Direct naar artikelinhoud
InterviewTsar B

Tsar B: ‘Techno meets barok: misschien is dat nog de beste omschrijving voor mijn muziek’

Tsar B: ‘Er zit een enorm reservoir aan tranen in mij.’Beeld Francis Vanhee

Justine Bourgeus kan niet stilzitten. Trekt ze niet op artistieke ontdekkingstocht in een of ander exotisch buitenland – ze is net terug van een maand Mexico wanneer we aanbellen aan haar appartement in Brussel – dan is ze wel muziek aan het componeren voor een tv-serie of staat ze te deejayen als Star B. Haar alter ego Tsar B schonk ze pas een langverwachte tweede plaat: op To the Stars keert Bourgeus terug naar haar eerste liefde, de klassieke muziek, én gooit ze allerlei dancegeluiden in de mix. ‘Mijn hart slaat op het ritme van de gabber.’

De generatiekloof – en ook wel de gentrificatie – geïllustreerd: Justine Bourgeus (29) en ik zijn in hetzelfde Oost-Vlaamse plattelandsdorp opgegroeid. Zij woonde er in de jaren 90, in een tot hip loftcomplex omgebouwd dorpsschooltje. Ik in de jaren 80 in een rijhuis waar alleen de videoclips op MTV hip waren, en dat schooltje was toen gewoon mijn school. We vinden elkaar in de seventies: een decennium dat we geen van beiden hebben meegemaakt, maar ontdekken via boeken, films en muziek.

In de lockdown bracht je de concertfilm Les dîners de Gala uit: behalve een terugkeer naar je eerste liefde – klassieke muziek – ook een ode aan de decadente seventies. De titel is ontleend aan een geïllustreerd kookboek van de surrealistische kunstenaar Salvador Dalí uit 1973.

Justine Bourgeus: “Toen ik dat kookboek in handen kreeg, bekroop me een soort heimwee, een soort fomo zelfs, naar de jaren zeventig. Ik wilde dat tijdperk doen herleven, ik was volledig klaar om de rock-’n-rollster uit te hangen. En toen kwam covid, een periode waarin rock-’n-roll gewoon niet kón. Dus dompelde ik me onder in die schitterende feesten van Dalí en zijn vrouw Gala, waarvoor gasten zich op de meest spectaculaire wijze uitdosten. Ik lees ook veel over de seventies, zoals Just Kids, de autobiografie van Patti Smith, en Please Kill Me, een schitterend boek over het ontstaan van de Amerikaanse punk (van muziekjournalist Legs McNeil, red.).

“De overdaad van de seventies inspireert me, de muziek en de kledij van toen vind ik pure barok. Techno meets barok: misschien is dat nog de beste omschrijving voor mijn muziek.”

Over die techno: vier jaar geleden begon je te dj’en onder de naam Star B.

“Mijn stijl als dj is ritmisch en vettig en leunt aan bij techno, maar is toch nog iets anders. Ik ben ook geen volbloed dj zoals sommige van mijn vrienden. Cellini bijvoorbeeld: als hem gevraagd wordt nog een paar uur langer te draaien, aarzelt hij geen moment. Echte dj’s doen niets liever dan all-nighters, bij mij stopt de interesse na een set van twee uur. Dan heb ik alles gegeven en wil ik niet nóg een paar uur staan draaien. Bij een optreden heb ik dat na een uur al, en ook als toeschouwer kijk ik het liefst naar een compacte show.”

De nightlife-invloed is op To the Stars onmiskenbaar aanwezig in een track als ‘Don’t Wanna Lose Nobody’, die de sfeer van een zweterig nachtje in de Berlijnse club Berghain oproept.

“Snelle elektronische muziek doet iets met me. Als ik naar gabber luister, áárd ik. Ik denk dat het met mijn hoge hartritme te maken heeft. Op mijn 13de mat de huisarts mijn hartslag, hij zei dat die ‘absurd snel’ was. Hij vroeg ook: ‘Ben je soms verliefd?’ Hoe weet díé dat, dacht ik (lacht).

“Je zult nooit pure genres in mijn nummers horen, meer... invloedjes. Gabber is ultrasnel, mijn muziek eerder traag. En toch hoor ik een link – les extrêmes se touchent. Er zitten ook synthesizers in ‘Don’t Wanna Lose Nobody’ die voor mij klinken als tranen.”

Huil je gemakkelijk?

“O ja. Er zit een supergroot reservoir aan tranen in me. Ik vind huilen bevrijdend. Ik huil vaak van ontroering, en ik huil ook makkelijk mee met mensen. Er is een tijd geweest dat ik die empathische kant van me haatte, omdat al dat meevoelen me veel energie kostte. Intussen weet ik: ik bén gewoon zo. Ik ween wél altijd heel zachtjes – veel tranen, weinig gesnik.”

