Professor weerlegt argumenten van sportsector in discussie over gokreclame: "Totaalverbod is enige manier om meest kwetsbaren te beschermen"

Een nieuw Koninklijk Besluit, dat begin deze maand gepubliceerd werd in het Belgisch Staatsblad, verbiedt de belangrijkste vormen van reclame van gokbedrijven in drie fasen.

Op 1 juli 2023 wordt gokreclame verboden op televisie, radio en in bioscoopzalen, in advertenties en video-advertising op websites, digitale kanalen en sociale mediaplatformen, in advertenties in tijdschriften of kranten, op affiches op openbare plaatsen, in gepersonaliseerde reclame via mail, post, berichtendiensten, sms of sociale media en in alle reclamedrukwerk. 

Ook de sportsponsoring wordt aangepakt. Vanaf 1 januari 2025 wordt alle gokreclame uit de stadions gebannen - banners, affiches, reclamepanelen, spotjes -, met uitzondering van shirtreclame. Vanaf 1 januari 2028 wordt ook de sponsoring op shirts verboden.

Verschillende sportfederaties zien het verbod op gokreclame niet zitten en stappen nu naar de rechtbank om het aan te vechten. 

"Een totaalverbod op reclame zal onze supporters niet beschermen tegen gokverslaving, maar fans net naar het onveilige aanbod van niet-erkende aanbieders sturen", schrijven ze in een gezamenlijk persbericht. 

"Wij bepleiten een aanpak die verantwoordelijkheid legt bij de sportsector en de nadruk legt op verantwoord spelen met bescherming voor minderjarigen."

"Er is geen enkel bewijs dat mensen bij een reclameverbod zullen vluchten naar het illegale circuit", reageert professor Constandt. "Het is voor alle duidelijkheid geen verbod op gokken, maar op de ongeremde promotie ervan. En dat is nodig, want uit een recent onderzoek dat we deden blijkt dat net de meest kwetsbaren het meest geconfronteerd worden met gokreclame: mensen met een verslaving of in herstel, maar ook kinderen."

"Internationaal onderzoek toont aan dat kinderen van amper 5 jaar logo's van gokbedrijven kunnen herkennen, en vanaf 8 jaar kunnen ze die zelfs linken met de sportploeg die door dat bedrijf gesponsord wordt. Een totaalverbod op gokreclame is de enige manier om de meest kwetsbaren te beschermen", benadrukt Constandt.

Sponsoring van gokbedrijven is ongetwijfeld een belangrijke inkomstenbron voor de sportsectoren. "De Belgische Pro League, de hoogste klasse in het profvoetbal, spreekt bijvoorbeeld over 12 procent van hun budget. Dat zijn vele miljoenen euro's, en ligt bij andere federaties waarschijnlijk nog hoger", zegt Constandt. Daarom vrezen de sportfederaties ook dat het verbod hun financiële stabiliteit in gedrang zal brengen.

"De enorme afhankelijkheid in de sportsector van gokbedrijven is niet meer gezond", benadrukt de professor sportmanagement. "Door het kapitaal van goksponsoring te schrappen, geef je zuurstof aan andere sectoren om hun betrokkenheid in de sportsector financieel te vergroten."

"In de eerste plaats is sport een interessant product voor de gokindustrie met enorm veel bereik", legt professor Constandt uit. 

Belangrijker nog is het health image effect waar de gokindustrie volgens Constandt op inspeelt. "Sport wordt gezien als iets gezond en leuk, en dat imago willen gokbedrijven overbrengen op de ongezonde gokproducten." 

"Zo focussen ze niet op de gevaarlijke risico's verbonden aan gokken, zoals verslaving en gokschade in de vorm van schulden, werkverlet, relatiebreuken, sociale isolatie, angsten en depressies, maar op het speelse karakter verbonden aan sport."