Direct naar artikelinhoud
AchtergrondSlaappillen

Een op tien Belgen slikt slaappillen, maar dat is niet zonder gevaar: ‘Je hebt er na verloop van tijd steeds meer van nodig’

Een op tien Belgen slikt slaappillen, maar dat is niet zonder gevaar: ‘Je hebt er na verloop van tijd steeds meer van nodig’
Beeld Carmen De Vos

Een op de tien Belgen kan de slaap niet vatten zonder pilletje. In onze woon-zorgcentra slikt maar liefst een op de twee bewoners pillen, en ook bij tieners gaat het gebruik in stijgende lijn. Dat is een gevaarlijk fenomeen, want wie langdurig slaap- of kalmeermedicijnen neemt, wordt verward, apathisch en vergeetachtig. Het risico op ernstige ziektes neemt toe, slapen zonder pillen wordt gaandeweg onmogelijk. ‘Mentale problemen moet je bij de wortel aanpakken: geluk en slaap komen niet uit een doosje.’

Kris Baert (68) werkte jarenlang in het onderwijs, tot hij de kans van zijn leven kreeg: hij kon aan de slag bij Radio 2.

Kris Baert: “Ik werkte voor de sportdienst, de regionale redactie van Vlaams-Brabant én voor het radioprogramma Het leven is mooi. Dat was heel fijn, maar ik had moeite om mijn grenzen te bewaken. Het was al van kleins af aan mijn droom om voor de radio te werken, dus ik wilde absoluut bewijzen dat ik mijn plek bij de VRT had verdiend. Ik was zeven dagen per week aan de slag, van ’s ochtends tot ’s avonds, en toch had ik nooit het gevoel dat ik genoeg had gedaan.

“’s Nachts lag ik urenlang te woelen en piekeren in bed. Wie kan ik interviewen? Wat kan ik nog beter doen? Waar kan ik morgen nieuws sprokkelen? Ik sliep slecht en weinig, en zo ging ik er langzaam aan onderdoor.

“In die periode is ook mijn vader gestorven, waardoor ik helemaal niet meer sliep. Ik raakte de pedalen volledig kwijt. Ik werd duizelig, kon nauwelijks nog op mijn benen staan. Mijn huisarts schreef Stilnoct voor, een bekend slaapmiddel. Een paar weken, maximum een paar maanden, en ik zou van mijn slaapproblemen verlost zijn. En, verzekerde de huisarts me: de pillen waren níét verslavend.”

Kris Baert: ‘Nu ik geen pillen meer slik, slaap ik beter dan ooit. Als ik niet van die rommel verlost was geraakt, had ik hier niet meer gezeten.’Beeld Carmen De Vos

Is zo’n pil erg krachtig?

Baert: “Reken maar. Ik mocht ’m niet innemen in de woonkamer, want dan haalde ik mijn bed niet. Het is zoals verdoofd worden in het ziekenhuis: het ene moment ben je nog klaarwakker, en plots wordt het zwart voor je ogen.

“Ik had steeds meer medicatie nodig om in slaap te vallen. Een kwartje werd een halfje, en algauw nam ik elke avond een volledige pil. Stilnoct doet je inslapen, maar je slaapt niet dóór, dus werd ik ’s nachts weer wakker, dan moest ik opnieuw een pil slikken. Na acht jaar nam ik drie pillen per nacht: om 11 uur ’s avonds, om 2 uur ’s nachts en om 5 uur ’s ochtends. Ik sliep met horten en stoten, om de volgende dag op te staan zoals ik naar bed was gegaan: doodvermoeid.

“Overdag bleef ik vlammen als een gek. Ik wilde geen enkel teken van zwakte vertonen uit angst dat ik mijn job zou verliezen. Maar ik was moe, ik verloor mijn dynamiek en mijn drive. Mijn creativiteit botte af en ik dacht trager. Vroeger was ik erg lichtvoetig van aard, maar ik werd prikkelbaar en humeurig. Tijdens een radio-interview dwaalden mijn gedachten af: heb ik nog genoeg pillen in huis?

“Op 1 september 2008 raakte ik de bodem. Ik had al weken het gevoel dat mijn hoofd zou ontploffen, en toen ik die dag thuiskwam van het werk, met drie persconferenties achter de kiezen, voelde ik hoe mijn hart tekeerging. De wereld werd wazig en ik zakte door mijn knieën. Toen ik bijkwam, ging ik naar de huisarts, dezelfde als negen jaar eerder. Hij schreef me meteen drie maanden ziekteverlof voor.

