Direct naar artikelinhoud
InterviewDe vragen van Proust

Spinvis: ‘Ik heb fouten gemaakt, mensen gekwetst en dat is vreselijk, maar ook klaar’

Erik de Jong, alias Spinvis: 'Twaalf is een magische leeftijd. De grootste kunstenaars zijn twaalf, die zijn zo vrij, zo ongelooflijk onthecht. De totale verbeeldingskracht, geen verwachtingen, geen eisen, geen ambitie, puur het plezier van het maken.'Beeld © Stefaan Temmerman

Schrijver Marcel Proust beantwoordde ze ooit in een vriendenboekje, nu geeft De Morgen er een eigenzinnige draai aan. Twintig directe vragen, evenveel openhartige antwoorden. Deze week: zanger-muzikant Erik de Jong, alias Spinvis (62). Wie is hij in het diepst van zijn gedachten?

1. Hoe oud voelt u zich?

“Als ik de perfecte leeftijd mag uitkiezen, denk ik 42. Want dan ken je jezelf wel al, je lichaam is nog helemaal top en je geest is ook schitterend. Ook nu nog trouwens. (lacht) Ik ben wel ouder geworden, maar dat speelt niet meer zo’n rol, laat ik het zo zeggen.

“Ik denk dat als je 65 wordt, er weer een nieuwe grens komt, een nieuwe huid. Je hebt denk ik zeven huiden, zeggen ze toch? Zeven fases. En dat klopt wel aardig als ik terugdenk aan mijn leven. Het klinkt droevig misschien en zo bedoel ik het niet, maar dit is misschien wel de laatste periode dat alles nog leuk is. Als ik kijk naar mijn ouders of mijn schoonvader, tachtigers: zij hebben wel plezier in het leven, maar er is zoveel wat niet meer lukt, er zijn zoveel beperkingen. Dat lijkt me geen feest. Maar we lopen allemaal hetzelfde pad, dat vind ik wel een troost.

“Ik ben mij er ook van bewust dat goed oud worden werken is. Het komt niet vanzelf. Veel oudere mensen worden niet per se leukere mensen. Het is een misverstand dat je met de jaren wijzer wordt. De wereld gaat hard, je begrijpt steeds minder, je werkt niet meer, dus je wereld wordt op zich kleiner en je blik vernauwt zich. En dan ga je nadenken over: wat had ik nog willen doen in het leven? Veel mensen worden dan teleurgesteld of cynisch of boos. En karaktereigenschappen die je tot dan toe kon beheersen, worden vaak groter en scherper. Vooral je minder aangename kanten. Dus je moet wel mensen in je omgeving hebben die je daarop wijzen. En ook jezelf goed analyseren, of je nog wel een leuke persoon blijft.”

2. Wat vindt u een kenmerkende eigenschap van uzelf?

“Ik heb weinig temperament. Ik ben een heel gelijkmatig iemand. Misschien is dat toch een calvinistische inslag. Het uiten van emoties is niet mijn sterkste kant. Daarvoor kijk ik te beschouwend naar mezelf, denk ik, als door een camera. Bijvoorbeeld: op een crematie zal ik alleen maar kijken en alles observeren. En dan weken later, opeens, als ik een pannenkoek aan het bakken ben, zeg maar, komen de tranen. Op een onbewaakt moment. Mijn emotionele huishouding is dus ingewikkeld, denk ik, maar dat weet ik zelf ook niet. Een weegschaal kan zichzelf natuurlijk niet wegen. Je kunt eigenlijk niet goed over jezelf oordelen. Dat moeten anderen doen. Want je bestaat in de ogen van anderen. En zoveel mensen als jij kent, zoveel versies zijn er van jou. Je hebt daar geen controle over. Je bent ze allemaal en je kent ze geen van allen. Dus daar kun je je erg in vergissen, over hoe jij denkt dat je bent.”

3. Wat drijft u?

“De toekomst. Ik word gelukkig van een agenda. Altijd heb ik een plan, ben ik met iets bezig: hoe gaan we dit doen, hoe gaan we dat maken? De toekomst trekt echt aan mij. Ik kijk ook niet graag achterom. Wat geweest is, is geweest. Ik heb fouten gemaakt, mensen pijn gedaan en dat is vreselijk, maar ook klaar. Het beter willen doen dan in het verleden, is dus een grote drijfveer voor mij.

