Joe Nathan James Jr. werd in 1994 terdoodveroordeeld voor de moord op de 26-jarige Faith Hall. De twee zouden kort een relatie gehad hebben, maar zij wees hem daarna af. Hij zou haar daarna doodgeschoten hebben.

Op 28 juli werd de executie van James uitgevoerd in Alabama. Die moest beginnen om 18.00 uur, maar het duurde nog tot 21.37 uur eer de man dood werd verklaard. Volgens de staat “was er niets ongewoons” aan de executie. Maar later wijzigden zij hun verklaring door te zeggen dat er problemen waren geweest met de intraveneuze toediening van de dodelijke drugs.

Mensenrechtenorganisatie Reprieve US analyseerde de executie van James. “Een gevangene onderwerpen aan drie uur pijn en lijden is de definitie van een wrede en ongebruikelijke straf”, klinkt het. “Staten kunnen niet blijven doen alsof de afschuwelijke praktijk van de dodelijke injectie op enige wijze humaan is.” Volgens de organisatie is de executie in strijd met de grondwettelijke bescherming tegen onmenselijke straffen.

Degenen die de executie moesten uitvoeren zouden bijna drie uur lang geprobeerd hebben om een infuus aan te leggen waarin de dodelijke medicatie moest toegediend worden. Daarna schakelden ze over op een andere, snellere procedure die ervoor zou gezorgd hebben dat de man tegenstribbelde en daardoor verwondingen aan zijn handen en polsen overhield. Daarna zou de man verdoofd geweest zijn. Volgens de mensenrechtenorganisatie onderging de man daardoor eigenlijk twee executies. “Eerst een martelende procedure achter gesloten deuren, daarna een theatrale voorstelling voor getuigen.”

De organisatie zou meer dan 275 mislukte executies sinds 1890 onderzocht hebben. Geen enkele zou langer geduurd hebben dan die van James.

 (sgg)