Direct naar artikelinhoud
InterviewTopdokter Sevilay Altintas

‘Ik heb mijn huwelijk lang volgehouden dankzij mijn job. Niemand zag aan mij dat ik thuis in de klauwen van een islamist leefde’

Sevilay Altintas: ‘Blijf actief als je kunt. Een patiënte die zich wentelt in haar slachtofferrol, maakt soms veel kapot.’Beeld Saskia Vanderstichele

In De allerslimste mens beloofde Het Nieuwsblad-hoofdredacteur Liesbeth Van Impe, hervallen na borstkanker: ‘Ik kom terug in bloedvorm. Ik heb mijn dokters gevraagd om de behandeling te starten tussen de voorrondes en de finale.’ Het zorgde voor een lang applaus en een ontroerend televisiemoment. Een van die dokters is professor Sevilay Altintas (51), een toonaangevende oncologe met een grenzeloze passie voor haar patiënten en een bijzonder levensverhaal als telg van een Turks arbeidersgezin in Antwerpen.

Net voor we haar kabinet binnengaan, komt de laatste patiënt van de dag naar buiten: een schattig dametje van 94 jaar met een rollator en het krullenkapsel van wijlen de Queen. Sinds ze elf jaar geleden herstelde van borstkanker, is er geen nacht voorbijgegaan dat ze niet is wakker geschrokken, zo vertelt ze, overmand door de angst om te hervallen. Onlangs is haar vrees waarheid geworden, maar Altintas heeft er vertrouwen in: de kanker is goed te behandelen. “Wees maar niet bang. U bent al 94 jaar geworden, daar droomt iedereen van”, zegt de dokter bij het afscheid. “Ja maar, ik wil 100 worden!” Altintas kijkt haar patiënt lachend na. “Die levenslust, zo schoon. Zulke mensen maken mijn dag.”

Oktober was internationale borstkankermaand, en dat betekende allemáál volle dagen voor Altintas. Ze sprak ook op een internationaal borstkankercongres in Istanboel en ontving er een prijs. Naast haar werk als oncoloog bij het UZ Antwerpen en het AZ Monica, doet ze onderzoek en geeft ze les aan de Universiteit Antwerpen. Ze zet zich in voor borstkankercampagnes, geeft lezingen voor lotgenotenverenigingen én zetelt als gemeenteraadslid voor de N-VA in Antwerpen. Dat is veel, voor een alleenstaande moeder met vier kinderen.

Sevilay Altintas: “Ik doe alles met passie. En ik heb gelukkig niet zoveel slaap nodig. Ook in het weekend ben ik om halfzeven op. Ik werk dan in de tuin, ik kook, bak, brei, sport, lees... Maar niet iedereen hoeft mij na te doen. Ik word soms ook dol van mezelf.”

Als oncologe ziet Altintas elke week zo’n honderd patiënten, onder wie dezer dagen ook Liesbeth Van Impe (45), die onlangs in een tweet aankondigde dat ze opnieuw borstkanker heeft, en musicalactrice Ann Van den Broeck (45), de partner van Stany Crets. Bij Van den Broeck werd afgelopen zomer een hormonale borstkanker vastgesteld en een chemobehandeling opgestart. Desondanks bleef ze de hoofdrol vertolken in de musical Mamma Mia, al moest ze dokter Altintas beloven zich niet te forceren.

Altintas: “Ik ben natuurlijk gaan kijken. Ann deed dat geweldig, ik ben trots op haar. Zij en Liesbeth zijn rolmodellen. Zo hebben we er meer nodig. Ik bewonder hen.”

Is dat uitzonderlijk, kankerpatiënten die op topniveau blijven presteren?

Altintas: “Zo’n 60 procent van de vrouwen die de diagnose krijgt, zit thuis en schroeft de activiteiten flink terug. Daar hebben ze alle recht op, maar ik vind het jammer. Ik zeg altijd aan het begin van een behandeling: je zult slechte dagen hebben, maar ook goeie. Probeer op die betere dagen een stukje van je normale leven op te pikken, want je kinderen en je partner hebben je nodig. Een patiënte die zich wentelt in haar slachtofferrol, maakt soms veel kapot tijdens die zes, zeven maanden van de behandeling. Ze gaat er niet alleen zelf aan ten onder, maar ook haar familie.