“Het was een verschrikkelijke periode. De radio was alles voor mij, ik zag mijn kinderdroom voor mijn ogen uit elkaar spatten. Ik deed niets meer, was mezelf niet meer. Het enige waaraan ik kon denken, waren die pillen. Toen heb ik de zwaarste beslissing van mijn leven genomen: ik reed naar Dirk Somers, mijn baas bij Radio 2, en bood mijn ontslag aan. Ik zag geen uitweg meer. Ik was 54 jaar, slapeloos en radeloos, en ik flirtte met een opname in de psychiatrie.”

HALVE ZOMBIES

Wereldwijd staat België op een weinig benijdenswaardige derde plaats wat het gebruik van zware slaap- en kalmeermiddelen betreft, enkel Uruguay en Servië gaan ons voor. Niet de Amerikanen dus, die nochtans veel meer dan wij worden overstelpt met reclame van de farma-industrie.

Een op de vijf Vlamingen nam ooit een slaappil op doktersvoorschrift. Voor sommigen blijft het bij een occasioneel pilletje, maar volgens Sciensano gebruikt een op de tien landgenoten geregeld een slaap- of kalmeermiddel. Elke dag opnieuw slikken we samen ruim één miljoen pillen, goed voor een totaal van meer dan vierhonderd miljoen per jaar.

De laatste jaren spraken een aantal bekende figuren zich in de media uit over hun slaapmiddelengebruik. Erik Van Looy bekende in Humo dat hij de slaap niet meer kan vatten zonder pilletje: ‘Ik ben verslaafd, denk ik.’ Ook tv-maker Wim Lybaert had jarenlang slaapmedicatie nodig om de nacht te trotseren. ‘Na een tijdje hangt er een mist in je hersenen’, vertelde hij in Het Laatste Nieuws. ‘Je creativiteit vlakt af, alsof er een snelheidsbeperking op je verstand staat. Doorgaan met 120 kilometer per uur lukt niet meer.’ Het lukte Lybaert om de pillen af te zweren. Dat is geen sinecure, weet Inge Declercq, slaapexpert en neuroloog in het Universitair Ziekenhuis van Antwerpen.

Inge Declercq: “De meeste Belgische patiënten gebruiken benzo’s (benzodiazepines, red.) of Z-hypnotica. Beide middelen hebben een gelijkaardige werking: ze doen een krachtige stof vrijkomen die onze hersenen bij wijze van spreken knock-out slaat. Je stopt met piekeren en je slaapt. Oef, denken veel mensen dan, ik lig niet meer wakker. Maar je slaapt niet góéd met zo’n pil. Slapen heeft als doel dat je lichaam zich herstelt van de inspanningen die het overdag heeft geleverd, maar onder invloed van die medicatie slaap je net heel licht en oppervlakkig.

“Het effect van de pillen duurt ook langer dan één nacht, waardoor gebruikers ’s ochtends wakker worden met een katergevoel: ze zijn vermoeid, hebben hoofdpijn en kunnen zich niet concentreren. Veel patiënten voelen zich beter met iets minder slaap dan na een nacht met een slaappil, want dan voelen ze zich overdag als halve zombies.”

Wie een slaappil heeft genomen, zou de volgende dag meer risico lopen op bijvoorbeeld een auto-ongeval.

Declercq: “Dat klopt, omdat je alertheid en reactievermogen afnemen. Slaapmiddelen werken niet toevallig in op dezelfde receptoren als alcohol: gebruikers stoten dingen om, articuleren minder goed, en verliezen hun evenwicht weleens. Eigenlijk mag je niet met de auto naar het werk rijden als je daags voordien een slaappil hebt genomen. En hoe ouder je bent, hoe trager je hersenen overdag herstellen van het middel.”

Wat zijn de effecten op lange termijn?

Declercq: “Je loopt een hoger risico op kanker, vaatziekten, hartinfarcten en de ziekte van Alzheimer. Maar minstens even onrustwekkend is dat je na verloop van tijd tolerant wordt voor de effecten. Je hebt er steeds meer van nodig, en na een tijdje vóél je niet eens meer dat die pillen je traag en verward maken. Ik ken veel patiënten van wie het leven stukje na stukje afbrokkelde. Ze werden futloos en apathisch, ze verloren hun job en in zekere zin ook zichzelf.

