1.654 nieuwe kandidaat-inspecteurs in 2022, maar historisch personeelstekort bij politie blijft

Bij haar aantreden in 2020 beloofde minister Verlinden om jaarlijks minstens 1.600 nieuwe politie-inspecteurs aan te werven. In 2021 slaagde ze in haar opzet: 1.900 aspiranten startten de eenjarige opleiding tot inspecteur. Ook in 2022 haalt minister Verlinden haar streefdoel: 1.654 kandidaat-inspecteurs mogen de opleiding starten. Dat kan aan één van de verschillende politiescholen: elke provincie telt er zo één.

Niet iedere rekruut haalt evenwel de eindmeet. Na een jaar opleiding én zes maanden stage vallen er onvermijdelijk kandidaten uit de boot. Al hoopt minister Verlinden vurig dat op het einde van de rit zo veel mogelijk van die rekruten ook effectief in het politiekorps terechtkomen. Want net als vele andere economische sectoren kampen ook de veiligheidsdiensten met de krapte op de arbeidsmarkt. Daarom verschenen er de voorbije twee jaar grote promo-advertenties in het straatbeeld of op het scherm van uw smartphone, die u proberen warm te maken om de stap naar de politie te zetten.

Om het gapende personeelstekort te dichten, versnelde Verlinden ook al de selectieprocedure bij de politie: die werd ingekort tot achttien weken. Er wordt nu ook meer via de digitale weg gewerkt. In de kortere selectieperiode krijgen rekruten verschillende proeven voorgeschoteld: er wordt onder andere gepeild naar talenkennis, redeneervermogen en sportieve prestaties. Wie die testen overleeft, kan beginnen aan de eenjarige opleiding tot inspecteur.

Naast de 1.654 inspecteurs werden in 2022 ook verschillende andere politiemensen gerekruteerd: 192 beveiligingsagenten, 76 specifieke agenten, 182 hoofd-inspecteurs, 179 commissarissen en 864 administratieve medewerkers. Maar toch blijven de politievakbonden wat op hun honger zitten: zij vragen al maanden om zicht te krijgen op het volledige plaatje. In een reactie benadrukken ze dat ze ook veel collega’s zien uitstromen. Nogal wat nieuwkomers houden het na enkele jaren voor bekeken. Daarvoor worden verschillende redenen aangehaald. Zo kreeg het imago van de politiemensen tijdens en na de Covid-periode enkele serieuze deuken. Denk maar aan de toegenomen stress op het werk, bedreigingen en aanvallen op straat, slechte werkuren, uitgestelde loonsverhoging én een minder gunstige pensioenleeftijd.

De cijfers hierboven hebben betrekking op de ‘geïntegreerde’ politie: dat is de optelsom van én de federale én de lokale politiediensten. In totaal telt ons politiekorps momenteel ongeveer 13.000 federale en 37.000 lokale medewerkers. De politievakbonden schatten het totale tekort om de politietaken deftig te kunnen uitvoeren op een 5.000-tal manschappen. Minister Verlinden blijft niettemin ambitieus: “Door jaarlijks meer inspecteurs te rekruteren dan er vertrekkers zijn, zullen er zowel bij de lokale als de federale politie meer mensen tewerkgesteld worden. Zo willen we tegen eind deze legislatuur (2024) netto 1.000 extra werknemers bij de federale politie aan boord hebben. We zijn goed op weg om dit waar te maken.”