Direct naar artikelinhoud
AnalyseEconomie

Hoe minder ze in de krant staan, hoe liever: u kent ze niet, maar deze traders boeken megawinsten dankzij oorlog in Oekraïne

Een mijn van Glencore in Katanga, Congo.Beeld Bloomberg via Getty Images

Energiebedrijven doen gouden zaken dankzij de economische oorlog met Rusland. Dat weet u al. Maar in alle stilte boeken ook de grote grondstoffenhandelaren megawinsten. Een schijnwerper op een donker hoekje van de wereldeconomie. ‘Het zijn aasgieren.’

Vitol, Glencore, Cargill, Mercuria, Gunvor, Trafigura. Bij veel mensen zullen die namen geen belletje doen rinkelen, maar het zijn de titanen van de internationale handel in grondstoffen. Stuk voor stuk vertegenwoordigen ze miljarden euro’s aan handel in de bouwstenen van onze moderne wereld: olie, gas, steenkool, ijzer, aluminium, kobalt, graan, cacao, meststoffen – noem maar op.

Een studie van het Amerikaanse adviesbureau Oliver Wyman leert dat de grondstoffenhandelaren (in het Engels: ‘commodity traders’) in 2022 wereldwijd 105 miljard euro brutowinst hebben gemaakt. Dat is 60 procent hoger dan een jaar eerder en drie keer meer dan voor corona. “Voor de handelaren was vorig jaar een beetje de perfecte storm”, zegt een topman van Oliver Wyman aan The Financial Times.

Weinig verrassend is het vooral de handel in olie en gas die sinds de oorlog in Oekraïne bijzonder lucratief blijkt.

Het Zwitserse Gunvor heeft woensdag bekendgemaakt dat het in 2022 een historische winst van 2,3 miljard euro heeft geboekt. Drie keer meer dan het jaar voordien. Het Amerikaanse Cargill komt aan 6,1 miljard euro winst. Het hoogste cijfer in zijn 156-jarige bestaan. Het Britse Glencore heeft 2022 afgesloten met 15,8 miljard euro winst. U raadt het al: een record.

Trafigura – een bedrijf dat zijn hoofdzetel in Singapore heeft maar zoals veel grondstoffenhandelaren vanuit Zwitserland opereert vanwege het ‘milde’ fiscale klimaat in de Alpen – heeft vorig jaar 6,4 miljard euro aan winst gerapporteerd. Dat is meer dan de winst van de vier voorgaande jaren samen. Trafigura is sinds 2020 de eigenaar van het Belgische zinkbedrijf Nyrstar.

Van x naar y

Ontdaan van alle tierlantijntjes is de manier waarop grondstoffenhandelaren geld verdienen best eenvoudig.

Ze kopen grondstoffen de ene dag bij klant x en verkopen die de volgende dag aan klant y. Het liefst met een beetje winst door handig een prijsverschil op de markt uit te buiten. Meer is het eigenlijk niet. Maar wie dit soort deals vaak genoeg weet te herhalen, kan er een aardige zakcent aan overhouden. Zeker in de huidige onzekere tijden, met sterk schommelende prijzen.

Een bron met veel ervaring in de energiewereld zegt: “Het zijn aasgieren. Ze komen af op de geur van paniek en rottend economisch weefsel. Voor gas sluiten ze bijvoorbeeld vaak langetermijncontracten af met energiebedrijven – aan een vaste prijs. De energiebedrijven zijn dan verzekerd van inkomsten. En de handelaren gokken erop dat er een crisis komt waardoor ze het gas later duurder kunnen doorverkopen. Zoals nu met Oekraïne.”

In het jargon van Oliver Wyman wordt dit: “Prijsvolatiliteit is het levensbloed van de handelaren.”

De haven van Hongkong.Beeld Getty Images

“Het gaat hier om gigantische bedrijven, die wereldwijd vertakt zijn en zich vaak toeleggen op een beperkt aantal grondstoffen”, zegt Matthias Detremmerie, trader voor energiebedrijf Elindus. “Zo zijn Trafigura en Vitol heel grote oliespelers. Cargill is gespecialiseerd in graan. Glencore baat een hele reeks mijnen uit. Sowieso hebben veel van deze handelaren door de tijd heen de hand gelegd op kritieke infrastructuur zoals pijpleidingen, raffinaderijen en schepen.”

Nog een kenmerk: commodity traders laten zelf weinig of niets los over hun dagelijkse bezigheden. Hoe minder ze in de kranten staan, hoe liever ze het hebben. Een groot deel is bovendien in private handen. Cargill wordt bijvoorbeeld al decennialang geleid door één familie: de Cargill-MacMillans. Volgens informatie van Business Insider gaat het om de vierde rijkste familie in de VS. Ze telt veertien miljardairs.

Dinosaurussen

Ook heel wat banken, hedgefondsen en energiebedrijven hebben tradingafdelingen, maar de markt wordt gedomineerd door een handvol megaspelers. “We noemen ze soms dinosaurussen. Omdat ze door hun omvang in staat zijn om de markt in een bepaalde richting te duwen,” zegt Detremmerie, “maar ook omdat ze zaken doen op een manier die eigenlijk niet meer van deze tijd is.”

De grote grondstoffenhandelaren hebben geen al te best imago – om het met een understatement te zeggen. In het boek The World for Sale van Bloomberg-journalisten Javier Blas en Jack Farchy wordt haarfijn uitgelegd hoe de bedrijven er sinds WO II in geslaagd zijn om zich te verrijken met behulp van omkoping, marktmanipulaties en deals met schimmige regimes.

Blas en Farchy schrijven: “In Irak hielpen de traders Saddam om zijn olie te verkopen met ontduiking van het VN-embargo. In Cuba ruilden ze suiker voor olie met Fidel Castro en zorgden ze er zo voor dat zijn communistische revolutie levensvatbaar bleef. Ze verkochten in het geheim miljoen tonnen Amerikaans graan aan de Sovjet-Unie (...) Wie belde Igor Sechin, de baas van de Russische oliereus Rosneft en bondgenoot van Poetin, toen hij 10 miljard dollar nodig had? De commodity traders.”

En de overheden, die staan erbij en kijken ernaar? De pijnlijke vaststelling is dat veel grondstoffenhandelaren too big to fail zijn geworden. Al probeert men wel komaf te maken met de meest schaamteloze cowboypraktijken. Er worden steeds vaker boetes en ook celstraffen uitgedeeld.

Gunvor heeft alvast 200 miljoen euro van zijn winst in 2022 opzijgezet om een nakende boete te betalen. In Ecuador is het bedrijf onlangs betrapt op de omkoping van medewerkers van het staatsoliebedrijf.