Direct naar artikelinhoud
AnalyseZes inzichten

Het echte verhaal bleef onderbelicht: 6 lessen, 3 jaar na de eerste lockdown

Onder meer het grote voordeel van schone lucht is nu duidelijk: hoe beter de luchtkwaliteit, hoe minder streng de andere maatregelen moeten zijn.Beeld Tim Dirven

Op maandag 13 maart is het drie jaar geleden dat we voor het eerst in lockdown gingen. De pandemie heeft de samenleving sterk verscheurd, maar leverde ook nuttige inzichten op. Al wordt hét grote schandaal in Vlaanderen niet genoeg verteld.

1. Het was geen complot van de elite

Schrandere lezers van De Morgen hoeven daarvan niet overtuigd te worden, maar: jawel, het virus bestaat echt en heeft veel mensen gedood of langdurig ziek gemaakt. Het was geen ingebeeld gevaar waarmee we onszelf hypnotiseerden, en het was geen verzinsel van de elite om de massa te treiteren – met lockdowns, vaccins, testen en maskers.

Het tegendeel is waar. Dat bleek begin januari dit jaar, toen ’s werelds elite verzamelen blies in het Zwitserse Davos. Van de regeringsleiders die er waren, zullen maar weinigen de politieke moed hebben om vandaag nog maatregelen op te leggen om de verspreiding van SARS-CoV-2 tegen te gaan. België zit in de tiende golf, die in de zorg niet onopgemerkt voorbijgaat. Er sterven elke dag nog altijd vijf mensen. Zelfs als je er rekening mee houdt dat die niet allemaal áán covid, maar vaak mét covid sterven, zijn dat er meer dan in het verkeer. Toch is geen enkele voorzorgsmaatregel meer van kracht. Je kunt een masker dragen als je dat wil, maar voor een kankerpatiënt die chemo krijgt en aangewezen is op het openbaar vervoer, is de situatie erg oncomfortabel en niet zonder risico – zoals Erika Vlieghe onlangs nog in deze krant zei. Een FFP2-masker biedt de drager wel bescherming, maar altruïstische maskerdracht, waarbij we elkaar beschermen, is altijd het beste.

Op het Wereld Economisch Forum (WEF) durfde men dat wél, maatregelen nemen. Het personeel droeg mondmaskers, zonder negatieve coronatest mocht je de officiële ruimtes niet betreden en – dat was zichtbaar op veel foto’s: plekken waar vergaderd werd, waren voorzien van luchtreiniging. Dankzij zogenaamde HEPA-filtering konden regeringsleiders en bedrijfsbonzen vrijuit ademen zonder veel risico te lopen op besmetting. Dat is modale burgers nog niet gegund. De WEF-elite, om dat lelijke woord nog eens te gebruiken, legt ons niet in de luren, maar zichzelf in de watten. Het maandblad Forbes merkte dat ook op: de mensen die verklaren dat de pandemie voorbij is, laten zich goede bescherming graag welgevallen. Op Twitter klonk de oproep dat iederéén #DavosSafe moet zijn.

2. Het echte verhaal bleef onderbelicht

Weinig journalisten ter wereld zaten altijd zo kort en correct op de bal als Zeynep Tufekci, die aanvankelijk voor The Atlantic schreef, en nu verbonden is aan The New York Times. Zij schreef dat het grootste nieuws van de pandemie passeerde zonder grote verklaring of persconferentie: op 30 april 2021 werd in alle stilte een update gedaan op de website van de Wereldgezondheidsorganisatie. In een tekst over de manier waarop het virus zich verspreidt, werd toegevoegd dat het niet alleen via ‘droplets’ gebeurt: grotere druppels die we uitstoten bij hoesten of niezen en die, gehoorzaam aan de zwaartekracht, op de grond vallen – maar ook via ‘aerosolen’: kleinere partikels die niet meteen op de grond vallen, maar lang in de lucht kunnen blijven hangen.

Dat de WHO een jaar lang nodig had om dat toe te geven, is het grote, zeker in Vlaanderen nog onvoldoende vertelde verhaal – zeg maar: schandaal – van deze pandemie. Het verschil tussen droplets en aerosolen is niet fundamenteel – het zijn allebei druppeltjes – maar toch immens. Als je besmetting via droplets wil vermijden, moet je – jawel – afstand houden en je handen wassen. Zo’n droplet kan geen fikse afstand overbruggen, dat was de reden voor social distancing. Maar die minuscule aerosolen kunnen een ruimte vullen: in een afgesloten kamer kan één besmette persoon de ruimte met virus volpompen, door simpelweg te ademen. Het virus verspreidt zich in de lucht zoals sigarettenrook dat doet.