“Mijn boodschap aan al mijn vrouwen is dus: blijf actief als je kunt. Je moet geen acht uur gaan werken, maar ga bijvoorbeeld twee uur langs op kantoor. Dat is natuurlijk niet voor elke patiënt vanzelfsprekend. Wil mijn baas dat wel? Hoe reageert mijn omgeving? Hoe zie ik eruit? Zien ze dat ik kaal ben? Iedere patiënt reageert anders, het hangt samen met je karakter. Als Ann al zingend op het podium plots haar pruik zou verliezen, denk ik dat ze die lachend weer opzet.

“En hoe Liesbeth in De allerslimste mens zei dat ze zou terugkomen in bloedvorm: dat is zij ten voeten uit. Ze gaat ervoor. Ze tweet niet: ‘Shit, ik heb het opnieuw, en nu kan het verkeerd aflopen.’ Als ze dat doet, zou ze veel angst zaaien bij vrouwen met borstkanker.”

Maar niet iedereen is zoals zij, toch?

Altintas: “Nee, en niet iedereen hoeft zo sterk te zijn. Iedereen gaat op een andere manier met kanker om. Maar ik geef mijn patiënten soms wel een vriendelijke schop onder de kont: ‘Kom uit je bed, want we kunnen je genezen.’”

Wat is het grootste misverstand over kanker?

Altintas: “Dat het gelijkstaat met een doodsvonnis. Daar moeten we echt van af. De medische wetenschap maakt reuzensprongen, er zijn steeds betere behandelingen en het UZA heeft toegang tot innovatieve geneesmiddelen. Zo’n 65 procent van de borstkankers is hormoongevoelig: dat wil zeggen dat ze na jaren kunnen terugkomen, maar ook dan zijn ze heel goed te behandelen.

“Zodra mensen het woordje ‘uitzaaiingen’ horen, denken ze dat het over en uit is. Dat is niet waar. Ik had eens een patiënt die van de huisarts te horen had gekregen: ‘Je hebt uitzaaiingen in je lever, stop met alle pillen, ga een grote reis maken en geniet van de paar maanden die je nog hebt.’ Die vrouw hebben wij dus wel beter gemaakt, hè.

“Met uitzaaiingen kun je niet meer genezen, maar in veel gevallen evolueert het naar een chronische ziekte waarmee je nog jaren kunt leven, net zoals een hart- of een nierpatiënt. En vaak met een betere levenskwaliteit.”

Hoelang?

Altintas: “Lang. Ik heb verschillende patiënten die ik al tien tot twintig jaar behandel voor hormoongevoelige kankers met uitzaaiingen tot in de botten of de lever. We hebben patiënten met uitzaaiingen tot in de hersenen die acht à tien jaar overleven.”

U hebt het dan over hormoongevoelige kankers?

Altintas: “Ja. Daarnaast zijn er de agressieve types van tumoren, zoals onder meer triple-negatieve borstkanker. Die maken 20 procent van de borstkankers uit en ontwikkelen zich zo snel dat je altijd achter de feiten aan loopt. Maar vaak zijn die erg gevoelig voor chemo, waardoor je toch nog een goeie kans maakt. Slechts weinig patiënten reageren immers niet op de chemo, al weten we dat niet op voorhand. En als de behandeling wél aanslaat, en de patiënt is na drie jaar niet hervallen, is het de enige kanker waarvan we weten dat de tumor niet terugkomt.”

Toch lees ik dat in ons land nog steeds zeven vrouwen per dag sterven aan de gevolgen van borstkanker.

Altintas: “Dat is zo. En elk overlijden is er één te veel. Er zijn statistieken van overlevingskansen, maar daar hou ik niet van. Patiënten googelen tegenwoordig veel, en dat mag, maar ik zeg nooit tegen patiënten dat ze statistisch gezien zoveel procent kans hebben op dit of dat. Ik vind dat hard en cru. ‘Jij bent geen statistiek’, zeg ik dan. ‘Elke patiënt is anders. Elke borstkanker is anders. Doe dus je best om alle risicofactoren weg te werken: verzorg jezelf, laat je behandelen, hou je sterk, mentaal en fysiek.’”

Maar als het er slecht uitziet voor een patiënt, zegt u dat ook?

Altintas: “ Ja, ik ben altijd eerlijk. Soms moet ik zeggen: ‘Jouw vorm van kanker is heel agressief, we hebben maar een beperkt aantal opties.’ Gelukkig kan ik tegen andere patiënten zeggen: ‘Ik kan u in volledige remissie brengen. Voor hoelang weet ik niet. Vijf jaar, tien of twintig jaar? Die onzekerheid is niet fijn, maar weet dat uw kanker behandelbaar is.’”

