Twee veroordeelde terroristen getuigen op proces over aanslagen: "Was bang dat Ibrahim El Bakraoui mijn familie iets zou aandoen"

Op het assisenproces over de aanslagen van 22 maart 2016 in Zaventem en Brussel getuigen vandaag 2 mannen die al veroordeeld zijn voor hun rol bij de aanslagen in Parijs, enkele maanden eerder. Mohammed Bakkali en Yassine Atar zouden niks te maken hebben met de aanslagen in ons land, maar worden verhoord als getuige.

Tussen twee gemaskerde en breedgeschouderde politiemensen nam Mohamed Bakkali plaats op de getuigenstoel. Hij zit een straf van 30 jaar uit, omdat hij het logistieke brein zou zijn achter de aanslagen van 13 november 2015 in Parijs. Bakkali huurde onderduikadressen en auto's, en maakte zo de aanslagen mee mogelijk. "Maar ik besefte pas in september 2015 wat de bedoeling was", vertelde hij aan het assisenhof. 

Het gerecht beschouwt de daders van de aanslagen in Parijs en Brussel als één cel van terreurgroep IS. Maar niet elk lid van die cel was bij beide aanslagen betrokken. Bakkali en Atar worden niet vervolgd voor wat er in ons land is gebeurd. Maar ze worden nu wel verhoord als getuige, omdat ze verschillende beschuldigden kennen, en omdat ze mee duidelijkheid kunnen brengen over hoe het er in de terreurgroep aan toeging.

Bakkali vertelde dat hij vooral Khalid El Bakraoui goed kende, die zich later opblies in metrostation Maalbeek. Khalids broer Ibrahim El Bakraoui pleegde dan weer de aanslag op de luchthaven van Zaventem. "We volgden in 2013 samen lessen Arabisch, maar hij viel me eerst niet speciaal op. We spraken niet over godsdienst. Na een paar maanden vertelde hij dat hij een veroordeelde crimineel was. El Bakraoui was een indrukwekkende figuur: groot en sterk, hij woog toen wellicht 100 kilo. Iemand om bang voor te zijn."

Ik sprak niet over de jihad, dus ik wist niet dat die anderen daar ook mee bezig waren

Mohammed Bakkali, veroordeelde terrorist

Na een tijd kreeg Bakkali de vraag om hand- en spandiensten voor El Bakraoui en zijn vrienden te leveren. "Maar ik dacht lang dat het om gewone criminaliteit ging. Pas in september 2015, toen ik aan auto's moest geraken, besefte ik waar ze echt mee bezig waren." Dat vond assisenvoorzitster Massart vreemd: "U was op dat ogenblik toch ook al een tijd geïnteresseerd in de gewapende jihad?" "Dat klopt," antwoordde El Bakkali, "maar ik sprak daar niet elke dag over. Ik wist dus niet dat zij daar ook mee bezig waren. Pas in januari 2015, na de aanslagen op Charlie Hebdo en een Joodse supermarkt in Parijs, zeiden de broers El Bakraoui dat ze het daar helemaal mee eens waren. Maar ik had nooit gedacht dat ze een aanslag zouden plegen." 

Waarom zweeg hij over onderduikadressen?

Bakkali werd in november 2015 opgepakt, na de aanslagen in Parijs. "Zoals ik al zei, besefte ik maar laat dat er een aanslag in Parijs zou zijn, laat staan dat er nog meer zouden volgen." Hij wordt daarom niet vervolgd voor wat er op 22 maart 2016 in ons land gebeurde. Maar hij huurde wel onder een valse identiteit onder meer de schuilplaatsen in de Kazernelaan in Etterbeek, van waaruit Khalid El Bakraoui later met zijn bom naar de metro zou vertrekken, en het appartement in de Tentoonstellingslaan in Jette. Daar zouden Salah Abdeslam en Mohamed Abrini ondergedoken gezeten hebben tot 9 januari 2016. Als hij die adressen na zijn arrestatie had doorgegeven aan de speurders, dan hadden sommige beschuldigden misschien al eerder opgepakt kunnen worden.

"In januari 2016 heb ik met het idee gespeeld om de onderduikadressen door te geven aan de politie", zei Bakkali. "Maar ik was bang voor de gevolgen. Khalid El Bakraoui zou in staat geweest zijn om mij of mijn familie iets aan te doen. Hij was tot alles in staat. El Bakraoui had al gezegd dat hij iemand die zou praten, een kogel door het hoofd zou jagen. Iedereen was bang voor hem. Bovendien was er in die appartementen ook niks speciaals. Een matras op de grond, een Playstation."

Yassine Atar: "Alles al gezegd in Parijs"

Na hem nam Yassine Atar plaats in de getuigestoel. Hij is de neef van de broers El Bakraoui, en de jongere broer van Oussama Atar. Die wordt beschouwd als het brein achter de aanslagen in Brussel. Hij staat bij verstek terecht, want wellicht is hij in Syrië gedood. Zijn jongere broer Yassine werd in Parijs tot 8 jaar cel veroordeeld. Maar zijn getuigenis stelde niet veel voor: "Mevrouw de voorzitter, op het proces in Parijs was ik de beschuldigde die het meeste gesproken heeft. Ik neem aan dat u weet wat ik daar gezegd heb. Ik heb daar niks meer aan toe te voegen, en zal dus niet op uw vragen antwoorden. Ik ben ook uitgeput door de jaren in de gevangenis, en wil die bladzijde omslaan."

Aangezien de jury niet weet wat Atar in Parijs verteld heeft, lazen de assisenrechters dan maar stukken uit zijn verhoren voor. Nadat dat al een hele tijd had geduurd, protesteerde Atar, net als enkele advocaten. "Als u gewoon op vragen zou antwoorden, zou het veel sneller gaan, meneer Atar. Nu zijn we verplicht om het op deze manier op te lossen", was het antwoord van assisenvoorzitster Laurence Massart.

Het assisenhof had eigenlijk nog vier terroristen opgeroepen als getuige. Zij zitten allevier opgesloten in een Franse gevangenis, in tegenstelling tot Bakkali en Atar, die in België hun straf uitzitten. Maar zij weigerden om te getuigen. Eén van hen, Ayoub El Khazzani, die een mislukte aanslag pleegde op een Thalystrein, wilde wel via een videoverbinding getuigen, maar dat wilde het assisenhof dan weer niet toestaan.

Meest gelezen