Direct naar artikelinhoud
aardbevingen Groningen Vidal Sintubin

"Maximale gaswinning blijft primeren op aardbevingsgevaar"

In het dorp Middelstum nabij Groningen wordt een beschadigd huis gesloopt.

“Ze maken er een potje van”, zegt KU Leuven-geoloog Manuel Sintubin over de manier waarop de Nederlandse overheid de gevaren van de aardbevingen in Groningen weigert onder ogen te zien. Vooral het feit dat belangen van gaswinning en winst blijven primeren op de veiligheid van de bevolking vindt Sintubin “pervers”.

In augustus 2012 deed zich in de provincie Groningen een aardbeving voor van 3,6 op de schaal van Richter. De beving nabij het dorpje Huizinge was niet de eerste maar wel de zwaarste schok in de regio. In de jaren daarna volgden nog honderden schokken en ook dit jaar waren er al tientallen bevingen.

De aardbevingen worden veroorzaakt door grootschalige gaswinningen van de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM), een joint venture van Shell en ExxonMobil waarin ook de Nederlandse overheid een belangrijke participatie heeft.

De impact van de aardschokken op de bewoners is enorm. Sinds 2012 liepen er 76.000 schademeldingen binnen, honderden woningen werden afgebroken. Het feit dat velen in beschadigde, soms ronduit bouwvallige huizen wonen, maakt dat duizenden mensen met psychische klachten en angstgevoelens kampen.

'We zijn al te lang in rondjes aan het lopen'
Geoloog Manuel Sintubin

Je zou denken dat de om zijn efficiëntie geroemde Nederlandse overheid dit probleem daadkrachtig zou aanpakken. Maar het tegendeel is waar, zegt de Belgische geoloog Manuel Sintubin, die de Groningse aardbevingen sinds 2014 onderzoekt en in deze kwestie als een van de weinige onafhankelijke onderzoekers beschouwd wordt. “Bijzonder frustrerend hoeveel tijd de Nederlandse overheid verliest aan bureaucratische rompslomp, werkgroepen en rondetafelgesprekken. Daardoor zijn we al te lang in rondjes aan het lopen. Sommige zaken zijn écht kafkaiaans. Zo is het onderzoek naar alles wat zich ondergronds afspeelt afhankelijk van het ministerie van Economische Zaken terwijl het bovengrondse onderzoek naar bijvoorbeeld de stevigheid van gebouwen in handen is van de Nationaal Coördinator Groningen. Dat onderscheid is werkelijk absurd en bijzonder inefficiënt.”

Wat Sintubin nog meer zorgen baart, is dat er geen serieus onderzoek gebeurt naar de werkelijke aardbevingsdreiging. “De NAM-gaswinningsmaatschappij leidt de onderzoeken en dat is pervers. Hun onderzoeken zijn vooral gericht op maximale gaswinning en niet op het veiligheidsperspectief. Zo onderzoekt de NAM enkel op een diepte van 3 kilometer omdat daar de gasvelden liggen. Maar om een goed zicht te krijgen op het aardbevingsgevaar moet je naar de diepere breuken kijken die onder dat gasreservoir liggen. Enkel met die kennis kun je de maximale potentiële magnitude bepalen.”

Ook het feit dat de NAM de getroffen bevolking vooral tegemoetkomt met het bouwkundig versterken van woningen, is volgens Sintubin ambigu. “Op het eerste gezicht zou je denken dat deze maatregel tegemoetkomt aan de verzuchtingen van de bewoners. Maar eigenlijk probeert de NAM op deze manier het risico op persoonlijk letsel zodanig te verkleinen waardoor de gaswinningsproductie opnieuw de hoogte in kan. Maar het feit dat je huis beter bestand is tegen bevingen, betekent niet dat je die aardschokken niet meer voelt en verandert niet noodzakelijk iets aan de angstgevoelens.”

'De aardbevingsklok is aan het tikken en daarom is deze kwestie hoogdringend'
Geoloog Manuel Sintubin

Volgens Sintubin moet de Nederlandse overheid de moed hebben om de inwoners duidelijk te maken dat een aardschok met aanzienlijke magnitude niet uit te sluiten valt en dat er daarom meer aan zogenaamde earthquake prepardeness gedaan moet worden. “Omdat we niet weten wat er zich in de diepere breukvlakken afspeelt, neemt de Nederlandse overheid een onverantwoord risico. Er is een kans dat een aanzienlijke aardbeving over honderd jaar plaatsvindt, maar de kans dat zo'n schok zich over tien jaar of over enkele uren voordoet, is even groot. Het enige dat je zeker weet, is dat de aardbevingsklok tikt en daardoor zou dit een hoogdringende kwestie moeten zijn. Dat ze nu al vijf jaar aan het lanterfanten zijn, vind ik onbegrijpelijk.”