Direct naar artikelinhoud
Interview't Hof van Commerce

‘Dit kun je toch niet uitbrengen?’: ’t Hof van Commerce viert 25ste verjaardag van hun debuut met eenmalig concert

't Hof van Commerce in de AB, mei 2018.Beeld Thomas Sweertvaegher

Zeg ne kjir oe loat’est? De hoogste tijd om een kwarteeuw terug in de tijd te keren. Toen bracht ’t Hof van Commerce het legendarische En in Izzegem uit. De allereerste plaat van de West-Vlaamse hiphopformatie werd meteen een mijlpaal in de vaderlandse hiphop, en dat dient gevierd met een eenmalig openluchtconcert in Kortrijk.

Zonder ’t Hof van Commerce was er geen Brihang. Of Zwangere Guy. Of eender welke andere in eigen dialect gedrenkte hiphop onder de Moerdijk. “Het idee om jezelf uit te drukken in je eigen dialect, daarbij heeft ’t Hof het vuur aan de lont gestoken”, drukte Zwangere Guy ons ooit zonder schroom op het hart. Michèle Cuvelier van Studio Brussel, zelf ook een West-Vlaamse, herinnert zich dan weer: “Als je vroeger cool wou zijn op de speelplaats, dan moest je woord voor woord ‘Dommestik en Levrancier’ kennen.” Die wet gold trouwens niet alleen in haar heimat Ardooie, maar zowat in élk West-Vlaams gehucht. Aanstekers van zoveel jeugdsentiment? Flip Kowlier (46), die op dat ogenblik dienst deed als de Levrancier, Serge Buyse (49) de Dommestik, en Limburgse fremdkörper Kristof Michiels (49) als draaitafel-duivel 4T4.

Jullie lijken me niet de allergrootste nostalgici, en volgens mij was de groep zelfs officieus op rust. Wordt ’t Hof ineens weer gereanimeerd?

Kowlier: “Iemand heeft me er tijdens een interview zelfs op moeten wijzen dat ons debuut al vijfentwintig jaar oud was. Maar ook fans vroegen ons vaker of we iets zouden doen. Daarom leek zo’n geste wel mooi. Maar dit is wel een eenmalig gebaar voor de fans.”

Buyse: “Als iemand weer eens polst naar een jubileumtour is mijn antwoord altijd: néé. Dit is mogelijk niet ons laatste wapenfeit, maar bedenk ook dat onze laatste plaat alweer meer dan tien jaar oud is. En om eerlijk te zijn: voor mij is het compleet onduidelijk wat die twee anderen willen in de toekomst.”

Michiels: “We zijn te integer om onszelf uit te melken. En we laten ons niet door derden leiden. Als een van ons zijn poot stijf zou houden, hadden we dit concert ook niet gedaan. Het optreden is trouwens bedoeld om het vijfentwintigjarige jubileum van ons debuut te vieren, niet om een kwart eeuw ’t Hof in de kijker te zetten.”

Kunnen jullie je nog herinneren hoe jullie debuut indertijd ontvangen werd in de media?

Buyse: “Als je in drie weken tijd vijfduizend exemplaren van je debuut verkoopt als beginnend groepje uit West-Vlaanderen met teksten die niet eens in alle gemeenten en steden van diezelfde provincie begrepen worden, dan zit je écht niets in met recensies. Die tellen gewoon niet mee. Schrijf jij soms recensies voor de krant? Ik snap daar het nut niet van. Je bent toch ook maar een gast als een andere? Wat moet ik met jouw mening?”

Voor wat het waard is: ik beluisterde jullie debuut onlangs opnieuw en was verrast hoe goed die plaat ook vandaag nog altijd klinkt. Dat had zelfs niets met jeugdsentiment te maken. De songs blijven vandaag nog steeds moeiteloos overeind.

Buyse: “Ik had in het begin geen grote verwachtingen. Ik hoopte om een paar concerten te kunnen spelen. Maar ineens bleek die plaat als zoete broodjes over de toonbank te gaan, en voor we het wisten was de trein vertrokken.”

Kowlier: “In die tijd was het echt niet evident om een fysieke plaat uit te brengen, op cd en vinyl dus. Dát was voor mij dus de biggest fuckin’ deal. Aan het vervolg op die release had ik zelfs niet gedacht. We begonnen nummers te schrijven zodat we konden optreden in jeugdhuizen. Maar we hadden zelfs niet verwacht dat onze muziek naar de radio zou gaan.”

In de AB, mei 2018.Beeld Thomas Sweertvaegher

Jullie ambities lagen in die tijd nooit héél hoog, heb ik de indruk. Het verhaal van ’t Hof begint eigenlijk bij The Prophets of Finance. Best een knullig verhaal.

