Dit zijn de meester-verstoppers én de stofzuigers van de okapi’s in de Antwerpse Zoo

Rode duikers nemen geen duik in het water. Om hen te bekijken, moeten we niet naar het Aquarium van de Antwerpse Zoo, maar wel naar de Moorse Tempel. Deze kleine hoefdieren wonen er samen bij de okapi’s en zijn vooral bekend omdat ze meester-verstoppers zijn. Net als de okapi’s zal je ze zelden spotten in de natuur.

Bieke Lathouwers

Bij elk bezoek aan het okapiperk horen we minstens één mama, papa, opa of oma de kinderen wegwijs maken met “kijk daar, een baby-okapi!”. Proficiat, u herkent wel de okapi, maar helaas de rode duiker niet. Deze kleine hoefdieren zijn geen familie van de okapi’s. Het zijn kleine antilopen die ook leven in de oerwouden van Afrika, maar verder hebben ze weinig gemeen met hun grotere huisgenoten.

“Wij hebben hier in Antwerpen drie rode duikers tussen de okapi’s”, vertelt verzorger Nicky. “Twee vrouwtjes, Gzifa en Imani en mannetje Tiyu. Vooral die laatste is schichtig.” Al staat de hele soort erom bekend meesterlijke verstoppers te zijn. De naam duiker komt uit het Afrikaans en geeft aan dat ze bij onraad wegduiken in het struikgewas waar ze zo goed als onvindbaar zijn. Met hun korte pootjes zijn ze erg snel en wendbaar.

De rode duiker (links) en de okapi leven vredig samen in de Antwerpse Zoo.© Victoriano Moreno

In de Zoo spotten we hen wel makkelijk. De roodbruine beestjes hebben kleine hoorns. Ze zijn ongeveer 40 centimeter op schofthoogte en zo’n 80 centimeter lang. “Ze schuilen geregeld achter de struiken, maar zijn ook vaak te vinden onder de ruif waar de okapi’s hun eten uithalen. Al wat zij laten vallen, wordt vakkundig opgegeten door de duikertjes”, zegt de verzorger. De rode duikers gaan als volleerde stofzuigers aan de slag tussen de poten van de okapi’s. “Okapi’s zijn geen grazers, dus wat zij laten vallen, blijft anders liggen.”

Verse rozenblaadjes

“Duikers zijn bladeters. Hun absolute favoriet is vers rozenblad. Dat komt van een biologische rozenkweker van wie wij het bladafval krijgen”, vertelt Nicky. “De diertjes krijgen in de zomer verse bladeren, in de winter is dat geregeld gevriesdroogd blad van berken of bramen. Dat komt van een gespecialiseerde firma die bladeren en kruiden vriesdroogt zodat andere bedrijven die kunnen gebruiken om bijvoorbeeld shampoos mee te maken.”

Er zijn ongeveer twintig soorten ven deze dieren, van rode en blauwe over witbuik-, geelrug- of zwartvoorhoofdduikers. In dierentuinen zijn de rode duikers het meeste aanwezig. De drie in Antwerpen lijken in elk geval erg op hun gemak. Terwijl de verzorgers het perk poetsen, komen ze nieuwsgierig eens kijken. “Voor hen ben ik gewoon een andere diersoort in het verblijf”, lacht Nicky.

Er bestaat ook een kweekprogramma voor, dat beheerd wordt door de zoo van Leipzig in Duitsland. Vrouwtjes krijgen doorgaans één jong per nest. Dat weegt dan ongeveer 1 kilo. De eerste twee weken blijft het pasgeboren diertje stil op één plek liggen voor het later de moeder gaat volgen. “Tot nog toe hebben we geen kleintjes gehad bij de rode duikers, maar we hebben wel een kweekkoppel, dus wie weet. We hopen er in elk geval wel op”, besluit de verzorger.

RODE DUIKER - ID

  • Orde: evenhoevigen
  • Leefgebied: Tanzania, Mozambique, Malawi, Swaziland en Zuid-Afrika
  • Draagtijd: 210 dagen
  • Leeftijd: 15 jaar
  • Grootte: 38-47 centimeter schofthoogte
  • Voedsel: bladeren en vruchten
  • Status: niet-bedreigd
  • Opvallend: duikers worden vaak gevangen als voedsel, in sommige delen van Afrika vormen ze zelfs het meest gevangen bushmeat. Jagers gaan vaak ’s nachts op pad en laten de duikers schrikken met fel licht.

© Victoriano Moreno