‘Het was knap hoe Liesbeth Van Impe zei dat ze sterker zou terugkomen. Ze tweet niet: ‘Shit, ik heb het opnieuw.’’Beeld VIER

OVERGEWICHT

Een op de negen Belgische vrouwen krijgt ooit borstkanker. In Afrikaanse landen ligt het aantal borstkankers vier keer lager. Het is dus echt een westerse ziekte.

Altintas (knikt): “In Antwerpen is het cijfer zelfs een op de acht. Dat toont aan dat onze omgeving en onze levensstijl zeker bepalend zijn. Veel mensen hebben een zittende job. Ze sporten te weinig, ze drinken alcohol, ze eten niet gezond… Er zijn veel factoren. De genetische worden altijd overroepen: dat is maar 5 procent. 95 procent van de borstkankers is dus níét genetisch bepaald.

”Het allerbelangrijkste is preventie. En daarin zal onze levensstijl almaar bepalender worden.”

Hoe pak je dat aan?

Altintas: “Je alcoholverbruik beperken, voldoende bewegen – drie keer per week 45 minuten – en gezond eten. Overgewicht is een groot probleem. Dat komt omdat ons vetweefsel in wisselwerking treedt met de tumor. Onderzoek toont aan dat een caloriearm dieet een positief effect heeft op de bijwerkingen van de chemobehandeling. We gaan nu onderzoeken of het ook invloed heeft op de overlevingskansen van een patiënt.

“Ook alcoholgebruik en roken hebben een nefaste invloed – ook voor patiënten die ná de behandeling het risico op herval willen beperken. Een gezonde levensstijl kan die kans met 30 procent verkleinen.

“Vrouwen stellen hun kinderwens bovendien veel te lang uit, tot een eind in de 30. Maar het is veel gezonder om je kinderen op jongere leeftijd te krijgen. Ik ben afgestudeerd als arts met twee kinderen, en tijdens mijn opleiding tot oncoloog heb ik er nog twee gekregen. Vanaf 35 jaar zijn er sowieso meer risico’s op afwijkingen bij de baby. En het risico op borstkanker stijgt ook.

“Het is vaak een samenspel van verschillende dingen. Neem je als vrouw een hormonaal middel om de klachten van je menopauze te onderdrukken, stijgt de kans op borstkanker licht. Maar als je daarnaast nog eens tien eenheden alcohol per week drinkt, is die toename al forser.

“Er zijn ook omgevingsfactoren. Luchtvervuiling, bijvoorbeeld. En we worden blootgesteld aan veel straling: van gsm-masten, microgolfovens, ontharing met lasertherapieën… Is dat allemaal wel zo gezond? Ik weet het niet, dus ik probeer het te vermijden, en ga altijd voor puur natuur.

“Dat gezegd zijnde, je kunt ook gewoon pech hebben.”

Kun je van een negatieve houding in het leven kanker krijgen, zoals veel mensen geloven?

Altintas: “Nee, dat is onzin. Ik vind ‘kankeren’ trouwens een héél lelijk woord. Een positieve levenshouding verandert in se niets aan je overlevingskansen, maar ze helpt je wel om je door de zware behandeling te slepen. Het maakt de bijwerkingen draaglijker, voor jezelf én je omgeving.”

Wat met stress?

Altintas: “Stress is alleen een indirecte factor. Mensen die een gejaagd leven leiden, eten vaak verkeerd, bewegen te weinig, drinken te veel, maken te veel adrenaline aan... Dat werkt op je immuunsysteem en je hormoonbalans. Een stresserende job op zich kan geen kanker veroorzaken, maar wél de levensstijl die ermee gepaard gaat.

“Hoe vroeger we de tumor ontdekken, hoe beter we hem kunnen bestrijden. Als ik lezingen geef, leg ik altijd uit hoe vrouwen hun borsten zelf kunnen onderzoeken. Zodra je een knobbel voelt in je borst, moet je naar een arts gaan. In 85 tot 90 procent van de gevallen is die knobbel goedaardig. Vanaf de leeftijd van 40 begint borstkanker echter vaker voor te komen en vanaf 50 jaar is de toename heel duidelijk. Het is geen toeval dat je je vanaf je 50ste gratis kunt laten screenen. Hooguit 60 procent van de vrouwen gaat op die oproep in, dat moet veel beter.”