Kowlier: “Serge en ik rapten in het Engels. Behoorlijk beschamend (grinnikt). Nico Devroe was gitarist, Joost Van den Broeck, die later in Soulsister en De Laatste Showband zou zitten drumde en ik speelde bas. We hadden alleen nog een zanger nodig. Toen kreeg Nico de ingeving: ‘Ik ken een gast in de KSA die weleens een T-shirt van de Red Hot Chili Peppers draagt. Die zal wel kunnen zingen, zeker?’ Dat bleek Serge te zijn. Zo simpel ging dat. We hebben zelfs nog op Humo’s Rock Rally gespeeld, maar achteraf gezien was alle kritiek van hun kant terecht. Op internet slingeren volgens mij gelukkig geen opnames rond. Maar er bestaan vast wel wat videocassettes met bezwarende inhoud.”

Buyse: “Met ’t Hof hebben we eigenlijk nooit zo moeten vechten als met Prophets. Alles leek ons in de schoot geworpen te worden.”

Michiels: “Achteraf bleek dat toch ook niet zo, hè. Je kunt niet zeggen dat ’t Hof platen kakte alsof het niets was. Maar het klopt wel dat we zonder moeite een geweldige start hebben gemaakt. En Flip later ook met zijn soloplaat. ‘Ne Welgemeende’ was direct een voltreffer. Als ik op dat verleden terugblik, heb ik toch wel wat spijt. Op de een of andere manier apprecieerde ik dat succes niet genoeg. Of ik besefte niet hoe erg ik met mijn gat in de boter was gevallen. We hebben hoerenchance gehad om met de juiste songs op het juiste ogenblik te zijn gekomen. De tijdgeest kun je nu eenmaal niet forceren. Die heb je toevallig te pakken, net zoals Zwangere Guy dat momentum ook wist te vatten. Voor hem is het ook ineens snel gegaan. Op zijn verjaardag speelde hij op ons twintigjarig jubileum mee in de AB, en toen kende bijna niemand hem. ”

Kowlier: “Gorik is echt een groot talent. Dat talent zou vroeg of laat zijn komen bovendrijven.”

Ik ben eerlijk gezegd een beetje ontgoocheld dat we dit gesprek voeren in de Vooruit en niet boven het copycenter in de Overpoort, een halve straat verder. Daar hebben jullie in een week tijd En in Izzegem opgenomen.

Buyse: “Bestaat Top Copy eigenlijk nog? Dat was ergens aan het studentenrestaurant in Gent. We hebben de plaat daar inderdaad op een paar dagen ingeblikt.”

Kowlier: “En het resultaat klonk nergens naar. Er zat geen dynamiek in, beseften we al snel. We wisten ook niet goed hoe dat moest, een plaat opnemen. We waren al blij dat we de record-knop hadden gevonden. In een achterkamertje van een shoppingcenter in het verre Genk hebben we die opnames afgemixt, en dat klonk gewoon niet goed.”

Michiels: “Toen kwam ik erbij. De stemmen stonden soms veel te luid, dan weer trok het volume op geen hol. ‘Dit kun je toch niet uitbrengen?’, zei ik hen. Ik ben toen tussenbeide gekomen. Eigenlijk stond ik toen op het punt om naar Portugal te verkassen, maar voor hen heb ik drie dagen gezwoegd om die opnames recht te trekken. Daar heb ik trouwens hooguit honderd euro voor gekregen (lacht). Maar we waren met zijn drieën wel erg tevreden over de nieuwe mix. En in Izzegem lag begin februari 1998 in de rekken. Niet veel later werd ‘Dommestik en Levrancier’ een hit op Studio Brussel en toen besliste ik dat het verkassen naar Portugal nog even kon wachten.

En in Izzegem is misschien nog altijd niet de best klinkende plaat in de geschiedenis van de Vlaamse hiphop, maar ze heeft na vijfentwintig jaar zo’n status gekregen dat ik er de waarde absoluut van kan inzien. Ik voel alleszins niet de aanvechting om de geschiedenis te vervalsen zoals George Lucas, die het nodig vond om Star Wars jaren na datum op te poetsen. Laat de plaat maar zoals ze is, dat is perfect.”

Op Rock Werchter in 2003.Beeld joost de bock

Toen Flip naar aanleiding van de 25ste verjaardag En in Izzegem nog eens opzette, zei hij: ‘Ik ben geen halve minuut ver geraakt.’ Niet meteen het beste marketingpraatje.

Kowlier: “Dat heeft meer met mij te maken. Ik luister niet graag naar mezelf op die plaat. Ik ben niet de grootste fan van mezelf.”

Omdat je je stem zo vaak lijkt te misbruiken?

Michiels: “Flip, mag ik zeggen hoe dat komt? Je was toen grote fan van Onyx (een Amerikaanse hardcore rapband uit Queens, bekend om hun agressief gebrulde rap, GVA) en dat is onbewust wat in die plaat geslopen.”

