Het verkeersreglement stelt dat de aanvrager van de bewonerskaart moet bewijzen dat hij zijn hoofdverblijfplaats heeft binnen de blauwe zone. Strikt genomen heeft de Kortessemse priester geen recht op een bewonerskaart voor het centrum, omdat hij in Guigoven woont. Maar de redenering luidde ‘Het huis waar ik woon is dat van mijn Vader’.

Burgemeester Tom Thijsen (CD&V): “De vraag voor een bewonerskaart kwam niet van de pastoor zelf, maar is ingediend door de kerkfabriek van Kortessem. Zo ver wij weten wordt er nergens in Vlaanderen een uitzondering gemaakt om er voor te zorgen dat de pastoor bij zijn kerk kan parkeren.” Dat de pastoor moeite heeft om zijn auto aan de kerk kwijt te geraken bleek in het verleden al. Zo vroeg de kerkfabriek de gemeente ook al tevergeefs om op een parking naast de kerk een apart bord te plaatsen ‘Parking enkel voor bedienaars van erediensten’. Twee jaar geleden was op de parking aan de ingang aan de sacristie van de centrumkerk een trapladder neergepoot om de parkeerplaats te reserveren voor de pastoor. “Die trapladder hebben we toen meteen laten verwijderen”, zegt Thijsen. “Er mogen immers geen hinderende voorwerpen worden geplaatst op gemeentelijke parkeerplaatsen. Op nog geen 200 meter van de kerk is een grote centrumparking, die net achter het gemeentelijk administratief centrum ligt. En onze pastoor is nog goed te been.”

De pastoor wilde woensdag zelf geen commentaar geven.