Uit nieuwe cijfers blijkt dat een kwart van de vrouwen hun kanker daardoor pas laattijdig ontdekken.

Altintas: “Véél te laat. Ik zie soms vrouwen die met etterende tumoren bij mij komen. Die hebben hun onderzoek zo lang uitgesteld uit angst.”

Ann Van den Broeck zei dat steeds meer jonge mensen kanker krijgen. Van haar vroegere klasgenoten hadden drie vrouwen borstkanker. En ze is pas 45.

Altintas: “De statistieken zeggen iets anders. Globaal gezien stijgt het aantal nieuwe gevallen wel, maar tussen 25 en 35 jaar komt de ziekte gelukkig nog niet zoveel voor.

“Ik behandel soms wel zwangere vrouwen die kanker hebben – gelukkig niet meer dan twee of drie per jaar. Maar ik vind het verschrikkelijk pijnlijk om een zwangere vrouw chemotherapie te moeten geven. Ze moeten allerlei toxische stoffen innemen om te overleven, terwijl ze een kind dragen. Maar als je ze erdoor helpt, is het wel heel mooi dat je twéé levens hebt gered, moeder en kind.”

Liesbeth Van Impe zei over haar operatie: ‘Tien jaar geleden hadden mijn borsten eraf gemoeten, nu kunnen ze een borstsparende operatie uitvoeren.’

Altintas: “Vroeger werd kanker bestreden met onder meer uitgebreide borstchirurgie, waarbij niet alleen de borst, maar ook alle okselklieren werden weggenomen. Patiënten kregen daardoor een pijnlijke, dikke arm. Intussen hebben we zulke goede medicatie en technieken in de chirurgie dat we de schade kunnen beperken. We nemen vaak niet meer dan twee okselklieren weg, en proberen zoveel mogelijk van de borst te sparen.

“Sommige vrouwen vragen nochtans dat we hun borsten helemaal amputeren, maar het is een misverstand dat je het risico op herval daarmee verkleint. Behalve dan als je erfelijk belast bent. Dan kun je je borsten preventief laten wegnemen, zoals Angelina Jolie heeft gedaan.”

Lees ook

Voor de tweede keer de diagnose kanker: ‘Ik zag meteen aan de reactie van de dokters dat er iets mis was’

Er is leven na kanker, maar veel vrouwen vragen zich na de behandeling af hoe het nu verder moet. De angst om te hervallen blijft.

Altintas: “Dat merken we bij veel patiënten. Vaak vallen ze in een zwart gat. We zetten daarom in op de verbetering van de levenskwaliteit. De weg naar het normale leven terugvinden is dikwijls moeilijk, zeker bij jonge mama’s die nog actief in het leven staan.

“Bewegen is cruciaal. Sinds 2016 zetten we bij het UZA beweegprojecten op, waarin we met patiënten en ex-patiënten gaan sporten. Ik heb al verschillende keren met een groep deelgenomen aan sportevenementen in binnen-en buitenland. En we hebben een buddysysteem opgericht, waarin patiënten met een buddy kunnen gaan sporten – ik was zelf ook buddy van mijn nichtje, dat op 28 jaar borstkanker kreeg. We zien trouwens geen grote prestatieverschillen tussen de kankerpatiënten en deelnemende buddy’s. Ondanks de zware behandelingen kunnen ze dus nog perfect functioneren. En bovendien beperken ze zo het risico op herval.”

Voor de partner van een kankerpatiënt is de behandeling ook een beproeving.

Altintas (knikt): “De partner moet enorm veel begrip hebben. Want borstkanker verandert je leven, hoe je het ook draait of keert. Zeker bij jonge vrouwen, bij wie we soms de eierstokken moeten weghalen. Plots komen ze in de menopauze. De partner die net nog een actieve vrouw had, ziet nu iemand met weinig energie, die zich moeilijk kan concentreren en geen zin heeft in seks. Op termijn komt dat deels weer terug, maar intussen kan het zwaar op een relatie wegen.

“Soms loopt het slecht af. Ik zie op de raadpleging veel gebeuren tussen partners. Ik heb patiënten gehad die zeiden: ‘Mijn man was uiteindelijk enkel geïnteresseerd in mijn borsten. Hij is vertrokken.’ Heel triest.”