“Een van mijn patiënten bekleedde ooit een hoge functie in het bedrijfsleven. Na zijn pensioen begon hij slaapmiddelen te gebruiken en in geen tijd veranderde hij in een wandelende schaduw. Als buitenstaander kun je vermoeden dat zulke mensen depressief zijn, maar eigenlijk zijn ze permanent onder invloed.”

Waarom slikken Belgen zoveel slaappillen?

Declercq: “We slapen met z’n allen slecht omdat we zoveel stress hebben en voortdurend naar schermpjes kijken. Daardoor geven we de hele dag lang verkeerde signalen aan ons brein en liggen we ’s nachts wakker. We leven ook in een quick fix-maatschappij: als iets niet goed voelt, willen we zo snel mogelijk een wonderoplossing, bij voorkeur in de vorm van een pilletje. Dat probleem stelt zich overal in de westerse wereld, maar in België heb je de perfecte cocktail: de mensen slapen slecht, de drempel naar de dokter is laag én de slaapmedicatie is goedkoop. Daarom schrijven artsen hier ook zoveel antidepressiva voor. Maar je kúnt een depressie niet oplossen met een pil, net zomin als slapeloosheid. Geluk en slaap komen niet uit een doosje.

“België is ook een wereldwijde koploper op het vlak van middeltjes die je zonder voorschrift kunt kopen, zoals kruiden en melatoninepreparaten. Die staan in veel apotheken prominent op de toonbank, en er wordt overal reclame voor gemaakt. De voorbije jaren is het gebruik van die producten met maar liefst 44 procent gestegen, wat wellicht iets te maken heeft met de stress die we hebben ervaren tijdens de coronapandemie. De meeste middeltjes hebben geen bewezen langdurige effecten. Enkel ashwaganda en valeriaan helpen enigszins om beter te slapen. Maar wat je ook slikt, geen enkele pil biedt een duurzame oplossing. Mensen die aan slapeloosheid lijden, moeten hun problemen bij de wortel aanpakken.”

Zware medicatie is in België enkel verkrijgbaar op doktersvoorschrift. Ligt de verantwoordelijkheid bij onze psychiaters en huisartsen?

Declercq: “Gedeeltelijk wel, ja. Je mag eigenlijk pas benzo’s beginnen te slikken als je al weken geen oog meer hebt dichtgedaan, bijvoorbeeld tijdens een zware rouwperiode. Maar zelfs dan moet je het gebruik beperken tot een tiental dagen, en bij voorkeur in een zo laag mogelijke dosis, want binnen de twee weken ben je eraan verslaafd.

“Ik denk dat de artsen soms met de handen in het haar zitten, omdat ze de alternatieven voor slaapmedicatie niet altijd kennen. De oorzaken van slapeloosheid aanpakken vergt veel tijd, en dat is een schaars goed in deze tijden van huisartsentekorten en patiëntenstops. Soms staan de dokters ook gewoon met hun rug tegen de muur, want er zijn tal van wanhopige patiënten die sterk aandringen om pillen voorgeschreven te krijgen.”

JONG EN OUD

Vorige maand waarschuwde het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) voor het stijgende gebruik van slaap- en kalmeermiddelen bij jongeren: een op de zes Vlaamse tieners heeft al pillen geslikt. Soms worden die door de ouders toegestopt in een stresserende periode, andere keren komt het voorschrift van de huisarts.

Volgens VAD-woordvoerder Tom Evenepoel valt het stijgende gebruik deels te verklaren door de coronapandemie: ‘Heel wat jongeren hebben mentale schade opgelopen tijdens de lockdowns, waardoor ze sneller naar slaap- en kalmeringspillen grijpen.’ Huisartsenvereniging Domus Medica zegt bovendien dat sommige pillen ook circuleren op fuiven.

Lees ook

Jongeren slikken vaker slaappillen: ‘Ben­zo­di­a­ze­pines werken zeer verslavend’

Maar dé pillenslikkers in ons land zijn de ouderen. Een op de drie Belgische 75-plussers neemt zeer geregeld een slaappil. Mirko Petrovic, professor geriatrie aan de UGent, maakt zich ernstig zorgen over het gebruikspatroon van onze bejaarden.

