatie die verweten wordt geen aandachtpanne te hebben, slaagde er wonderwel in opgewonden – en bij wereldhits ‘Stay’ en ‘Without You’: extréém luid – te blijven tijdens wat even entertainend was als een eindeloze herhaling van De Buurtpolitie, Marble Mania of LEGO Masters.

    Als ik The Kid Laroi één ding moet nageven, dan wel dat Charlton Howard bloedeerlijk kan zijn. “Eerlijk? Ik was bang om terug te keren”, verwees hij naar zijn show op TW Classic van vorige week. “Dat was écht mijn publiek niet.” Hij had ook gewoon zijn bek kunnen houden, maar door olie op het vuur te gooien, stak hij vuurwerk aan met de vrijgekomen endorfinen.

    The Kid Laroi is een charlatan; een lepe vogel waarvan ik hoop dat mijn dochter – nog maar 15 weken oud, maar o wat is ze prachtig – binnen 10 jaar haar kamer niet zal willen behangen met zijn beeltenis. Hoop doet leven. (elv)

  45. Lianne La Havas: op zoek naar wezens van de diepste diepte ★★★★☆


    Lianne La Havas op Rock Werchter festival Beeld Alex Vanhee

    Na haar optreden in KluB C is Lianne La Havas opnieuw een serieuze kandidaat voor de trofee van Meest Elegante Vrouw In Pop, R&B, Rock én Jazz sinds Sade Adu.

    Beginnen deden we met het oudje ‘Green & Gold’: het meisje Lianne - toen zes jaar - zit zich voor de spiegel af te vragen waar ze op haar 23ste zal staan.

    En daarna belanden we via ‘Can’t Fight’ meteen in haar derde plaat: het titelloze ‘Lianne La Haves’. Een break up-plaat waar de zesjarige La Havas zich nog niet veel kon bij voorstellen, maar die we haar beste vinden. De plaat is alvast het meest van haar.

    La Havas vlakt de verschillen tussen haar platen live vanzelf uit omdat haar enige onderwerp altijd de liefde is geweest: in en uit liefde vallen, liefde voor jezelf vinden… In ‘Paper Thin’ raadt ze haar (ex-)geliefde aan eerst wat liefde voor zichzelf te vinden. ‘Paper Thin’ is mijn favoriet: het heeft een Londense vibe die met die van Tirzah gelijk loopt.

    Wat ze meestal doet aan het begin: de elektrische gitaar heel even aanraken. Ook aan de drums, de bas, de toetsen en de backing is less more. Slechts af en toe wordt een song aan het eind iets echt weelderigs. In ‘Seven Times’ omgordt ze de akoestische gitaar: eventjes heel wat anders, daarna dezelfde stuwing van de hele band. Een heel goeie band trouwens.

    La Havas kwam niet meer aandraven met 'I Say a Little Prayer' van Burt Bacharach en Hal David, maar coverde 'Weird Fishes/Arpeggi' uit ‘In Rainbows’, haar favoriete plaat van Radiohead. Als ze het lied beluistert of speelt, zwemt ze in gedachten altijd over de bodem van de oceaan, op zoek naar wezens die in de diepste diepten leven. Ah, dàt is wat we in Werchter zagen gebeuren. De tweede, verrassende cover: ‘Cyanide’ van Daniel Caesar.

    ‘Unstoppable’ vertrekt vanuit ijle stemmen. Hadden we al 'Wat een band!’ Geroepen? Sorry. In ’No Room For Doubt’ kan haar backing-zanger heel goed het deel van het duet van Willy Mason neerzetten.

    In afsluiter ‘Bittersweet’ hangt er geen gitaar meer om haar nek. Weer zo’n loom en toch dwingend ritme. Ik sta me na afloop twee dingen af te vragen. Eén: als La Havas ooit in de liefde geworteld raakt, gaan we dan heel andere platen krijgen? Twee: zoet vruchtvlees heeft schil en pit nodig voor dat beetje bittere smaak. Zullen we anders afsluiten met iets wat Wikipedia, Siri en de freaks op Reddit nog niet weten: als Lianne La Havas’ zeer wendbare sopraan een vrucht was, het zou een sappige, platte, witte perzik zijn. Je tanden raken net de pit niet, maar je voelt die steen wel.

    Prachtig concert! (gvn)

  46. The War on Drugs: Een roezige entente ★★★★☆


    The War on Drugs op Rock WerchterBeeld © Stefaan Temmerman

    Wie iemand wil bekeren tot Jezus vertelt over vissen en broden, lopen op water, verrijzen in een grot. Wie iemand wil bekeren tot The War on Drugs zoekt gewoon een goed plekje op de wei: achtereenvolgens ‘Red Eyes’, ‘Under the Pressure’ én ‘Thinking of a Place’ horen neerdwarrelen volstaat voor eeuwige, onvoorwaardelijke liefde.