‘De school vond geneeskunde te hoog gegrepen voor mij. ‘Doe maar verpleegkunde, in jouw cultuur trouwen de meisjes toch erg jong.’ Ik was zo boos dat ik me dezelfde dag ben gaan inschrijven aan de universiteit.’Beeld Saskia Vanderstichele

PHONE HOME

De covidpandemie maakte het extra lastig voor kankerpatiënten.

Altintas (knikt): “Sommigen durfden niet naar het ziekenhuis te komen uit angst om hier besmet te raken, maar daardoor konden de tumoren groeien en verkleinden hun kansen op herstel. We zien vandaag nog altijd de naweeën van de pandemie. Gevorderde tumoren waarvan ik denk: hoelang loop je hier al mee rond?

“Voor artsen was het ook niet makkelijk. Ik vind het nog altijd verschrikkelijk om een harde diagnose mee te delen aan een patiënt met een mondmasker voor mijn gezicht. Ik zet het nu heel even af in zulke gevallen, maar in die strenge tijden kon dat niet.”

U hebt zelf ook een ernstige besmetting meegemaakt.

Altintas: “Ja, ik dacht dat ik ging sterven. Mijn vader overleed half oktober 2020 aan corona. Voor zijn begrafenis brachten we hem met de familie naar Istanboel. Nadien reisde de rest van de familie terug naar België, maar ik bleef nog een paar dagen op mijn appartementje in Izmir, om wat administratie te regelen. Daar kreeg ik de eerste symptomen. Hoge koorts, spierpijn, en geen geur en smaak meer. Ik kon niet anders dan me isoleren, terugvliegen naar België was uitgesloten. Daar zat ik, helemaal alleen, uitgeteld en hallucinerend van de koorts. De buren hebben gelukkig wat eten aan de deur gezet.

“Plots zag ik de lamp aan het plafond slingeren. ‘Ik ben wel érg aan het hallucineren’, dacht ik. Maar het bleek een aardbeving te zijn: de beving van zeven op de schaal van Richter van 30 oktober in Turkije (er vielen ten minste veertien doden, red.). Ik hoorde mensen roepen en naar buiten lopen, ik vluchtte uit het gebouw. Buiten hebben we vijf uur gewacht tot het rustiger werd, mijn buren op een afstandje van mij natuurlijk.

“Niet veel later begon ik snel achteruit te gaan. Ik kwam in ademnood, had zenuwpijnen en spierpijn, mijn handen wilden niet meer mee. Ik dacht dat ik moederziel alleen in dat appartementje zou sterven, ver weg van mijn familie, en kon alleen maar denken aan mijn kinderen. Wat moest er van hen worden? Het is heel beangstigend als je niet meer kunt ademen. Om zes uur ’s ochtends heb ik mijn collega’s uit Istanboel gebeld om me te komen ophalen.

“In het ziekenhuis namen ze een scan van mijn longen, die bleken tot 70 procent aangetast. Ik dacht toen echt dat ik het niet zou halen. Ze hebben me gerepatrieerd naar België in een klein vliegtuigje, met daarin een afgesloten tent en een sas. Mannen in witte beschermingspakken begeleidden mij.”

Zoals bij E.T.?

Altintas: “Ja! Toen ik landde in België, zette ik mijn gsm op. Ik had een sms van Bart De Wever, die ik goed ken van de Antwerpse gemeenteraad: ‘Welkom thuis.’ Ik zou er nog om huilen. Een verpleegster in beschermingspak omhelsde me: ‘Je bent er eindelijk.’ Ik ben mijn team eeuwig dankbaar voor hoe ze mij toen geholpen hebben.”

U was even kwetsbaar als uw patiënten.

Altintas (knikt): “Ik heb zelf ondervonden hoe belangrijk het is om zorgzaam om te gaan met patiënten. Als ik een palliatief gesprek moet voeren, ben ik nóg betrokkener dan voorheen. Ik neem mijn tijd, ik ben er voor hen, ik hou hun hand vast op hun ziekenhuisbed. Alles draait rond menselijkheid.

“Ik heb drie maanden gerevalideerd van mijn covidbesmetting, heb er anderhalf jaar slapeloosheid aan overgehouden, maar nu gaat het gelukkig beter. Mede dankzij mijn mama. Toen ik ’s nachts lag te zieltogen in mijn appartementje in Izmir, heeft zij uren op mij ingepraat via een videoverbinding. Terwijl ze eigenlijk hoorde te rouwen over haar pas overleden man (slikt).