Mirko Petrovic: “Ouderen gebruiken veruit de meeste slaapmiddelen, terwijl zij net het kwetsbaarst zijn voor de bijwerkingen. Ze worden suf en vallen vaker dan gewoonlijk. Zo belanden ze in het ziekenhuis, maar in het ergste geval kan zo’n tuimelpartij hen ook fataal worden.”

In woon-zorgcentra slikt de helft van de bewoners benzo’s. De helft!

Petrovic: “Ja, dat is een bijzonder ernstig probleem. Bewoners zouden enkel benzo’s mogen krijgen in uitzonderlijke omstandigheden, maar in de Belgische woon-zorgcentra worden ze haast op automatische piloot voorgeschreven. Als een bewoner een beetje onrustig is of slecht slaapt, moet je eigenlijk op zoek gaan naar het onderliggende probleem. Soms krijgen de ouderen overdag te weinig prikkels, waardoor ze ’s avonds niet moe genoeg zijn om in slaap te vallen.

“Er moet ook meer aandacht worden besteed aan de bijwerkingen van die pillen en aan hoelang de bewoners ze mogen slikken. In elk woonzorgcentrum zou de medicatie van de bewoners om de zoveel maanden onder de loep moeten worden genomen door de raadgevende arts.”

Het lijkt erop dat we onze ouderen bewust verdoven.

Petrovic: “Zo scherp zou ik het niet stellen. Veel heeft te maken met de hoge werkdruk in de woon-zorgcentra: het vergt gewoon te veel tijd om de onderliggende oorzaken van slapeloosheid te achterhalen. Het personeel wijst ook vaak met een beschuldigende vinger naar de familieleden: zíj zijn niet zelden vragende partij om slaapmiddelen voor te schrijven. Veel mensen beseffen immers niet hoe gevaarlijk die benzo’s zijn voor ouderen, zeker niet als ze worden genomen in combinatie met andere geneesmiddelen.”

BENZO’S IN DE GARAGE

Afkicken van benzodiazepines is een loodzware beproeving. 67 procent van de Belgische gebruikers probeerde ooit al vergeefs om ermee te stoppen. De helft van de Belgen die er wél in slagen om te ontwennen, hervalt binnen de achttien maanden. Uit onderzoek is gebleken dat benzo’s zo verslavend werken dat het bijna onmogelijk is om er op eigen houtje vanaf te raken. Dat weet Tijs Synaeve (45) beter dan wie ook: na het overlijden van zijn ouders gebruikte hij jarenlang benzo’s om zijn angstaanvallen onder controle te houden.

Tijs Synaeve: ‘We maken van rouw en verdriet medische problemen, in de foutieve veronderstelling dat er ook medische oplossingen voor bestaan. In veel dorpen is geen warme bakker meer, maar er zijn wél overal apotheken.’Beeld Carmen De Vos

Tijs Synaeve: “Ik verloor mijn moeder aan botkanker toen ik 16 jaar oud was. Tien jaar later overleed ook mijn vader aan een hartaderbreuk. Kort daarna kreeg ik mijn eerste paniekaanval. Ik liep te winkelen in de supermarkt toen ik plots een benauwd gevoel kreeg. Ik greep naar mijn hals en voelde dat mijn hart af en toe een slag miste. Ik begon te zweten en te beven. Ik was ervan overtuigd dat ik ter plekke mijn laatste adem zou uitblazen.

“Ik liet mijn winkelkar achter en vluchtte naar buiten. Ik wilde naar huis om mijn vriendin nog een laatste keer te zien. Onderweg volgde een tweede aanval. Ik zette m’n auto aan de kant en liep een apotheek binnen. Daar kreeg ik een flesje Sedinal, een middel op basis van valeriaan. ‘Tien druppeltjes volstaan’, zei de apotheker. Ik heb meteen de helft van het flesje leeggedronken.

“Toen ik jaren later nog steeds niet verlost was van mijn angstaanvallen, klopte ik ten einde raad aan bij een psychiater. Die schreef me antidepressiva en Rivotril voor, een krachtige benzo die onder gebruikers bekendstaat als ‘de grootvader van de benzo’s’. Het was een mirakeloplossing. Toen ik die eerste pil slikte, was het alsof iemand een warm deken over me heen legde en me toefluisterde: ‘Alles komt goed.’ Ik voelde me intens gelukkig, bijna euforisch, en ik was die psychiater onnoemelijk dankbaar. Maar mijn geluk was van korte duur.”