Kowlier: “Ik zal dat vandaag alleszins niet meer op die manier doen. Dat zou ook niet verantwoord zijn voor mijn stem, maar net zo min aangenaam voor iemand anders. Voor alle duidelijkheid: verder ben ik immens trots op deze plaat en op alles wat we toen voor mekaar gekregen hebben.”

Wat me ook opviel: jullie schreven soms gigantische lappen tekst. Ik wil niet beweren dat jullie intussen te oud zouden zijn, maar het kan geen sinecure zijn om die woorden na een kwart eeuw nog allemaal te onthouden. Zeker niet voor één concert.

Kowlier: “Ik merk dat het wel meevalt om alles te memoriseren. En sowieso maak ik me daar geen grote zorgen over: vroeger vergat ik mijn tekst ook al eens. Ik heb me voorgenomen dat ik pas op mijn vijftigste - dus over drie jaar - een teleprompter durf te vragen op het podium, zodat ik alle woorden van een schermpje kan aflezen.”

Buyse: “Bij mij speelde paniek indertijd weleens op bij de eerste zin van elke nieuwe strofe. Dan dacht ik ‘fuck fuck fuck, wat moet ik nu alweer zeggen?’ En gebaarde ik naar Kristof: ‘Wat is mijn openingszin nu ook alweer?’

Michiels: “Ik heb jullie beiden vaak op weg moeten helpen, wat redelijk ironisch is als enige Limburger in de groep. Maar ik kende jullie teksten destijds zowat van buiten, durf ik te zeggen. Ik mixte de platen en dan luisterde ik vaak dagenlang naar dezelfde teksten. Zo kon ik altijd iets aangeven wat fonetisch nét juist genoeg klonk om jullie te kickstarten. Maar vraag me niet wat het betekende, want ik snap vaak nog steeds niet waarover jullie rappen.”

In de AB, mei 2018.Beeld Thomas Sweertvaegher

Ik ben zelf opgegroeid in West-Vlaanderen, en snap eigenlijk ook niet altijd wat jullie zeggen.

Buyse: “(lacht) Je bent lang niet de enige. Dat zien we ook op internet, waar onze teksten verschijnen. Meer dan de helft van de tijd klopt daar geen woord van.”

Kowlier: “Online zoek ik soms ook een tekst van mezelf op, en dat is echt problematisch. Ik moet daar misschien eens een vertaler opzetten.”

Michiels: “De schrijfwijze is ook vaak bizar. Dat snap ik wel: zelfs jullie twee schrijven het Izegems op een compleet andere manier.”

Het is ook opvallend hoe vaak jullie de Hofnarren van Commerce speelden. Met ‘Interludium’ lijken jullie de draak te steken met slappe r&b-zeikerdjes uit de nineties. Zangers die eerder uit was dan uit vlees en bloed waren opgetrokken.

Kowlier: “Eind jaren negentig was het al mellow r&b wat de klok sloeg. Ik vond dat eerlijk gezegd wel goed, hoor. Maar tegelijk ook zo melig. Om heel eerlijk te zijn: als ik thuis met beats zat te spelen, had ik daar altijd een dubbel gevoel bij. Soms bedacht ik iets verschrikkelijk commercieels op synthesizer en dan lachte ik daarmee. Maar heimelijk speelde evengoed mee: hey, dat kan ik dus ook? (lacht).”

Michiels: “Misschien was dat jullie Ween-moment? Die drijven ook graag de spot met commercie, maar tegelijk maken ze dan net zo’n geweldig in het oor klinkende song. (Ineens bloedserieus) Weet je, humor wordt niet naar waarde geschat in België. Ernst is altijd het hoogste goed. Terzake is het beste programma op tv, want dat is serieus. Terwijl Godfried Bomans zei dat humor net hetgeen is wat de mens van dieren onderscheidt: ‘Ik heb nog nooit een hond zien lachen.’ Daar sluit ik me bij aan. Humor heeft een groot belang op antropologisch vlak. Maar humor is ook moeilijk, en wordt te weinig serieus genomen.”

Buyse: “Er is ook een verschil tussen humor in muziek en comedy music. Dat is wat Frank Zappa onderscheidt van Tenacious D. Er is écht wel een verschil tussen ‘Zeg ne kjir oe loat’est?’ en ‘Moa Ven Toh’. Met alle respect voor Will Tura, maar dat was een noveltyhit. Wij zijn nooit een novelty-act geweest.”

Kowlier: “Zo werden wij vroeger wel vaker bekeken.”

Michiels: “Jullie zijn natuurlijk ook zeveraars. Ik herinner me dat jullie ooit mijn heel antwoordapparaat hebben volgeluld terwijl jullie commentaar gaven op tv-programma’s (hilariteit)”.

De voorverkoop van tickets start vrijdag 5/5 om 10u via www.thofvancommerce.be. Een ticket kost 40 euro.

’t Hof van Commerce speelt zaterdag 2/9 op het Nelson Mandela-plein in Kortrijk.