Afbeelding ter illustratie

Aantal meldingen van brandwonden door vuurwerk op oudejaarsnacht blijft oplopen: "Mensen merken nu pas dat deskundige zorg nodig is"

Nog dagelijks melden mensen met brandwonden, als gevolg van het gebruik van vuurwerk op oudejaarsnacht, zich aan bij brandwondencentra en ziekenhuizen. "Het gaat vaak om kleinere wonden en mensen beseffen vaak pas na enkele dagen - wanneer de pijn blijft aanhouden of wanneer de wonden geïnfecteerd raken - dat die intensief en deskundig verzorgd moeten worden", zegt Stefan Lauwaert van Stichting Brandwonden. 

Brandwondencentra en ziekenhuizen in heel België hebben een drukke eindejaarsperiode achter de rug. Gisteren was al sprake van minstens 155 mensen die zich verwond hadden bij het afsteken van vuurwerk op oudejaarsnacht. Twee op de drie van hen liep brandwonden op. Maar zelfs vandaag melden mensen zich nog aan met brandwonden.

Thomas Rose, diensthoofd van het brandwondencentrum in het militair hospitaal van Neder-over-Heembeek bevestigt dat. "Nog dagelijks komen mensen naar ons centrum omdat ze verzorging nodig hebben voor letsels die ze opliepen tijdens oudejaarsnacht. Gisteren bijvoorbeeld kwamen er drie patiënten bij die ambulante zorg nodig hadden."

Vroeger was 1 op de 10 slachtoffers jonger dan 21 jaar, nu gaat het om meer dan 1 op de 4

Stefan Lauwaert, Stichting Brandwonden

Brandwonden als gevolg van vuurwerk situeren zich vooral aan de handen en het gezicht. "Het gaat vaak om kleinere wonden en daarom gaan mensen er van uit dat het niet zo erg is", verduidelijkt Stefan Lauwaert van Stichting Brandwonden in "De ochtend" op Radio 1. "Maar in veel gevallen gaat het toch om diepe tweede- of derdegraads brandwonden, waar intensieve en deskundige brandwondenzorg voor nodig is. En mensen beseffen dat soms pas na enkele dagen, wanneer de pijn blijft aanhouden of wanneer de wonden geïnfecteerd raken."

Beluister hier het volledige gesprek met Stefan Lauwaert:

Lauwaert ziet ook dat er elk jaar meer mensen gewond raken door het gebruik van vuurwerk. "We registreren die cijfers nu zeven jaar: voor de coronacrisis zagen we jaarlijks rond de oudejaarsperiode zo'n 50 slachtoffers, vorig jaar liep dat op tot meer dan 60 en dit jaar zitten we al aan meer dan 150. En het is nog maar de eerste week na Nieuwjaar." 

Het merendeel van de slachtoffers blijken jongens en mannen uit stedelijke gebieden en vooral bij die jongeren ziet Stichting Brandwonden een grote toename. "Vroeger was zo'n een op de tien jonger dan 21 jaar, nu gaat het om meer dan een op de vier (27 procent). Zij raken tegenwoordig via het internet heel gemakkelijk aan illegaal vuurwerk dat bijvoorbeeld uit Polen naar hier wordt geïmporteerd." 

Totaalverbod

Lauwaert merkt ook dat de groep mensen die "vuurwerk nodig heeft om feest te kunnen vieren" groter wordt en dat brengt natuurlijk meer risico's met zich mee. "Zeker omdat de gebruiksaanwijzingen van dat illegaal aangekocht vuurwerk vaak niet in het Frans of Nederlands beschikbaar zijn." 

"Een andere trend die we meer en meer zien is het feit dat vuurwerk gebruikt wordt als wapen, bijvoorbeeld tegen de hulpdiensten. We hoorden daarover deze week al getuigenissen, maar we horen die tegenwoordig niet alleen tijdens de eindejaarsperiode, maar het hele jaar door. Denk bijvoorbeeld maar aan de toename van pyrotechnisch materiaal in en rond voetbalstadions." 

Er zijn wel sensibiliseringscampagnes, maar de Stichting merkt dat die weinig verschil maken, en pleit dan ook voor een totaalverbod op het particulier gebruik en verkoop van vuurwerk. "We zijn niet tegen professioneel vuurwerk, maar de particuliere verkoop - ook via internet - moet aan banden gelegd worden."

Thomas Rose sluit zich daarbij aan. "Met preventiecampagnes bereik je niet iedereen, en sommige groepen hebben daar ook geen boodschap aan. Ze zien pyrotechnisch materiaal louter als een wapen om hulpdiensten aan te vallen."

Meest gelezen