Wat deden die pillen met je?

Synaeve: “Ze veranderden me in iemand die ik niet was. Ik was altijd een heel sociaal persoon geweest: ik had veel vrienden en was actief bij verschillende verenigingen. Maar beetje bij beetje raakte ik van alles en iedereen vervreemd. Ik had steeds meer moeite om normale gesprekken te voeren, omdat ik ervan overtuigd was dat iedereen tegen mij samenspande. Alle slechte dingen die mij overkwamen, waren de schuld van de anderen, en ik was het grote slachtoffer. Ik zag spoken, het leek wel alsof ik gevangenzat in m’n eigen hoofd.

“De opgewekte, optimistische kerel die ik ooit was, veranderde in enkele jaren tijd in een verbitterde, zwartgallige man. Ik nam niet langer deel aan het verenigingsleven en verloor veel vrienden, maar dat interesseerde me eigenlijk niet. Sociaal contact was een te moeilijke opgave geworden. En als ik dan tóch eens buitenkwam, was ik zo apathisch dat ik geen contact kon maken met de mensen om me heen. Ik telde de minuten af tot ik weer naar huis kon.”

Was je nog in staat om te werken?

Synaeve: “Vorig jaar heb ik in september mijn job verloren, voor de derde keer in drie jaar tijd. Ik schreef subsidiedossiers voor een scholengroep, maar na een tijdje begonnen de opdrachten zich op te stapelen. De stress blokkeerde me volledig, de cijfertjes op de spreadsheets dansten voor mijn ogen, en het lukte me niet langer om de details en de essentie van elkaar te onderscheiden. Soms zat ik minutenlang doelloos naar mijn scherm te staren. Ook mijn taal liet me in de steek: ik kreeg geen halve zin meer op papier. Als ik met een collega moest praten, raakte ik amper uit mijn woorden.

“Ik heb enkele jaren geleden een tijdlang bij de persdienst van de stad Brugge gewerkt, waar ik een erg fijne job met enig aanzien had. Maar toen ik vanaf 2016 drie zware benzo’s per dag kreeg voorgeschreven, ging het snel bergaf. Ik werd ontslagen en vond een nieuwe job als kassamedewerker bij Delhaize, maar zelfs dat lukte me niet. Met mijn warhoofd kon ik de productcodes en de toetsencombinaties van de kassa niet onthouden. Na enkele maanden kwam ik weer op straat te liggen.

“Op de avond van mijn ontslag bij Delhaize stond ik op mijn terras een sigaret te roken en een biertje te drinken. Plots stortte ik in elkaar. Mijn vrouw bracht me in allerijl naar de spoedafdeling van het ziekenhuis, waar bleek dat ik bij mijn val een driedubbele schouderbreuk had opgelopen. Mijn linkerschouder stond helemaal scheef en er drukte een stuk bot tegen de huid. De dokters vreesden zelfs even dat mijn linkerarm niet meer te redden viel.

“Ik voel de pijn in mijn schouder nog steeds. Hij herinnert me aan die noodlottige avond, aan hoe mijn leven gaandeweg in duigen was gevallen. Maar ondanks het feit dat ik een schim van mezelf was geworden, voelde ik me op sommige dagen onoverwinnelijk.”

Hoezo?

Synaeve: “Soms begon ik de dag met een pil in mijn zwarte koffie, waarna ik met 160 kilometer per uur over de autosnelweg raasde. Mij kon toch niets overkomen, dacht ik.

“Het was mijn kinderdroom om journalist of schrijver te worden. Plots kreeg ik een geniale inval: ik zou op zoek gaan naar een Belgische vrouw die al veertig jaar in een indianenreservaat in de Amerikaanse staat South Dakota woonde, om haar levensverhaal neer te pennen. Ik was zo euforisch dat ik niet alleen mijn vrouw van mijn plannen wist te overtuigen, maar ook een uitgeverij in Amsterdam. Mijn psychiater ging akkoord: met drie volledige pillen per dag zou ik mijn avontuur wel doorkomen, zei hij. Hij gaf me zelfs een brief mee voor de grenscontrole, die moest verklaren waarom ik rondreisde met 170 benzo’s in mijn handbagage.