Waarom duurde het zolang voor de WHO dat toegaf? Al bij het begin van de pandemie waren er verschillende wetenschappers, onder wie Linsey Marr van Virginia Tech en José-Luis Jimenez van de universiteit van Colorado Boulder, die aan de alarmbel trokken. De Morgen interviewde Jimenez. En in het maandblad Wired van 13 mei 2021 wordt de strijd die hij en Marr voerden mooi verteld in een artikel dat leest als een thriller. Hoe de WHO afscheid nam van het ‘droplet dogma’ – die term gebruikt Dyani Lewis, redacteur bij het wetenschappelijke toptijdschrift Nature.

3. We hebben een luchtrevolutie nodig

Maar eerst nog even die zuivere lucht. Een vergelijking maakt duidelijk dat het een noodzakelijke strijd is. Als we vandaag de kraan opendraaien, komt daar drinkbaar water uit. Dat vinden we nu vanzelfsprekend, maar ooit was dat een revolutie, een mijlpaal in onze opwaartse mars naar steeds meer welvaart en gezondheid.

Diezelfde revolutie hebben we nu nodig als het over de lucht in onze gebouwen gaat. Ooit moet het vanzelfsprekend zijn dat publieke ruimtes #DavosSafe zijn. Onze werkplek, het café, het restaurant, de fitnesszaak, het openbaar gebouw, het klaslokaal. En voor wie dat wil: de eigen woning. Dat zal niet alleen helpen bij het beheersen van pandemieën, het zal ook de binnenlucht ontdoen van fijnstof en pollen, bijvoorbeeld. En zuivere lucht is niet alleen gezond voor het lichaam, maar ook voor de geest, voor de cognitieve vaardigheden. Scholieren en werknemers kunnen zich beter concentreren, blijven alerter en gefocust.

Er komt een dag waarop we ons zullen afvragen waarom dat zo lang moest duren, en hoe zelfs een moordende pandemie er niet in slaagde om de hele samenleving te mobiliseren voor deze cruciale stap vooruit in onze preventieve gezondheidszorg. Na het rookverbod moet de schoneluchtplicht worden ingevoerd. En België mag zich op de borst kloppen, wij geven immers het goede voorbeeld aan de rest van de wereld.

4. België is een internationaal voorbeeld

Jawel, ons land behoort tot de avant-garde in de meest positieve betekenis van het woord. Dat leest u niet alleen hier in De Morgen, dat kon u pas ook lezen in Nature, in een artikel van Dyani Lewis – voor alle duidelijkheid: een redactioneel artikel, geen wetenschappelijk onderzoek. “België heeft, samen met een paar Australische en Amerikaanse staten, de kiemen gelegd voor een toekomstgericht beleid”, zegt Lewis via Zoom in Australië. “De bars in uw land zullen straks de veiligste plekken zijn om iets te gaan drinken.”

Lewis kent haar dossier, en weet hoe alles in zijn werk ging. Twee spilfiguren zijn burgeractivisten: IT-man Carl Van Keirsbilck en bioloog Maarten De Cock – voormalig coronacommissaris Pedro Facon noemde hen zijn ‘guerrilla-experts’. Voorts speelden ingenieur Bert Blocken en viroloog Marc Van Ranst een cruciale rol. Zij trokken al vroeg aan de alarmbel, om aandacht te vragen voor overdracht via aerosolen en focus op luchtkwaliteit. De Morgen heeft hierover van alle Vlaamse kranten wellicht het meeste bericht, onder meer in het kader van het pleidooi voor CO2-meters in de klaslokalen – die eerst werden weggelachen, en er dan toch zijn gekomen.

België heeft nu wetgeving die vele andere landen tot voorbeeld kan strekken. Tussen nu en 2025 zullen gesloten plekken die toegankelijk zijn voor het publiek – van horeca tot openbaar gebouw – moeten voldoen aan bepaalde normen. Ze zullen een label toegekend krijgen om klanten te informeren over het veiligheidsniveau. “Maar uiteindelijk staat of valt alles met controles”, zegt Van Keirsbilck. “Zoals we dat met voedselveiligheid doen, moet dat met lucht: nagaan of men de regels respecteert, en desnoods sanctioneren als dat niet het geval is. Overigens bestonden er al regels: de welzijnswet uit 1996 bepaalt dat werknemers recht hebben op lucht met minder dan 900 deeltjes CO2 per miljoen, of een minimum ventilatiedebiet van 40 kubieke meter per uur per aanwezige persoon.”

In contrast met het federale niveau, waar Pedro Facon en het kabinet van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) snel actie ondernamen, sleepte Vlaanderen lang met de voeten. Minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) wuifde het nut van luchtzuivering in april 2021 in De Zondag weg als “praatjes”, maar volgens Marc Van Ranst is er sprake van voortschrijdend inzicht. “Na lang dralen, en in het begin zeker niet met volle goesting, heeft Weyts het belang van schone lucht uiteindelijk omarmd.” Al mag het voor de politieke oppositie in het Vlaams Parlement best wat sneller gaan.

Hét grote voordeel van schone lucht is duidelijk: hoe beter de luchtkwaliteit, hoe minder streng de andere maatregelen moeten zijn bij een eventueel volgend virus dat zich graag via de onzichtbare en soms geurloze adem van mens tot mens verspreidt. Afstand houden zal nuttig blijven, maar met lockdowns en mondmaskers kunnen we dan zuiniger zijn.

