Rolstoelgebruikers slepen De Lijn voor rechter

‘De Standaard’ kon de dagvaarding inkijken. Er worden dertien incidenten in beschreven die zich voordeden tussen maart 2019 en november 2022.

Het lijstje oogt schrijnend. Chauffeurs weigeren te stoppen aan de halte ondanks dat de betrokkene teken deed. Of ze stoppen wel, maar rijden dan door zonder om te kijken naar de reiziger in de rolstoel. In enkele andere gevallen was de zogeheten 'stok', die nodig is om de oprijplaat te openen, niet ­aanwezig in de bus. Of de chauffeur gaf te kennen niet te weten hoe hij die moest bedienen. Een andere chauffeur beweerde dat een elektrische rolstoel verboden is aan boord, wat niet klopt.

De eisers vragen dat, als De Lijn veroordeeld wordt, de maatschappij binnen de maand een commissie opricht voor de behandeling van klachten waarbij mensen met een beperking betrokken zijn. Daarin moeten ook effectief afgevaardigden van reizigers met een ­beperking zitten. Iedere rolstoelgebruiker zou ook per incident een morele schadevergoeding van 650 euro krijgen. En iedere bus zou een 'stok' voor de oprijplaat aan boord moeten hebben.

De woordvoerster van de Vlaamse minister van Mobiliteit, Lydia Peeters (Open Vld), zei dat het kabinet de zaak "goed zal opvolgen". De minister zal bekijken of ze Unia en de andere betrokkenen kan uitnodigen om hun verhaal te doen.

Vandaag begint de zaak in de burgerlijke rechtbank van Mechelen, de stad waar De Lijn zijn hoofdkwartier heeft. Het is een eerste formele zitting, de behandeling volgt wellicht in het najaar.