“Ik gaf mijn job op en liet mijn 6-jarige dochtertje achter om wekenlang in m’n eentje rond te trekken in de Amerikaanse Midwest. Dat was totaal onverantwoord, maar door de pillen voelde ik me ongenaakbaar. Kort voor mijn vertrek kwam ik ook nog eens op het idee om onze comfortabele loft in de stad te verkopen en te verhuizen naar een verouderde woning met een tuin. Die zouden we na mijn terugkeer wel eventjes volledig opknappen! Ik was bevrijd van mijn angsten, maar daardoor raakte ik ook de controle over mijn impulsen volledig kwijt.”

Wanneer besefte je dat het zo niet verder kon?

Synaeve: “Na mijn laatste ontslag, in juni vorig jaar, ben ik opnieuw naar het indianenreservaat in de Verenigde Staten gereisd. Ik wilde er het geluk terugvinden dat ik er tijdens mijn eerste trip had ervaren. Maar niets was nog hetzelfde. Ik was erg in de war wanneer ik aankwam op de luchthaven in Denver. Toen ik mijn huurauto ophaalde, kon ik het contract zelfs nauwelijks lezen. Maar toch ben ik op weg gegaan. Elke keer als ik met mijn ogen knipperde, leek het alsof de wagens rondom mij naar een ander rijvak waren gesprongen. Het was levensgevaarlijk. ’s Avonds goot ik om te kalmeren een sixpack Budweiser naar binnen. Ook niet zonder risico, want de combinatie van benzodiazepines en alcohol kan een hartstilstand veroorzaken, dat staat duidelijk in de bijsluiter.

“Ik voelde me radeloos. Waarom was ik in godsnaam naar Amerika afgereisd? Het glooiende prairielandschap deed me niets meer, de indianen konden me geen barst schelen. Ik stapte in mijn wagen en reed naar mijn neef in Utah, duizend kilometer verderop. Daar las ik Blood Orange Night, waarin Melissa Bond beschrijft welke nachtmerries ze heeft moeten doorstaan om van haar benzodiazepineverslaving af te raken. Toen heb ik besloten dat het tijd was om te handelen. Als ik nog wilde leven, moest er iets veranderen.

“Terug in België heb ik me laten opnemen. Het eerste wat de psychiater in het gezondheidscentrum me vertelde, was dat ik een bijzonder moeilijk jaar tegemoet ging.”

Hoe zwaar waren je afkickverschijnselen?

Synaeve: “Héél zwaar. De medicatie werd in korte tijd afgebouwd. Vier nachten op rij kon ik geen oog dichtdoen. Ik had last van hartkloppingen, ik zag lichtflitsen en geluiden, ik zweette verschrikkelijk en werd onophoudelijk overmand door blinde paniek. Mijn hersenen sméékten om benzo’s.

“En toch vallen die vier nachten in het niets in vergelijking met wat ik de voorbije zes maanden heb meegemaakt. Tinnitus, onverklaarbare pijn in mijn knieën, hartkloppingen, hoofdpijn, een hoge bloeddruk, dingen dubbel zien, huidallergieën... Ik raakte ook enorm vermoeid, omdat het in die eerste maanden erg moeilijk was om de slaap te vatten.”

Hoelang ben je al clean?

Synaeve: “Zes maanden. Maar ’s nachts schiet ik nog vaak wakker, drijfnat van het zweet en totaal in paniek. Dan heb ik het gevoel dat er duizend kleine naaldjes in mijn huid prikken. Het overkomt me ook weleens dat ik hier in de stad door de straten wandel, en plots niet meer weet waar ik ben. En mijn darmen liggen soms overhoop: de beruchte benzo belly, een typisch afkickverschijnsel.

“Ook psychisch is het zwaar. Mijn benzo’s hebben jarenlang elke negatieve emotie onderdrukt, maar nu moet ik de oorzaken van mijn angsten zelf onder ogen zien. Herinneringen, rouw, verdriet: alles komt terug naar boven. Maar ik zet elke dag stappen vooruit. Ik ben er eindelijk in geslaagd de dood van mijn ouders te verwerken, en ik heb geleerd om te gaan met mijn vlagen van verdriet en angst.

“Ik kan me een week lang goed voelen en dan plots een terugval te krijgen: een bad wave, noemen de dokters dat, die enkele dagen kan aanhouden. Daarom is het voor veel ex-verslaafden zo aanlokkelijk om toch weer met benzo’s te beginnen, omdat ze je problemen in een vingerknip lijken op te lossen. In het ziekenhuis hebben ze me daar uitdrukkelijk voor gewaarschuwd: de helft van de patiënten hervalt al na een aantal maanden.”

