Gestolen Van Goghs terug in Amsterdam

De twee gestolen schilderijen van Vincent van Gogh zijn terug in het Van Gogh Museum in Amsterdam. "Zeegezicht bij Scheveningen" (1882) en "Het uitgaan van de Hervormde Kerk te Nuenen" (1884/85) werden in 2002 gestolen en zijn dinsdag voor het eerst weer getoond aan de massaal toegestroomde pers.

"Ze zijn terug. Ik had nooit gedacht dat ik dit nog eens zou zeggen", meldt Axel Rüger, de museumdirecteur van het Van Gogh Museum in Amsterdam. Rüger is bijzonder verheugd over te terugkeer van twee waardevolle schilderijen van Vincent van Gogh.

Rüger noemde de diefstal op 7 december 2002 de "donkerste dag in de geschiedenis van het museum". "Nu is de collectie weer compleet en kunnen we dit pijnlijke hoofdstuk afsluiten."

Vanaf woensdag kan ook het publiek beide werken weer zien. De schilderijen verdwenen jarenlang van de aardbodem en doken eind september op in Italië bij een onderzoek naar de maffia in Napels.

Op een enkele zichtbare beschadiging na op "Zeegezicht bij Scheveningen", verkeren de werken in goede staat. De meeste schade ontstond bij het verwijderen van de lijsten door een van de dieven. In al die jaren is er vermoedelijk niet te veel met de doeken gesold, meldt het museum. "Ze hebben een rustige tijd gehad achter de dubbele wand in het huis van de ouders van maffiabaas Raffaele Imperiale, waar ze werden aangetroffen."

De diefstal van de schilderijen was volgens minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Jet Bussemaker, die de feestelijke terugkeer bijwoonde, alleen te doen om "koude harde cash" te maken, "voor een ticket naar Ibiza of een tripje naar Disneyland". Hoewel de dieven werden veroordeeld, was er volgens haar geen sprake van gerechtigheid omdat de doeken waren verdwenen.

Meest gelezen