“Als ik aan het maken ben, ben ik dolgelukkig. Het hoeft niet goed te zijn, als ik maar bezig kan zijn. En het wonder blijft: op een dag zit je aan de keukentafel een lied te verzinnen en een jaar later zingen mensen dat mee. Of laten ze het zelfs in hun hals tatoeëren. Noem het een soort toveren. Eerst is er niets en een dag later is er iets.

“Ook het contact met het publiek is wonderlijk. De eerste keren toen ik op een podium stond, was ik heel zenuwachtig. Je moet al die teksten onthouden en je doet hard je best, maar dan krijg je recensies en die gaan helemaal niet over je muziek of over je teksten, maar over hoe je eruitziet en over hoe mensen vinden dat je overkomt. Dingen waar je geen vat op hebt. Dat was best lastig. Tot je op een dag inziet: die mensen hier hebben een kaartje gekocht, die willen alleen maar dat jij het zo goed mogelijk doet, wat je doet. En dat klinkt simpel, maar dat was voor mij een knop die ik toen omdraaide: ik hoef niet iets te verkopen, ik hoef niet te zijn wat ik niet kan zijn. Ik ben gewoon wie ik ben en dat is genoeg.”

'Het wonder blijft: op een dag zit je aan de keukentafel een lied te verzinnen en een jaar later zingen mensen dat mee.'Beeld © Stefaan Temmerman

4. Wat vond u de moeilijkste periode in uw leven?

“Ik was als puber best ongelukkig. Ik wist niet wie ik was, wat ik kon, wat ik wilde. Allemaal vage plannen, maar er kwam niks. Elke dag was weer een nieuwe dag. Ik leefde als een dier, eigenlijk. Een wilde jeugd had ik. Punktijd, kraakpanden, heel chaotisch. In Utrecht. Ik was thuis weg. School had ik niet afgemaakt. Ik had wel werk in een fabriek, was dus niet echt dakloos, maar ik voelde me onveilig en naar. Nee, dat was geen leuke tijd.

“Ik heb daar ook weinig herinneringen aan, alleen maar losse scènes. Ik weet nog wel dat ik dacht: is dit het nu? Wat een toestanden. Maar goed, de pubertijd is ook wel een belangrijke tijd, want dan leer je jezelf kennen. Voor mij is dat goed afgelopen, maar velen van mijn generatie zijn dood door allerlei overdosissen. Overleden aan vrijheid, zeg maar. Ja, dát kan ook. Je bent toch nog maar een kind en kinderen maken rare sprongen.

“Toen mijn eigen kinderen die leeftijd hadden, zag ik waar ze door moesten. En voelde ik ook de onmacht als ouder. Want zich van je losmaken, dat moeten ze zelf doen. Daarbij kun je niet helpen. Dat proces, dat vormen van jezelf, dat kun je niet voor anderen uitvoeren. En alles wat des mensen is, zit in ons en is potentieel aanwezig. Ook de monsters die we zijn.”

5. Is het leven voor u een cadeau?

“Mijn leven is echt wel in tweeën gehakt: voor Spinvis en na Spinvis. Voor Spinvis deed ik nachtwerk in het sorteercentrum van de post, en het had ook zomaar kunnen zijn dat dat voor altijd zo was doorgegaan, want ik was niet ongelukkig. Het was niet dat ik barstte van ambitie. Het was niet zo dat ik met mijn muziek de wereld wilde veroveren. Helemaal niet, ik had gewoon veel plezier in het maken zelf. Niemand wist het eigenlijk, tot ik op een dag toch maar een demo opstuurde naar een platenmaatschappij. En toen gebeurde het. Dat was gek.

“Een jaar later was ik professioneel muzikant. Daar had ik altijd van gedroomd natuurlijk, maar ik was wel al 40, laat om te debuteren. Toen is mijn leven zo ontzettend anders geworden. Ik denk niet dat veel mensen zo’n kans meemaken.

“Ik ben onlangs teruggegaan naar die fabriek. Al mijn collega’s van destijds werken daar nog steeds, want waarom zou je iets anders doen? Dat waren allemaal jongens van mijn leeftijd. Je gaat tijdelijk even bij de post werken en daarna begint het grote leven, denk je, maar vaak gebeurt dat niet. Want je zit bij de post best goed, het is gemakkelijk werk, je kunt de huur betalen. 1980 wordt 1985, 1990 wordt 1995. En langzaam verdwijnt dat vuurtje, die ambitie, dat wat je nog wilde doen, steeds meer naar de achtergrond. En langzaam begin je in je achterhoofd te beseffen dat het allemaal niet meer gaat gebeuren en dat dit je leven is.