Wat een heftig verhaal.

Synaeve: “Een derde van de gebruikers ervaart zware afkickverschijnselen zoals ik. Maar wat me in het gezondheidscentrum werd voorspeld, begint uit te komen: ik raak er geleidelijk aan weer bovenop. Mijn fysieke en psychische kwellingen worden steeds minder intens. Na een halfjaar heb ik het gevoel dat ik stilaan klaar ben om mijn leven opnieuw in handen te nemen. Om een job te zoeken, mijn toekomst weer op te bouwen. Zónder benzo’s. Het heeft me bloed, zweet en tranen gekost om van die smeerlapperij af te raken. Door die hel wil ik geen tweede keer gaan.”

FRUITTELLASNOEPJE

Net als Tijs Synaeve is ook ex-radiomaker Kris Baert erin geslaagd zijn verslaving te overwinnen. Hij kickte af van de slaappillen en slaapt nu beter dan ooit.

Baert: “Na mijn ontslag bij de VRT zat ik doodongelukkig thuis. Op een gegeven moment riep mijn dochter me tot de orde: ‘Wat zit jij hier toch te doen?’ Maar wat móést ik dan doen? Ik was verslaafd!

“Als bij wonder kreeg ik kort daarna een telefoontje van Marcel Vanthilt. Voor zijn programma Ook getest op mensen zocht hij een proefpersoon die aan slapeloosheid leed. Wellicht hadden ze bij de VRT iets vernomen over mijn verslaving. Ik ging akkoord: ik móést het gewoon proberen. Marcel stuurde me naar het UZ Leuven, waar ik zou deelnemen aan een slaaptraining. Ik moest wachten tot ik écht moe werd, en dan pas onder de wol kruipen – rond 2 uur ’s nachts, in mijn geval. De wekker zou rinkelen om 7 uur. Dat was hels, maar na een tijdje snakt je lichaam zodanig naar rust dat je bijna moeiteloos in slaap valt. Beetje bij beetje mocht ik vroeger naar bed, met elke week een kleinere dosis slaapmedicatie. Na zes weken begeleiding was ik van die rommel verlost en sliep ik een hele nacht door. Sinds dat moment, veertien jaar geleden, heb ik geen pil meer aangeraakt.

“Ik ben Marcel Vanthilt en zijn ploeg héél dankbaar. Ze hebben mijn leven gered. Ik overdrijf niet: zonder die professionele begeleiding zat ik hier waarschijnlijk niet meer. Ik was totaal uitgeput en slikte drie pillen per nacht. Niets zegt dat het geen zes pillen zouden zijn geworden, met alle gevolgen van dien.

“Ik ben niet meer teruggekeerd naar de VRT, maar heb tot mijn pensioen vol overgave in het onderwijs gewerkt. Nu ben ik de gelukkigste mens ter wereld. Ik maak radio voor lokale stations, maar daar lig ik ’s nachts niet meer wakker van. Ik toer nu ook heel Vlaanderen rond met een voorstelling die ik heb gemaakt: Hoe slapen weer een zaligheid werd. Ik wil mijn ervaringen delen, zodat anderen niet dezelfde fouten maken als ik.”

Zie jij de toekomst ook rooskleurig tegemoet, Tijs?

Synaeve: “Absoluut. ‘Papa, jij vergeet zoveel’, mopperde mijn dochtertje altijd. Maar nu kan ik weer boeken lezen én me de volgende dag ook herinneren wat ik heb gelezen! Ik doe vrijwilligerswerk op de school van mijn dochter, en ik heb weer écht contact met mijn vrienden. Ik kan mijn gedachten verwoorden, ik geniet ervan om teksten te schrijven, er komen herinneringen terug… Langzaamaan word ik weer de oude. Ik heb opnieuw zin in het leven, samen met mijn vrouw en dochter.”

Wat heb je tijdens je ontwenning gemist?

Synaeve: “Contact met lotgenoten. Er bestaan in België geen verenigingen voor benzoverslaafden. Ontwennen is erg eenzaam. De meeste verslaafden die je tijdens je ontwenning ontmoet, houden het niet vol, dus blijven er op het einde van de rit niet veel vrienden over. Ik heb veel steun gevonden op gespecialiseerde fora, en houd nu nog steeds contact met twee Belgische lotgenoten.”