5. De twijfelbrigade blijft maar twijfelen

Over die lockdown, en andere maatregelen, moeten we het tot slot ook maar eens hebben.

Het is moeilijk in te schatten wat de stille meerderheid denkt, maar dat de pandemie voor een scheur in het maatschappelijke weefsel heeft gezorgd, is duidelijk. De experten die de overheid adviseerden, hebben moeten wennen aan bedreiging en gescheld – wat Marc Van Ranst te verduren krijgt, wens je je ergste vijand niet toe. Een niet onaanzienlijke groep antivaxers en complotdenkers heeft zich afgekeerd van het beleid en alles wat nog maar naar maatregelen ruikt. En tussen die twee flanken heeft het zogenaamde Wintermanifest, op gang getrokken door datawetenschapper Tijl De Bie, geprobeerd om een debat op gang te brengen. Onder dat manifest stonden de handtekeningen van achtbare lieden, daar niet van. Maar finaal heeft het de sfeer wat verziekt, en de brug geslagen met twijfelachtige twijfelaars.

In de aanloop naar dit artikel vroeg ik De Bie op Twitter wat hij in maart 2020 gedaan zou hebben, dus drie jaar geleden. Ondanks aandringen, ook via private berichten, wilde hij niet antwoorden. Hij neemt alleen genoegen met een groot interview, maar zo werkt dat niet in de journalistiek. Gelukkig heeft De Bie een blog waarop hij in 2020 al actief was. Daar lezen we dat hij pleitte voor een strategie – ik citeer – “waarbij de min-65-jarigen zo snel mogelijk groepsimmuniteit opbouwen, rekening houdend met de capaciteit van de gezondheidszorg, en mits een selectieve lockdown ter bescherming van risicogroepen, inclusief 65-plussers”. Dat lijkt sterk op wat de Great Barrington Declaration bepleitte: de risicogroepen worden afgezonderd en beschermd, de rest gaat zijn gang. Die strategie is ondertussen afgeserveerd als onverantwoord. Om het met bioloog Tom Wenseleers, een Vlaming die tijdens de pandemie qua modellering op internationaal niveau meespeelde, te zeggen: “Ik denk dat je met zekerheid kan zeggen dat indien iedereen was geïnfecteerd geraakt voor de komst van de vaccins, we tienduizenden doden meer hadden gehad.”

Op zich is twijfelen gezond. Maar als strategie om verdeeldheid te zaaien kan twijfel een naar kantje krijgen. Wie al te nadrukkelijk blijft zwaaien met de fameuze Cochrane-studie die onlangs het nut van mondmaskers ter discussie leek te stellen, terwijl experts die studie vakkundig hebben gesloopt, is bijvoorbeeld niet oprecht op zoek naar de waarheid. Om Dyani Lewis te citeren: “Dat mondmaskers werken, is op robuuste wijze aangetoond.”

Stel u deze vraag: wat als er straks een nieuw virus opduikt dat zich via de lucht verspreidt en geen ouderen, maar kinderen doodt? Zullen De Bie en andere merchants of doubt onze kinderen dan een mondmasker aanbevelen? De vraag stellen is ze beantwoorden.

6. Fouten toegeven is zeker geen schande

Eindigen met zelfkritiek, dan. Wie de voorbije jaren nooit een foute inschatting maakte, mag de eerste steen werpen. Zodus: ik beken. Eén: mondmaskers in openlucht waren achteraf bekeken wellicht niet nodig.

Twee: de booster die de Vlaamse regering in de zomer van 2021 beloofde, was geen zwaktebod – zoals ik aanvankelijk dacht – maar een slimme zet.

Drie: schoolsluitingen hadden ongewenste neveneffecten, waar sommigen van de strenge lijn te weinig rekening mee hielden. Maar wie opriep om de kerstvakantie twee dagen vroeger te laten beginnen, mag je geen fanatieke schoolsluiter blijven noemen door een tweet te blijven verspreiden zonder context – dat is niet correct en het gebeurt wel. En hoe schoner de lucht, hoe kleiner de noodzaak om andere maatregelen te treffen in scholen.

Vier: het Covid Safe Ticket was wellicht te verantwoorden als overgangsmaatregel, maar niet als blijvende voorwaarde. En het woord ‘safe’ was ongepast, want dat gaf een vals gevoel van veiligheid. Doordat mensen dachten dat het veilig was, gingen ze weer uiteten en dat had een tegenovergesteld effect: het CST heeft het aantal besmettingen niet doen afnemen, maar wellicht doen stijgen. Maar ook dat las u eerst in De Morgen.

Laat dat de zevende les zijn: eigenlijk moeten ook journalisten met elkaar in debat over de manier waarop ze deze pandemie hebben gecoverd. Dat zo’n debat in Vlaanderen niet mogelijk blijkt, is jammer. Opdrachtje voor de openbare omroep!