‘Techno meets barok: misschien is dat nog de beste omschrijving voor mijn muziek.’Beeld Oriane Verstraeten & uber and kosher

DE BALLETMOORD

De barok dan. Lang geleden speelde je viool bij School Is Cool, maar je wortels liggen in de klassieke muziek. Ben je ook gelovig opgevoed? Bij ‘Interlude’ op To the Stars zie ik meteen een kerkorgel opdoemen.

“Ik heb altijd gehouden van het sacrale. Thuis waren we niet gelovig, maar als ik in de catechese op school te horen kreeg dat we onze gebedjes moesten zeggen, dan dééd ik dat ’s avonds ook. Ik heb als kind zéker een tijdje oprecht geloofd en was erg toegewijd. Dat ging zelfs zover dat ik roekeloos van een berg skiede, in de overtuiging: als het misgaat, vangt Jezus me wel op. Na verloop van tijd verdween dat geloof, uiteindelijk raakte ik ook gedegouteerd door het machtsmisbruik in de katholieke kerk. Maar het mystieke is me altijd blijven boeien.”

Je vond dat mystieke nadien in muziek?

“Ja, maar ook in vriendschap, uitgaan in fijn gezelschap tot de zon opkomt, kunst… Ik heb net een hele maand in Mexico gezeten met mijn vriend – het donkere seizoen is in België altijd moeilijk voor mij. In Mexico City heb ik de surrealistische kunstenares Leonora Carrington ontdekt. Ik kom na zo’n reis dan thuis met stapels kunstboeken waarmee ik uren zoet ben. Ik ben nu ook 16de-eeuwse gezangen aan het remixen tot popsongs – als ik zulke oude muziek hoor, beland ik als vanzelf ergens anders.”

Intussen heb je er ook een job bij naast Tsar B: in 2022 maakte je de muziek voor tv-programma’s als De 42 kinderen van de goeroe, Season of Sex en Assisen. Tot voor kort werden zowat alle soundtracks voor Vlaamse series gemaakt door Dave Martijn en Jeroen Swinnen. Hoe heb je een plaatsje weten te veroveren in die wereld?

“Simpel: ik heb in interviews vaak laten vallen dat ik dat graag eens wilde doen. Regisseuse Lenny Van Wesemael las zo’n artikel en de bal ging aan het rollen. Ze vroeg me tijdens de pandemie of ik de muziek wilde maken bij haar serie Leef.

“Ik vind het fijn om me ten dienste te stellen van een andere kunstenaar, om in het hoofd van een regisseur te kruipen. De balletmoord in Asissen was heel dankbaar: ik mocht muziek maken voor choreografieën. De muziek moest ook éérst af zijn, nog voor de opnames begonnen. Ik moest aan mijn grote voorbeeld Angelo Badalamenti denken. David Lynch had nog niks gefilmd van Twin Peaks, maar toen Badalamenti hem over de dood van Laura Palmer hoorde vertellen, kreeg hij tranen in zijn ogen en schreef hij Laura Palmer’s Theme.”

Lees ook

Justine ‘Tsar B’ Bourgeus en haar grootouders: ‘Ze mag altijd komen om de pijn te stillen’

In 2015 ging je song ‘Escalate’ via muziekblogs de wereld rond. Je creëerde een TikTok-hype nog voor TikTok bestond: mensen van Chili tot China dansten erop én zetten filmpjes van hun choreografieën online. Hoeveel rest er van zo’n internethype acht jaar later?

“Dat vervliegt hè, de tijd gaat tegenwoordig sneller dan snel. In Brazilië twerkten ze op ‘Escalate’: hoe waanzinnig was dat? Wellicht stel ik met mijn nieuwe plaat de danswereld danig teleur: er staan geen hoekige nummers op à la ‘Escalate’ waarop je van die speciale moves kunt doen. Maar ik voel de hete adem van die ontgoochelde twerkers niet in mijn nek, hoor (lacht). Misschien ook door al die televisieopdrachten van de laatste tijd: ik doe niets liever dan me terugtrekken in mijn laboratorium. Al kan ik ook niet creëren in totale afzondering, ik heb mensen om me heen nodig.

“Ik ga met mijn plaat spelen in de AB en de Vooruit, en deze zomer doen we enkele goeie festivals. Ik speel niet té veel, zodat ik kan blijven componeren. Ik ben héél gelukkig met hoe het nu loopt.”

‘To the Stars’ is uit in eigen beheer. Tsar B speelt o.a. op 1 april op het Listen Festival in Ancienne Belgique, Brussel.

© Humo