“Op het industrieterrein, ik zie mezelf daar nog staan. Als dit niet was gebeurd, had ik daar gewoon nog gestaan. En dat is het geluk van dingen die je niet kunt voorzien, maar die een ontzettend grote invloed op je leven hebben. Mensen zeggen altijd dat ze hebben gekozen voor dit of voor dat. Maar je hebt niet zo veel te kiezen. Je bent een balletje in het spel.”

6. Welke kleine alledaagse dingen kunnen u blij maken?

“Veel. Ik ben wel van de alledaagse dingen, meer dan van het grote gebaar. Er zit ontroering en schoonheid in die dingen die we zo gewoon vinden dat we ze niet meer zien. En ik probeer in teksten dat ook wel zo te benoemen: het alledaagse is niet alledaags, het alledaagse is bijzonder. Bijvoorbeeld: je rijdt de parkeergarage uit en bent vergeten dat je raampje nog openstaat en er komt ineens een koude wind naar binnen gewaaid. Het is niets, maar het is alles.

'Ik heb weinig temperament. Ik ben een heel gelijkmatig iemand. Misschien is dat toch een calvinistische inslag.'Beeld © Stefaan Temmerman

“Ik probeer ook altijd goed te observeren hoe mensen praten. Ik let erg op taal, en dan vooral spreektaal. Dus niet zozeer geschreven taal, want daar is te veel over nagedacht. Gesproken taal is muziek. We herhalen dingen, midden in een zin buigen we af en beginnen we een heel andere zin. Gesproken taal kun je niet opschrijven. Je mist zo veel. Vandaar dat ik ook ben gaan zingen in plaats van schrijven.

“En ook: ik kom in Nederland en in België. Hier worden zinnen anders gevouwd, anders gevoeld, anders begrepen. Je kunt je erg vergissen: we spreken dezelfde taal, maar we hebben niet dezelfde cultuur. Dat is echt anders. Zeer leerzaam.”

7. Wat biedt u troost?

“Ik vind troost een moeilijk woord. Een kind dat valt op zijn knie, troost je. Je zegt: kom hier, een kusje erop. Maar iemand die een dierbare verliest, is niet te troosten. Er bestaat ook niet zoiets als ‘verwerken’. ‘Je moet het nog verwerken.’ Ja, wat? Het verlies zit gewoon in je en gaat nooit meer weg. Je bent vanaf dat moment altijd iemand anders.

“Troosten betekent toch pijn wegnemen? Verzachting bieden. Maar vaak is dat niet goed, want die pijn is er niet voor niets. Je moet daardoor. Als een geliefde doodgaat, dan wil je toch niet dat je het níét voelt. Je móét het voelen, dat is net liefde. Je moet niet getroost worden. Ja, sorry.” (lacht)

8. Wat is uw zwakte?

“Ik heb er wel wat. Ik ben zeer conflictvermijdend, waardoor ik vaak in de problemen kom. Ik probeer het iedereen altijd naar zijn zin te maken en dat klinkt aardig, maar dat is het helemaal niet. In dat opzicht ben ik echt een softie. Ik zou duidelijker moeten zeggen waar het op staat.

“Als iets me niet interesseert, kan ik het totaal negeren en dat vind ik ook niet zo vriendelijk van mezelf. Ik zit te veel in mijn eigen wereld. Ook privé. ‘Hallo, we zijn hier ook nog.’ Maar dat had ik als kind ook al: ik kon urenlang in een hoekje zitten. Mijn moeder was al helemaal vergeten dat ik bestond. Want ik maakte geen geluid, ik deed niks, ik zat daar maar. Ik was ook laat met praten. Tot mijn derde of vierde jaar geen woord. De dokter die mij toen onderzocht, kon niks vinden. Misschien had ik nog niets te zeggen. Of was ik aan het nadenken: waarom zou ik iets zeggen, wat kan ik nog toevoegen?” (lacht)

9. Waar hebt u spijt van?

“Dat ik best veel tijd heb verprutst. En dan heb ik het over de pubertijd en de jaren erna, in de fabrieken. Het ging nergens heen. Pas op mijn 40ste ben ik gedebuteerd en natuurlijk kun je zeggen: dit had je niet kunnen maken op je 20ste, je hebt het pad moeten doorlopen. Dat is wel waar, maar toch heb ik spijt dat ik mijn school niet heb afgemaakt, dat ik geen Grieks en Latijn heb gekregen. Er is al zo veel voor ons gedacht en geschreven en ik heb het allemaal zelf moeten uitpluizen, veel later. En dat is echt een grote achterstand. Die verloren tijd is voor altijd weg.”

