Direct naar artikelinhoud
AchtergrondWater

Waarom telt ons land slechts een handvol plekken waar vrij zwemmen toegelaten is?

Zomerpret in de zwemvijver van het Boekenbergpark in Deurne, Antwerpen.Beeld Tessa Kraan

Even in een lokale waterplas springen zou deugd doen op deze bloedhete dagen. Toch telt ons land maar een handvol plekken waar dat toegelaten is. In Nederland is het omgekeerd: daar mag je overal zwemmen, tenzij er een expliciet verbod is. Hoe zit dat?

Een tantaluskwelling, zo omschrijft voormalig nieuwsanker Sigrid Spruyt het gevoel dat ze krijgt als ze naar de waterlopen overal in Vlaanderen kijkt. Zoals de man uit de Griekse mythologie zijn dorst niet kon lessen met het water rondom hem, krijgt zij haar zwemhonger maar niet gestild. Ze ziet zich al een mooi plekje uitkiezen op de oever, haar zwemzak bovenhalen en een plons maken. Maar er is iets wat haar tegenhoudt: een fikse boete als ze betrapt wordt door de politie. 

Met haar actiegroep Outdoor Swimming Belgium ijvert ze ervoor meer open water in Vlaanderen toegankelijk te maken. “In ons land zijn er erg weinig plekken waar je buiten kan zwemmen”, zegt Spruyt. “We hebben een honderdtal badplaatsen en de helft ervan ligt aan de kust. In Nederland zijn er daarentegen zo’n 750.” 

Naast die erkende badplaatsen zijn er deze zomer in Vlaanderen maar zeven locaties waar je in open water mag zwemmen: vijf in West-Vlaanderen, een in Antwerpen en een in Vlaams-Brabant. Die laatste twee, in Mechelen en Vilvoorde, kregen pas vorige maand toelating van De Vlaamse Waterweg om zwemzones in te richten in twee kanaaldokken. Dat beperkte aanbod betekent dat er bij zonnig weer al snel een toeloop van volk is op de enkele plaatsen waar het wel mag en op de grote recreatiedomeinen. 

Redders

Een voorwaarde voor zo’n erkende zwemzone is dat redders er een oogje in het zeil houden. Dat Vlaanderen vasthoudt aan een principieel verbod heeft soms ecologische redenen, maar het heeft vooral te maken met veiligheid. De kwaliteit van het water is immers niet altijd zoals het hoort, er liggen mogelijk gevaarlijke zaken op de bodem en passerende schepen kunnen tot gevaarlijke situaties leiden. 

En dan is er ook nog het gevaar van onderstromen en te koud water. In de zomer gebeurt het wel eens dat iemand een verfrissende duik wil nemen en een cold shock doormaakt. Die shock kan zelfs een hartaanval veroorzaken. “Je kan dat vermijden door geleidelijk aan in het water te gaan”, zegt professor bewegingswetenschappen Kristine De Martelaer (VUB). “Zo laat je je lichaam aan de temperatuur van het water wennen.” 

Dat eender waar een duik nemen niet zonder gevaar is, bleek nog vorige week. Een meisje van zes verdronk in Oudenaarde in de Donkvijver, waar het verboden is te zwemmen. De vijver heeft een verraderlijke onderstroom, die zwemmers naar erg diepe en koude stukken kan meesleuren. “De temperatuur van het water is op grotere diepte maar 4 graden Celsius”, zei Bart Van Maelzaeke van surfclub Absolut in Het Laatste Nieuws. “Als je in zo’n stroom terechtkomt, krijg je een thermische shock en ben je verloren.”  

Dat ongeval kwam er nauwelijks enkele dagen nadat een jongeman van 26 overleed toen hij vanop een brug het Netekanaal indook. Ook in dat kanaal zijn er soms grote temperatuurverschillen op verschillende plekken en gevaarlijke onderstromen.

Opvoeden

Toch pleit Outdoor Swimming Belgium voor een beleid zoals Nederland dat heeft. Op plekken waar het te gevaarlijk is, kan het verbod natuurlijk blijven gelden. “In Nederland is het overal toegelaten, tenzij er redenen zijn om het op bepaalde plekken te verbieden”, weet Spruyt. “België is op dat vlak een abnormaal land.” Ook in landen als Frankrijk, Zwitserland, het Verenigd Koninkrijk en Zweden is vrij zwemmen toegelaten. De partij Groen stelde al voor de wet om te draaien.

Professor De Martelaer vindt dat op zich een goed idee. “Maar dan moeten we ook meer inzetten op het responsabiliseren van kinderen en volwassenen”, zegt De Martelaer. “Kinderen  leren best al op school hoe ze de gevaren kunnen inschatten van het water - net als bij verkeersopvoeding - en om voor elkaar uit te kijken.” Onder meer volgens de Vlaamse Zwemfederatie moet het gewest dringend een tandje bijsteken met de zwemlessen op de lagere school. Zeker sinds corona krijgen de kinderen minder zwemles, waardoor ze zich in het water moeilijker uit de slag kunnen trekken.   

Zeker sinds corona krijgen kinderen minder zwemles, waardoor ze zich in het water moeilijker uit de slag kunnen trekken.Beeld Felix Rabou

In het Vlaams Parlement zijn er in de commissie Leefmilieu al hoorzittingen geweest over het zwemmen in open water, met minister van Landbouw Jo Brouns (cd&v). Als fervent natuurzwemmer is hij er voorstander van de huidige regelgeving aan te passen. “Vroeger ging ik zeker twee tot drie keer per week zwemmen”, zegt hij. “Sinds ik minister ben, lukt het nog één keer per week. Voor mij is het de ideale sport om het hoofd leeg te maken na een lange werkdag.” 

Maar minister van Mobiliteit Lydia Peeters (Open Vld), die bevoegd is voor bevaarbare waterwegen, staat niet  te springen voor een vrije duik in open water. “Voor ons staat de veiligheid centraal", zegt haar woordvoerder. “Er gaan heel wat risico’s gepaard met zwemmen waar het niet is toegelaten. Denk maar aan conflicten met de scheepvaart of aan onderstromen.” 

Lokale besturen die een plekje willen nomineren om als uitzondering te dienen op de regel, kunnen wel een vergunning aanvragen bij De Vlaamse Waterweg. “We roepen lokale besturen op om zulke locaties voor te stellen”, zegt de woordvoerder van Peeters. “Waar er bijkomende vragen zijn, worden die ook onderzocht. Er wordt vooral gekeken naar de waterkwaliteit en de veiligheid.”