Themabeeld© Sabine Joosten

Rekenhof ziet gaten in Kaaimantaks

Het Rekenhof raadt aan de wetgeving rond de Kaaimantaks aan te scherpen. Die ‘doorkijkbelasting’ werd in 2015 ingevoerd om belastingontwijking via buitenlandse juridische constructies te bestrijden. De Kaaimantaks kreeg in 2017 al eens een upgrade. Niettemin blijven er volgens het Rekenhof belangrijke knelpunten bestaan, zowel bij de toepassing van de wet als bij de controles. De opbrengst van de taks kan niet precies worden bepaald, maar ligt “wellicht beduidend lager” dan begroot, luidt het in een verslag aan de Kamer.

jvh
Bron: BELGA

De Kaaimantaks zag indertijd het levenslicht om het net verder te sluiten rond fiscale constructies op belastingparadijzen. Enkele jaren later volgde een bijsturing die een aantal achterpoortjes moest helpen sluiten. Maar wie de doorlichting door het Rekenhof erop naleest, kan alleen maar vaststellen dat die bijsturing nog heel wat gaten in de wetgeving heeft opengelaten.

Die tonen zich vooral bij de controle door de fiscus. De Kaaimantaks geldt enkel voor wie in België woont, maar het is voor de fiscus bijzonder moeilijk te controleren of iemand die beweert ons land te hebben verlaten, dat ook effectief heeft gedaan. De controleurs beschikken ook over te weinig informatie over buitenlandse juridische constructies om Belgische belastingplichtigen als oprichter te kunnen aanduiden.

Een ander euvel houdt in dat vaak stromannen worden ingezet om de kaaimantaks te vermijden op private instellingen voor collectieve beleggingen. En het blijkt ook een koud kunstje om de kaaimantaks op zogenaamde ketenconstructies te voorkomen. Daarbij worden allerlei vehikels opgestapeld om de band tussen de oprichter en de juridische constructie te breken. Door bovenaan in die keten een gewone vennootschap te schuiven, is het blijkbaar mogelijk opnieuw aan de Kaaimantaks te ontsnappen.

De cijferaars van het Rekenhof stippen ook aan dat de taks niet doorwerkt in de erfbelasting. Daardoor blijven de bezittingen en opbrengsten van de overleden oprichter en zijn erfgenamen onder de fiscale radar. En ironisch genoeg kan het soms voordeliger zijn onder de Kaaimantaks te vallen, al gaat het dan wel om eigenlijk gebruik van de belasting.

Er kan volgens het Rekenhof ook gewoonweg niet worden gemeten of de Kaaimantaks opbrengt wat werd verwacht. Daarvoor ontbreken de nodige registratie-instrumenten. “Op basis van de toename aan roerende voorheffing en de resultaten van de controles van de kaaimantaks, komt het wel tot een beduidend lagere opbrengst dan wat in de begroting ingeschreven stond”, luidt het. De taks is überhaupt nog nooit grondig geëvalueerd.

Verder wijst het Rekenhof nog op tal van belemmeringen, over de kwaliteit van en toegang tot gegevens, zware administratieve procedures en de complexiteit. Het raadt dan ook aan alle informatie en gespecialiseerde kennis te verzamelen en de betrokken fiscale ambtenaren voortdurend op te leiden.

In een reactie aan het Rekenhof stelt minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) dat verschillende knelpunten intussen zijn aangepakt. Het gaat bijvoorbeeld over de uitgebreide toegang tot het UBO-register, waarin alle uiteindelijke begunstigden van een vennootschap of juridische entiteit staan. Ook werden de onderzoeks- en aanslagtermijnen hervormd.

Van Peteghem gaat aan de slag met de vaststelling dat grote vermogens zich aan de taks willen onttrekken via de substance-uitsluiting. Waar gaat het om? De Kaaimantaks is niet van toepassing op juridische constructies met een daadwerkelijke economische activiteit. Dat blijft voor de fiscus echter bijzonder moeilijk te beoordelen, zeker bij het beheer van zeer grote vermogens. “Zeker in deze tijden van opeenvolgende crisissen, dient eenieder zijn fair share bij te dragen”, benadrukt Van Peteghem.

Kamerlid Joris Vandenbroucke (Vooruit) maant de minister alvast aan snel gevolg te geven aan de conclusies, zodat “de Kaaimantaks leert bijten.” Hij vindt het bijvoorbeeld te gek voor woorden dat de gegevens van Belgen die in de Panama Papers en andere leaks genoemd worden, niet vergeleken kunnen worden met die van Belgen die hun juridische constructie aangeven voor de Kaaimantaks. “De datakwaliteit en toegang tot gegevens voor de fiscus moet duidelijk veel en veel beter, willen we dat de Kaaimantaks slaagt in zijn doelstellingen.”

Vandenbroucke herinnert daarbij aan de passage uit het regeerakkoord, die stelt dat overheid zal streven naar een eerlijke bijdrage van die personen die de grootste draagkracht hebben om bij te dragen. “Dat is het verschil tussen deze regering met socialisten en de Zweedse regering. Zij hebben een tandenloos mormel van een Kaaimantaks ontworpen en dat eerlijke fiscaliteit genoemd. Wij strijden voor een echte bijdrage van de grote vermogens.”

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer