Britse en Italiaanse baby's huilen meer dan Deense en Duitse

Het vakblad Journal of Pediatrics publiceert de resultaten van het eerste onderzoek dat het huilgedrag van baby's uit verschillende landen in kaart brengt. De wetenschappers baseerden zich op 28 oudere studies die betrekking hebben op 8.700 pasgeborenen in een aantal industrielanden. België is niet in het onderzoek opgenomen. 

De studies behandelen vooral de aanwezigheid van wat kolieken wordt genoemd: de baby huilt langdurig ontroostbaar zonder dat hij honger, duidelijk aanwijsbare pijn of een vuile luier heeft, of zonder het te warm of te koud te hebben.

Deze uiterst hevige huilbuien -meer dan 3 uur per dag en dat minstens 3 dagen per week- blijken vooral voor te komen bij Britse (28 procent), Canadese (34 procent) en Italiaanse (20,9 procent) baby's. In Denemarken en Duitsland huilen baby's het minst: respectievelijk 5,5 procent en 6,7 procent.

Waaraan de verschillen te wijten zijn, blijkt niet meteen uit het onderzoek. "Maar het kan een aanzet zijn", zegt professor Dieter Wolke van de Universiteit van Warwick. "We kunnen meer te weten komen door te kijken naar culturen waar minder wordt gehuild. Dit kan toe te schrijven zijn aan ouderschap, maar ook aan factoren gelinkt aan de zwangerschap of genetische factoren."

Het onderzoek doet enkele suggesties die het verschillende huilgedrag zouden kunnen verklaren, gaande van verzorgingsaanpak, troosttechnieken en voedingspatronen. 

Een eerdere studie wees er al op dat ouders in Denemarken en Duitsland langer wachten om een huilende baby op te pakken, maar wel meer tijd met het kindje spenderen en hen vaker vasthouden, ook als ze niet huilen. Britse ouders houden hun baby minder vaak vast, maar pakken hem wel sneller op als hij huilt. 

Voor jonge ouders die de wanhoop nabij zijn, hebben de wetenschappers wel goed nieuws: het intense en veelvuldige huilen neemt gewoonlijk af na de eerste zes weken. 

Tijdens hun eerste twee weken huilen zuigelingen ongeveer twee uur per dag. Rond zes weken volgt meestal een piekmoment -twee uur en 15 minuten per dag-, om daarna geleidelijk af te nemen tot iets meer dan een uur per dag wanneer ze twaalf weken zijn.