    Ik heb vanavond op de Main Stage van Werchter twee optredens van The War on Drugs gezien: één langs de zijkant, waarbij het geluid de vervelende gewoonte had op nét de cruciale momenten - die heerlijke gitaarsolo van ‘Pain’ - weg te waaien. En één in het midden van de wei, waar de klank piekfijn was en Adam Granduciel zich goed en wel ging beseffen dat hij opende voor jeugdidolen Pearl Jam - ‘vroeger had ik VHS-cassettes van hun optredens’ - en dan maar besloot een tandje bij te steken. Ze speelden niet harder, niet heviger, maar bréder. Hun nummers nemen nooit de autostrade: liever dan de snelste weg kiezen ze voor de bontstgekleurde vergezichten. Zeggen dat hun gitaren in reverb waren gedrenkt, is zoals zeggen dat frietjes in olie hebben gelegen.

    Rock Werchter, The War on DrugsBeeld © Stefaan Temmerman

    The War on Drugs, die roezige entente tussen grootse stadionrock en broze melancholie, toonden zich niet alleen de headliner die ze over de jaren heen geworden zijn - zie: hun nóg meer verpletterende optreden in het Sportpaleis eerder dit jaar - maar ook Grootmeesters Van De Intro. ‘Harmonia’s Dream’ klonk vandaag nog meer dan op plaat krèk als krautrocksupergroep Harmonia - u weet wel: het Duitse Hormonia, maar dan met mindere teksten. En zelfs getrainde pornoacteurs hebben zelden zo lang naar een climax gezwoegd als Granduciel en co in het begin van dat loeihard om een zonsondergang smekende ‘Under the Pressure’. Over pornoacteurs gesproken: de door de Werchter-regisseur gretig in beeld genomen - pun not intended - drummer Charlie Hall bleek gezegend met een moustache waar zelfs Ron Jeremy in zijn gloriedagen van zou vragen: ‘Is die nu niet héél borstelig?’ Die zonsondergang kwam er.

    Granduciel is nog steeds niet het type frontman dat u in zijn bindteksten zal laten weten hoe het met zijn cholesterol gaat, maar je voelt dat hij iets te delen heeft, iets dat sinds hij vader is geworden misschien wel op geluk is gaan lijken. ‘In Amerika voel je je een entertainer,’ zei hij eerder tegen Humo, ‘in België kan ik gewoon mijn ding doen’. Een troostende gedachte: misschien denkt hij bij ‘Thinking of a Place’ wel aan óns.

    The War on Drugs handelde ooit in vervreemding en eenzaamheid. Intussen hebben we elkaar gevonden. (vvp)

  47. Black Pumas: Vuur! Vervoering! Verlossing! ★★★★☆

    Black Pumas op Rock Werchter. Beeld Koen Keppens

    Een bomvolle concerttent waar iedereen overstag gaat voor vurige, good old fashioned soul music? Ook dát is Rock Werchter 2022.

    Al Green was niet ver weg in KluB C toen Eric Burton zijn gouden strot opentrok. De frontman van Black Pumas toonde zich niet alleen een afstammeling van de soulsterren uit de seventies maar ook een prima volksmenner. Nu buitelde hij over het podium als een gewiekste straatdanser, dan dook hij de frontstage in om zieltjes te bezweren of liet hij zichzelf zichtbaar in vervoering brengen door deze of gene Heilige Geest. Iets tussen een voodoopriester, een pooier uit New Orleans en een reggaester á la Peter Tosh.

    Met de gitarist Adrian Quesada in de rug en een superbe ritmesectie joeg Burton ons naar het zompige zuiden van de VS waar gospel, rhythm & blues en country in één en dezelfde overkokende gumbopot drijven. In het stomende ‘Get It Together’ evenaarde de achtergrondzangeres ei zo na de jonge Tina Turner. De kerkgangers van KluB C staken de vlakke hand de lucht in en lieten zich euforisch zegenen.

    Gek toch, zo’n volle tent die uit de hand eet van een ouderwetse soulband uit Texas: eentje die je niet vaak op de grote radio’s hoort. Is het een hunkering naar waarachtigheid en authenticiteit van een publiek dat na twee jaar binnenzitten eindelijk weer connectie kan zoeken? Zelfs de groepsleden stonden te kijken van de uitzinnige ontvangst.

    Geen wonder dat de band ‘Sugarman’ van Sixto Rodriguez coverde, een song die zo verraderlijk mooi verlossing suggereert. Halverwege deze show omgordde ook Burton de gitaar en schurkten korzelige riffs uit de catalogus van Stax zich tegen elkaar.