Op het hoogtepunt van je verslaving bleef je psychiater de dosis verhogen. Neem je hem dat nu kwalijk?

Synaeve: “Hij heeft ongetwijfeld gehandeld met de beste bedoelingen, maar er is inderdaad heel wat fout gelopen. Op het einde slikte ik driemaal per dag pillen van twee milligram, voldoende om een olifant mee te vellen! Mijn psychiater vertelde me dat ik de benzo’s én de antidepressiva voor de rest van mijn leven zou moeten gebruiken. ‘Net zoals een diabetespatiënt niet zonder insuline kan, heb jij deze pillen nodig’, zei hij. ‘Maar maak je geen zorgen, ze zijn net zo verslavend als een Fruittellasnoepje.’”

Volgens Inge Declercq zijn de Belgen fervente pillenslikkers omdat we al onze problemen snel opgelost willen zien met een wondermiddeltje. Wat denk jij, als ervaringsdeskundige?

Synaeve: “Er rust een groot taboe op angst en rouw. In de media wordt vaak gepraat over het belang van mentaal welzijn, maar in werkelijkheid zwijgen we onze demonen liever dood. En als dat verdriet toch een keertje te fel opspeelt, lopen we snel naar de dokter om een voorschrift los te peuteren. Zo maken we van rouw en verdriet medische problemen, in de foutieve veronderstelling dat er ook medische oplossingen voor bestaan. Dat zie je zelfs op straat: in veel dorpen is er geen warme bakker meer, maar er zijn wél overal apotheken.”

Tot slot: welke tips hebben jullie voor slapelozen?

Synaeve: “Begin niet aan benzo’s. En als je het toch doet, gebruik ze dan héél kort.”

Declercq: “Slaaptherapie kan een grote hulp zijn voor mensen die ’s nachts wakker liggen. In die sessies leer je hoe je je overdag zo goed mogelijk op de nacht kunt voorbereiden, en hoe je moet omgaan met angst, stress en piekergedrag. Om uit de gevangenis van je gedachten te ontsnappen, heb je de juiste begeleiding nodig. Jammer genoeg zijn er op dit moment veel te weinig slaaptherapeuten, en de wachtlijsten worden alleen maar langer. Daarom heb ik Slaap wijzer geschreven, een zelfhulpboek waarmee mensen de technieken van de slaaptherapie op zichzelf kunnen toepassen.”

Baert: “Regelmaat is de sleutel tot een beter slaappatroon. Als je de ene avond gaat slapen om 10 uur, en de volgende pas na middernacht, weet je brein niet wanneer het tot rust mag komen. Als je de slaap niet kunt vatten, blijf dan niet draaien en woelen, maar sta snel weer op en ga in een andere kamer iets rustigs doen: een kruiswoordraadsel maken, een boek lezen of de was opvouwen. Op een bepaald moment rolt er dan een ‘slaapgolf’ over je hoofd: je begint te knikkebollen, of je voelt dat je ogen dichtvallen. Dan kun je met een gerust hart weer naar bed.

“Ook belangrijk: de slaapkamer is alleen gemaakt om te slapen en te vrijen. Al het andere gooi je buiten. Geen tijdschriften, geen gsm’s, geen televisie! Rustige muziek mag wel: in combinatie met ontspannings- en ademhalingsoefeningen kan die wonderen doen om je te helpen inslapen.

“En dan is er nog één tip die me is bijgebleven van de slaaptraining: stop met piekeren! Schrijf vóór het slapengaan je problemen van je af in een schriftje. Heb je financiële zorgen, of stress op het werk? Dúrf erover te piekeren, neem er je tijd voor, en doe het ook elke avond. Maar als je je schriftje dichtklapt, is het piekermoment voorbij: dan is het tijd om te slapen. Ik heb het zelf uitgeprobeerd, en al na enkele weken zag ik mijn lijstje met problemen korter worden. Als ik dan toch nog in bed lag te piekeren, voelde ik me meteen gerustgesteld: dat is nergens voor nodig, want ik héb er al over nagedacht, en alles is netjes opgeschreven in mijn boekje. Piekeren doe ik morgen wel.”

Inge Declercq, ‘Slaap wijzer’, PelckmansBeeld rv

© Humo