10. Wanneer hebt u het laatst gehuild?

“Ik huil niet vaak. Ik kan van muziek wel huilen. Waarom weet ik eigenlijk niet. Maar echt huilen om iets daadwerkelijks, daar ben ik niet sterk in. Ik geloof niet dat mij dat is afgeleerd omdat ik een jongen ben, hoor. Mijn ouders zijn helemaal geen mensen die dat soort regels hanteren. Maar misschien zit het toch ongemerkt in onze cultuur dat een jongen niet huilt. Hoewel ik dat nooit zo heb ervaren. Ik vind het niet raar als mannen huilen, helemaal niet. Ik vind het cool en stoer, maar ik doe het niet. Ik lach wel veel. Dat is ook een vorm van huilen.”

'Het is lang geleden dat ik dronken was, écht dronken. Sommige mensen worden dan agressief. Ik kan mij daar niets bij voorstellen. Ik blijf alleen maar iedereen kussen.'Beeld © Stefaan Temmerman

11. Bent u ooit door het lint ­gegaan?

“Zoals ik al zei: ik ben heel gelijkmatig. Ik kan mijzelf niet op die manier laten gaan. Ik kan moeilijk kwaad worden omdat ik het standpunt van de ander ook begrijp. Dus ik zal het allemaal direct analyseren en objectiveren: heb ik wel gelijk?

“Het is bijvoorbeeld lang geleden dat ik dronken was, écht dronken. Maar zelfs dan... Als je drinkt, gaan de remmen los. Sommige mensen worden agressief of beginnen te vechten. Ik kan mij daar niets bij voorstellen. Ik blijf alleen maar iedereen kussen. (lacht)

“Improviseren op een podium is misschien mijn manier om door het lint te gaan. Dat is supereng en het vergt oneindig veel zelfvertrouwen. Ik ben bijvoorbeeld helemaal geen goede gitarist, maar geef soms een lange gitaarsolo die helemaal nergens op slaat, echt helemaal nergens. Puur dat: het durven doen, die stap gewoon zetten. Op de hoogste plank staan in het zwembad. Je durft het niet maar je doet het toch. Hoe werkt dat? Wat gebeurt er in je hoofd dat je het toch doet? Dat is voor mij wel door het lint gaan.”

12. Wat is uw vroegste herinnering?

“Het oliekacheltje in de keuken in Spijkenisse, waarop de handdoeken te drogen hingen. Die bepaalde geur, en mijn moeder die zei: ‘Niet bij het kacheltje.’ Een zweem kan je opeens naar een wereld terugvoeren die je al zo lang bent vergeten. Waarvan je het bestaan niet meer vermoedde. En toch ben je daar weer eventjes. Ongelooflijk vind ik dat. Alleen geur kan dat.”

13. Wat hing er aan de muur van uw tienerkamer?

“Zilverfolie, met daarop allemaal collages van uitgeknipte krantenfoto’s. Ik was erg bezig met de versiering van mijn kamer. Plantjes, platen, stoelen die ik zelf beschilderde. Mijn kamer was mijn paleis.

“Ik heb een heel vrije opvoeding gehad. Mijn ouders waren echte hippies, love, peace en ‘als je maar gelukkig bent’. Iedereen zong, we maakten altijd muziek. En als je een artistieke inborst hebt, dan gaat er een vlammetje branden: de wil om te scheppen, maakt niet uit wat. Ik denk dat ik 11 of 12 jaar was, toen ik dat echt voelde.

“Dat is een magische leeftijd. De grootste kunstenaars zijn 12, die zijn zo vrij, zo ongelooflijk onthecht. De totale verbeeldingskracht, geen verwachtingen, geen eisen, geen ambitie, puur het plezier van het maken. Kinderen van twaalf zijn magiërs. En die magie verlies je, dat kan niet anders, maar er blijft altijd iets branden. Zo moet ik me altijd weer verantwoorden voor dat jongetje van 12, die blijft er altijd.”