“Mijn moeder is een supersterke vrouw. Zij heeft me doen studeren, zij heeft me altijd aangemoedigd om me te ontplooien. Zelf is ze maar tot haar 12de naar school geweest, maar je moet geen hoge diploma’s hebben om een rolmodel te zijn.”

‘Vrouwen stellen hun kinderwens veel te lang uit, tot een eind in de 30. Maar vanaf 35 zijn er meer risico’s op afwijkingen bij de baby. En het risico op borstkanker stijgt ook.’Beeld Saskia Vanderstichele

UITGEHUWELIJKT

U bent met uw familie naar België gekomen in de jaren 70, toen u nog een kleuter was.

Altintas: “Ik was 4 jaar toen ik naar België kwam, met ouders die de taal en de cultuur niet kenden. Er was een kleine Turkse gemeenschap in Oud-Berchem, maar er was weinig contact met de Vlamingen. We waren met zes kinderen en hadden het niet breed. Mijn papa had de eerste pitazaak in Antwerpen. Daarna is hij in de bouw gaan werken, maar dat heeft nooit goed gelopen. Mijn moeder hield de boel overeind. Zij had twee jobs, een als poetsvrouw en een in de horeca. Rond mijn 6de had ik vaak een longontsteking en moest ik met mijn mama naar het ziekenhuis. Daar komt mijn bewondering voor artsen vandaan. Toen wist ik: ik wil dokter worden.”

Studeren was in die jaren niet vanzelfsprekend voor een Turks meisje.

Altintas: “Nee, Ik sliep met drie andere zussen op één kamer en studeerde bij kaarslicht in mijn bed. Mijn weg moest ik zelf zoeken, mijn ouders konden me daar niet bij helpen. In het middelbaar koos ik voor Latijn-wetenschappen, maar makkelijk was het niet. Toen ik 13 was, ging ik op woensdag samen met mijn mama mee poetsen in de KNS, de stadsschouwburg. En vanaf mijn 16de ging ik drie ochtenden en drie avonden per week poetsen, en elke vakantie.

“Op mijn 17de, ik zat in het vijfde middelbaar, wilden mijn vader en mijn oom dat ik zou trouwen met een neef. Ik was als kind al door mijn opa aan hem beloofd, we moesten hem en zijn familie ‘uit de armoede redden’. De druk was zo groot dat ik uiteindelijk toegaf en van het ASO overstapte naar een technische richting, om maar snel af te studeren en te trouwen. Ik heb toen geluk gehad. Na de eerste week nam een van de leerkrachten me apart: ‘Altintas, wat doe jij hier?’ Ik deed mijn verhaal, en hij vond dat ik onmiddellijk terug naar Latijn-Wetenschappen moest. ‘Je studeert af, wat je ouders ook zeggen.’

“Ik weet niet waar ik toen de kracht vandaan haalde, maar ik ben naar mijn vader gestapt en heb gezegd: ‘Als je mij van school haalt en mijn dromen afneemt, loop ik weg van huis.’ Toen gaf mijn papa toe, en daarna heeft hij me alle kansen gegeven.

“Toen ik mijn studierichting moest kiezen, vond het PMS (het huidige leerlingenbegeleidingscentrum CLB, red.) geneeskunde te hoog gegrepen voor mij. ‘Doe maar verpleegkunde, in jouw cultuur trouwen de meisjes toch erg jong.’ Ik was zo boos dat ik me dezelfde dag ben gaan inschrijven aan de universiteit.”

U bent nog tijdens uw doktersstudie getrouwd en moeder geworden.

Altintas: “Ik heb mijn ex ontmoet in het vijfde jaar geneeskunde. We kregen vier kinderen, maar het was geen gelukkig huwelijk. We kwamen uit twee totaal verschillende werelden. Hij was zeer conservatief, ik vrijgevochten. Ik had hem gewaarschuwd toen we trouwden: hij mocht nooit aan mijn studies en mijn werk raken, en ik zou nooit een hoofddoek dragen. Maar toch heeft hij op veel andere vlakken mijn vrijheid beknot. Ik mocht niet gaan zwemmen, niet gaan joggen, niet uitgaan, mocht geen broek dragen, moest me altijd in lange rokken hullen…

“Toen de kinderen nog klein waren, ging dat nog, maar naarmate mijn dochters opgroeiden, werd hij gekker met de dag. Hij begon alles te controleren: de pennenzakken, de zwemzakken… ‘Ze zijn te bloot gaan zwemmen! Schaam je je niet als moslimmoeder?’ Elke dag was het oorlog. De kinderen voelden die tweespalt ook. Ik stuurde hen naar de bib, naar muziekles, voetbal, basketbal.