    Black Pumas boden, kortweg, een fraai doekje voor het bloeden. “We came to bring you love”, aldus Burton. Meest geslaagde eucharistie van de dag. (svs)

  48. Glints: ★★★1/2☆

    Glints op Rock Werchter. Beeld © Stefaan Temmerman

    Glints is Jan Maarschalk Lemmens en vandaag op het podium – op een korte verschijning van kameraad Yong Yello na – alléén Jan Maarschalk Lemmens. Vorige week nog stond Glints in het voorprogramma van 50 Cent, vandaag ‘maar’ in dat van White Reaper: het draait snel. Hij bracht een one-man show die eerst nog wat krachtvoer nodig had, Glints viel twee, drie nummers wat tegen: de wil was er, de begeestering bleef haken. Die eerste paar ‘gohgoh corona’- en ‘de regen gaat ons niet tegenhouden’-bindteksten hielpen evenmin. Maar dan trok Glints zijn (intussen behoorlijk fameuze) blik hits open: ‘Gold Veins’ begon nog kalm, maar tijdens ‘Lemonade Money’, het nieuwe ‘Roma’ en ‘Minimum Wage’ gingen 3 à 4000 mensen à crescendo door het lint. Je hoorde er vlagen van achtereenvolgens The Streets, Die Antwoord en Dizzee Rascal door waaien, maar ook een steeds krachtigere eigen stem. Ingewikkelde kniezwengels tijdens ‘Fear’, crowdsurfen tijdens ‘Bugatti’, bissen met opniéuw ‘Roma’, publiek dat nadien nog minutenlang blijft scanderen: ja, het kon ermee door. (fvd)

  49. First Aid Kit: het leven moet niet altijd Kit met peren zijn★★★1/2


    Rock Werchter, First Aid KitBeeld © Stefaan Temmerman

    Laat de zussen Söderberg eens opdraven tussen de ijsberen en je ze zal zien: First Aid Kit verandert elke situatie in een broeierige midzomernacht.

    Aan een haven in het hoge noorden waar smokkelwaren op doortocht zijn, hebben Johanna en Klara Söderberg zitten rondneuzen in een vrachtcontainer vol harmonieën die voor Mumford & Sons, Fleet Foxes en andere nakomelingen van Emmylou Harris bedoeld waren. Met ‘King of the World’, ‘It’s a Shame’ en het nieuwe ‘Angel’ maakten de Zweedse zussen er geen geheim van dat ze graag snuisteren in de restjesbak van de folk.

    The Barn had zich vreemd genoeg niet gevuld met baardmannen die kampvuren aansteken met stenen. First Aid Kit bereikt een generatie voor wie Fleetwood Mac vóór het bestaan van TikTode de vergeten veganistische kleine broer van de Big Mac was. Maar óók vijftigplussers posters van Simon & Garfunkel boven het bed blijken hen te omarmen. Hun publiek is divers, de meningen eenduidig: ‘The Lion’s Roar’, ‘My Silver Lining’ en ‘Emmylou’ roepen bloemenweides, picknickmanden en Teva’s op, en laat dat net de trefwoorden zijn die de Werchterganger typeren.

    De buiging van Johanna Söderberg na ‘Angel’ was veelzeggend: bands staan zelden met zoveel plezier op een podium als het Zweedse duo en de imposante driespan achter hen. Er was sprake van een Ingeborgeffect: telkens de stemmen van de Söderbergs elkaar omhelsden, brak de zon door de wolken. Het leven moet niet altijd kut met peren zijn. (elv)

  50. RY X: de hoed was fraaier **1/2

    Rock Werchter, Ry XBeeld © Stefaan Temmerman

    Terwijl ik hem daar zo bezig zag in de KluB C verdacht ik Ry Cuming, de très sympa chiroleider achter RY X, ervan in zijn diepste slaap te dromen dat hij Justin Vernon heet. De baard heeft hij al bij elkaar gespaard, de hoed gepikt van die van The Dead South.

    Die Ry schrijft vast gevatte teksten over het lieve leven en hoe het te leiden, maar op een lijvig festivalpodium en in zijn grootste songs - ‘Berlin’ en ‘Only’ - komt het er toch vooral uit als variaties op ‘Ooh!’, ‘Ooo-ooh!’ en ‘Ooo-ooo-ooh!’. Wie zijn oren spitste, hoorde op de achtergrond het getik van de regen en een streepje Pixies. Ry hield ons droog, en het straffe was: hij leek óns daar dankbaar voor.

    Niks mis met een goed kampvuurmoment - kan uitstekend dienen om die overgebleven drankbonnen van Boutique en Classic op te fikken, die nu geen stuiver meer waard zijn - maar RY X werd pas spannend als hij de elektronica omarmde. Wanneer hij in pakweg ‘Sweat’ of ‘Oceans’ (gemaakt met Ólafur Arnalds, dat zegt iets) een beatje inlaste, herinnerde hij niet meer aan Bon Iver, maar aan het neoklassiek van Nils Frahm en soms zelfs de warme kraakbeats van Burial. Toen dreigde er even iets te gebeuren.

    De muziekjes van RY X waren fraai, hier en daar, maar z’n hoed - ooo-ooh! - was fraaier. (vvp)