Direct naar artikelinhoud
ColumnPaul De Grauwe

De rentestijgingen zijn manna uit de hemel voor dolgelukkige bankiers. Ze worden slapend rijk. Zo’n situatie is onhoudbaar

Paul De Grauwe.Beeld DM

Paul De Grauwe is professor aan de London School of Economics. Zijn column verschijnt tweewekelijks.

De economische crisis doet pijn bij iedereen, gezinnen en bedrijven. Je zou denken dat in tijden van economische achteruitgang de banken het ook minder goed doen, maar dat is helemaal niet het geval. De banken stellen het goed, heel goed zelfs. Hun winsten bereiken recordhoogtes.

Dat energiebedrijven verleden jaar recordwinsten boekten begrijpt iedereen. De energieprijzen schoten de lucht in en dus ook de winsten van bedrijven die energie produceerden en verdeelden. Maar banken? Waarom stijgen de winsten van de banken wanneer de economie achteruitgaat?

Het antwoord is eigenlijk eenvoudig maar ook onthutsend. De banken in de eurozone krijgen miljarden aan subsidies. Dit jaar zal die pot minstens 92 miljard euro bedragen, waarschijnlijk nog een pak meer. De kans is groot dat die pot aandikt tot 140 miljard. Dit is bijna evenveel als de som van alle uitgaven van de Europese Unie in 2023 (168 miljard). En wie verleent die subsidies? De Europese Centrale Bank (ECB). Niet alleen de ECB subsidieert de banken die onder haar hoede staan, de Amerikaanse centrale bank en de Bank of England doen hetzelfde met hun banken.

Om die hallucinante situatie te begrijpen moet ik even terugkoppelen en wat uitleg geven over wat centrale banken precies doen.

Centrale banken creëren geld uit het niets. Zoals God volgens sommigen het heelal uit het niets heeft gecreëerd, zo creëren centrale banken geld uit het niets. Over God kan er twijfel bestaan, over de centrale banken niet: die doen geld ontstaan daar waar oorspronkelijk geen geld was.

Hier is de techniek die de centrale banken gebruiken om geld te creëren. Ze kopen financiële activa (vooral staatsobligaties) op van de banken en hocus pocus: op hetzelfde moment crediteren ze de zichtrekeningen die de commerciële banken aanhouden bij de centrale bank voor hetzelfde bedrag. Die zichtrekeningen zijn eigenlijk geld (ze worden ook bankreserves genoemd) die de banken kunnen gebruiken om leningen toe te staan of andere leuke dingen te doen waarmee ze winsten kunnen maken.

Vroeger was het zo dat de centrale banken de bankreserves niet vergoedden. Dat was erg begrijpelijk. De banken vergoedden de zichtrekeningen van hun klanten ook niet. Maar een twintigtal jaren geleden is daar verandering in gekomen. De belangrijkste centrale banken in de wereld kwamen plots tot het inzicht dat het goed zou zijn de bankiers te steunen door bankreserves te vergoeden. Toen de rentevoeten laag waren had die vergoeding weinig om het lijf. Maar sinds verleden jaar hebben de centrale banken de rentevoeten verhoogd en dus ook de rente op die bankreserves.

De ECB verhoogde de rente verleden jaar, met het gevolg dat ze nu een rente van 2 procent uitbetaalt op de bankreserves. Die bedroegen 4.600 miljard euro op het einde van 2022. Een rente van 2 procent hierop levert een bedrag van 92 miljard, dat de ECB in de schoot van de banken zal leggen gedurende dit jaar. Vermits de ECB heeft aangekondigd dat er verdere rentestijgingen komen, zal die subsidiepot nog verder aandikken. Als de rente stijgt tot 3 procent wordt dat 140 miljard. Het is manna uit de hemel voor de dolgelukkige bankiers. Ze moeten er niets voor doen. Ze worden slapend rijk. Zo’n situatie is onhoudbaar.

Centrale banken maken winst omdat ze een monopolie van de staat hebben verkregen om geld te creëren. De praktijk van het betalen van rente aan commerciële banken komt dus neer op het overdragen van deze monopoliewinst aan particuliere instellingen. Deze monopoliewinst zou eigenlijk moeten worden teruggegeven aan de overheid, die de monopolierechten heeft verleend. Het mag niet worden toegeëigend door de particuliere sector, die niets heeft gedaan om deze winst te verdienen.

Nogal wat economen opperen het bezwaar dat de centrale banken niet anders kunnen dan de bankreserves te vergoeden willen ze de inflatie bestrijden. Centrale banken moeten om dit te kunnen doen de rente verhogen. En dat leidt ook tot een verhoging van rentevergoeding op bankreserves. Zo niet vluchten de banken weg.

Maar het kan anders. Centrale banken kunnen de minimale reserveverplichtingen van de banken opvoeren. Zo worden die bankreserves bij de centrale banken geblokkeerd en kunnen de centrale banken de rente verhogen om de inflatie te bestrijden zonder surrealistisch hoge geschenken uit te delen aan de bankiers. Ze zullen het niet graag horen, de bankiers.