“Op den duur kon ik het niet meer tolereren. Ik mocht overal ter wereld spreken voor volle aula’s tijdens congressen, werd overal op handen gedragen. En thuis moest ik naar een conservatieveling luisteren. Dat ging niet meer. Ik ben een moslim, geen islamist. Toen ik de echtscheiding aanvroeg, waren mijn kinderen tussen de 9 en 16 jaar oud. Door te scheiden heb ik hun lot veranderd. Ze waren anders nooit zo opgebloeid en zover geraakt. Ik wilde dat ze wereldburgers werden. Hij zag dat anders.”

Toch hebt u dat huwelijk zeventien jaar lang volgehouden.

Altintas: “Mijn papa had me gewaarschuwd: ‘Sevilay, niet trouwen. Die man is veel te conservatief voor jou.’ Maar ik heb toch doorgezet, ook door de groepsdruk in de Turkse gemeenschap. Je werd raar bekeken als meisje dat studeerde, en al helemaal als je op je 26ste nog niet getrouwd was. Ik had mijn ex net ontmoet en heb toen voor een verstandshuwelijk gekozen. Mijn papa zei: ‘Als je hiervoor kiest, is er geen weg terug.’ Daarin is de Turkse cultuur toch nog anders dan de Vlaamse.

“Ik heb het lang volgehouden dankzij mijn job. Ik veegde ’s ochtends mijn tranen weg, stapte het ziekenhuis binnen en had een brede lach op mijn gezicht voor mijn patiënten. Op het werk zag niemand aan mij dat ik thuis in de klauwen van een islamist leefde.

“Ik ben intussen wel een andere vrouw geworden. Ik heb lessen getrokken uit mijn moeilijke jeugd en miserabele huwelijk. Mijn ex is hertrouwd, met een van top tot teen gesluierde vrouw. Dat is zijn goed recht, maar ik vind niet dat een man dat kan opleggen aan een vrouw. Ik heb veel respect voor de hoofddoek, voor alle duidelijkheid. Mijn mama draagt er een, omdat ze dat zelf wil. Ik ben ook moslim, en ik vast en bid omdat ik dat zelf wil. Misschien geen vijf keer per dag, maar wanneer ik mij wil verbinden met Allah.”

Heeft uw engagement voor de N-VA met uw persoonlijke geschiedenis te maken?

Altintas: “Zeker. Mijn mislukte huwelijk heeft me doen nadenken over migratie. Waarom zijn mijn ouders naar hier gekomen? Toen was dat om te werken voor een beter leven. Maar was het hier voor hen dan wel zo goed? Voor hen was er nooit een versmelting met de Vlaamse cultuur. Dat is voor mij wel belangrijk. Ik wil niet ‘de allochtoon’ zijn. Ik ben trots op mijn Turkse roots, maar ik voel me vooral Vlaming.

“Mijn mama heeft me aangemoedigd om in de politiek te stappen. Ik heb het gedaan omdat ik een rolmodel wil zijn voor meisjes van Turkse origine die ergens willen raken. Mensen hebben me in de loop der jaren soms verteld dat ik géén Vlaming ben. Dan zei ik: ‘Nee, dit is ook mijn land. Ik heb hier gestudeerd, ik werk hier.’ Ik ben nooit bij de pakken blijven zitten. Ik heb ooit eens een lezing van de socialisten bijgewoond, maar die pamperpolitiek is niks voor mij. Ik denk niet dat je mensen gelukkig maakt door ze hier zomaar toe te laten. Ik heb het zelf meegemaakt. Mijn ex is hier nooit gelukkig geweest.

“Dat ben ik vandaag wel: supergelukkig. Ik heb een moeilijk levenspad bewandeld, maar ik ben hard blijven werken, en we zijn er geraakt. Ik ben gepassioneerd door mijn job. Mijn kinderen doen het goed. Ik ben nu ook mijn jeugdlief tegengekomen. Wie weet kan ik opnieuw beginnen en wordt het nog iets moois.”

© Humo