'Mensen zeggen altijd dat ze hebben gekozen voor dit of voor dat. Maar je hebt niet zo veel te kiezen. Je bent een balletje in het spel.'Beeld © Stefaan Temmerman

14. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?

“Ik denk dat de menselijke geest een onwaarschijnlijk complex iets is, waar we nog niets van begrijpen. En dat alles wat we als onverklaarbaar of religieus ervaren, het product van onze geest is. Met andere woorden: het religieuze, dat zijn we zelf. Daarmee zeg ik niet dat het niet bestaat. Het bestaat absoluut, maar we zijn het zelf. En welbeschouwd zijn we sterrenstof. Sterrenstof dat zich in een miljoen jaar tijd heeft ontwikkeld tot een man en een vrouw die hier nu met elkaar kunnen praten over zichzelf, kunnen nadenken over religieuze begrippen. Sterrenstof dat over zichzelf is gaan nadenken, dát is voor mij het wonder.”

15. Hoe definieert u liefde?

“Je hebt verliefdheid en liefde. Verliefdheid is een soort krankzinnige ziekte, een héérlijke ziekte. Helemaal raar word je. (lacht) Je gaat rare dingen denken en zeggen. Je hebt geen controle meer over wat je doet. Je bent helemaal geobsedeerd door de ander. Heel dierlijk. Echt ongelooflijk wat je dan allemaal overkomt.

“En liefde is zeer diepe genegenheid, samen door het leven gaan en samen veel meemaken. In dat opzicht is heel goede vriendschap ook liefde.

“Ja, liefde. Iedereen is er vol van, maar niemand begrijpt het echt. Daarom hebben we al die liedjes nodig.”

16. Wat vindt u erotisch?

“Bij mannen die ouder worden maakt erotiek langzaam plaats voor zinnelijkheid. Het blijft wel lichamelijk, maar minder gericht op neuken. Het gaat niet langer over de naakte vrouw of het mooie meisje als lustobject, maar over het aanraken, het strelen, de geur van het haar. Wat leuk is, want het is ook een reis door je lichaam en door jezelf. Het wordt groter, symbolischer. Minder concreet, meer een algemeen levensgevoel. Ik ben wel erotisch ingesteld, ja.”

17. Wat is de speciaalste plek waar u ooit de liefde bedreven hebt?

“In het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, tussen de mummies. Een mens doet gekke dingen.” (lacht)

'Ik sprak laatst iemand die een sterke bijna-doodervaring had gehad. Daar was alleen maar nu. Alleen maar warmte, alleen goedheid. Maar hij werd wakker en moest revalideren en heeft een jaar lang terugverlangd naar dat moment.'Beeld © Stefaan Temmerman

18. Hoe zou u willen sterven?

“Niet door verdrinking en niet door vuur. Nu ik het uitspreek, gaat het natuurlijk gebeuren, maar dat lijkt mij afschuwelijk.

“Eigenlijk ben ik niet zo bang voor de dood. Ik sprak laatst iemand die een sterke bijna-doodervaring had gehad. Hij kwam in een perfect witte wereld terecht. Alles was in harmonie, er was geen tijd, er was geen dood, er was geen leven. Er was alleen maar nu. Alleen maar warmte, alleen goedheid. Hij was nog nooit zo gelukkig geweest, zei hij. Maar hij werd wakker en moest revalideren en heeft een jaar lang terugverlangd naar dat moment. Terwijl zijn vrouw en kinderen zo blij waren dat hij leefde, wilde hij liefst zo snel mogelijk terugkeren.”

19. Wat zou u wensen als laatste avondmaal?

“Oesters met champagne.”

20. Welke droom hebt u nog?

“Die droom wordt steeds realistischer, hoor: doen wat ik doe, tot op hoge leeftijd. En dan vredig inslapen. Dat zou mooi zijn.”

Speeldata:
12/10 Cactus Muziekcentrum, Brugge
15/10 C-Mine, Genk
13/12 Het Depot, Leuven
23/12 De Roma, Antwerpen
spinvis.nl

Be-Bop-A-Lula, het nieuwe album van Spinvis, verschijnt op 7 april bij Excelsior/V2.

Spinvis: ‘Ik heb fouten gemaakt, mensen gekwetst en dat is vreselijk, maar ook klaar’
Beeld rv