Direct naar artikelinhoud
AnalysePolitiek

De leegloop bij Groen is geen toeval: aan de horizon doemt een dilemma op

Barbara Creemers, Elisabeth Meuleman en Björn RzoskaBeeld rv

In amper drie weken tijd trokken vier parlementsleden bij Groen de deur van de nationale politiek achter zich dicht. Het juk van de federale regering, de verruwing van de politieke zeden en de sombere vooruitzichten voor 2024 eisen hun tol. ‘We missen een meedogenloos instinct.’

Verlaten de groenen het schip? De vraag klinkt steeds luider, nu Vlaams Parlementslid Elisabeth Meuleman zich aan het stilaan indrukwekkende rijtje van afhakers heeft toegevoegd. De gerespecteerde onderwijsexperte voor Groen in het Vlaams Parlement kondigde dit weekend in De Morgen aan dat ze in 2024 stopt met de nationale politiek. Ze hoopt de sjerp te veroveren in Oudenaarde. “Ik wil daarover eerlijk zijn tegenover de kiezer”, klonk het.

Daarmee is ze niet de eerste met deze ingeving. Op 13 april kondigde Björn Rzoska, de kopman voor Groen in het Vlaams Parlement, zijn overstap naar de lokale politiek in Lokeren aan. Ook het Limburgse Kamerlid Barbara Creemers zet volgend jaar een punt achter haar politieke carrière. Net zoals de man die vorige zomer nog samen met Meuleman een gooi deed naar het covoorzitterschap van Groen, de beloftevolle Brusselaar Juan Benjumea Moreno.

Een verrassing is de timing niet echt. Op de partijhoofdkwartieren in de Wetstraat staat 9 juni 2024 al lang met dikke rode stift omcirkeld in de agenda. Dat is de dag van de federale, regionale en Europese verkiezingen. Een jaar daarvoor is het niet onlogisch dat politici zich bezinnen over hun toekomst. Kijk naar Open Vld, waar Bart Tommelein, Maggie De Block en dit weekend ook Guy Verhofstadt hun vertrek aankondigden. Bij N-VA vertrekt Valerie Van Peel.

Extra dure plaatsen

Toch is er meer aan de hand. Want ondanks het eeuwige optimisme van de groenen hebben de doemberichten van de jongste maanden toch een aantal mensen aan het denken gezet. Zelfs als de VTM-peiling van 7,4 procent van eind maart er naast zat, dan nog zit de partij niet zo heel erg ver meer boven de kiesdrempel van 5 procent. En dan moest het schandaal rond Bpost, dat vicepremier Petra De Sutter al weken doet zweten, nog uitbreken.

Kortom, de verkiesbare plaatsen in 2024 worden extra duur. Zeker voor ervaren rotten, want binnen Groen geldt de regel dat een parlementslid na twee legislaturen maar beter plaats ruimt voor nieuw talent, tenzij het ledencongres een uitzondering toestaat. Meestal gebeurt dat, maar dit keer gaan er stemmen op om strenger te selecteren. Zeker sinds Jong Groen een aanval lanceerde op de dominantie van de ‘oude, witte mensen’ aan de partijtop.

En dan is er nog een dilemma. De lokale verkiezingen van 2024 vallen op 13 oktober, amper enkele maanden na de nationale. Gokken op twee paarden is moeilijk voor de groenen, want binnen de partij geldt een cumulverbod. Wie schepen of burgemeester is, mag die job niet combineren met een plek in het parlement. Wie absolute zekerheid wil over de toekomst, neemt dus best – zoals Rzoska en Meuleman – op tijd de vlucht naar het lokale niveau.

Zelfkastijding

Het cumulverbod is erg belangrijk voor covoorzitter Nadia Naji: “Wij pleiten voor vernieuwing, ook in de parlementen.” Ze is ervan overtuigd dat Groen “een gezonde mix van ervaring en vernieuwing” zal vinden. Toch is de vraag of de partij niet met bloedarmoede richting 2024 trekt. Om die reden voerden de Vlaamse socialisten hun cumulverbod onlangs al af. Wat voor sommigen een kwestie van politieke hygiëne is, lijkt voor anderen een vorm van zelfkastijding.

Dat is niet het enige waar sommigen zich zorgen over maken. De sterke focus van de partij op het beleidswerk in de federale regering was een riskante gok, zeker nu de groenen de uitgestelde kernuitstap, de aanslepende opvangcrisis en het gerommel rond Bpost moeten gaan uitleggen aan de kiezer.

Bovendien raakte het Vlaamse oppositiewerk ondergesneeuwd, hoewel ze met de schandalen rond de kinderopvang en PFOS goud in handen hadden. Het contrast met de scherpe federale oppositie van N-VA is groot. Vandaar dat de combattieve Mieke Schauvliege, het nieuwe Vlaamse speerpunt, de partij nu ook aan de overkant van de straat terug in beeld moet knokken.

“Die frustratie leeft wel in de partij”, zegt een regeringsbron. “We hebben het juiste programma, we hebben sterke mensen, en toch komt onze boodschap niet altijd goed aan. Soms missen we gewoon een meedogenloos instinct.”

Gat op links

Toch worstelen de groenen wel met meer dan enkel hun communicatie. Want zelfs als de groene kiezer straks een oogje dichtknijpt voor de tegenvallende omstandigheden, dan nog is de vraag waar de partij eigenlijk voor staat. “Groen is meer dan groen”, zo luidt de slogan sinds de komst van Naji en covoorzitter Jeremie Vaneeckhout, vorige zomer. Maar wat betekent dat? “De partijleiding zou de ideologische verdieping nog meer moeten aanzwengelen”, zei Meuleman al.

Dat laatste is precies de bedoeling van ‘Code Groen’, het grote congres dat de groenen komend weekend organiseren. Daar zullen 50 inhoudelijke voorstellen aan de leden worden voorgelegd. “We koppelen de klimaattransitie meer dan ooit aan een sociaal verhaal, met gezondheid, welzijn, rechtvaardigheid en gelijkheid”, zegt Naji. Het voorstel om beide ouders 15 weken geboorteverlof te geven, is een voorproefje.

Meer assertiviteit, ook dat is het plan. De partij kiest opnieuw voor een links-progressievere koers. Zo hoopt ze in het gat te springen dat de socialisten op links laten liggen. “Met Groen geen geknabbel aan het kindergeld, verplichte crèche of culpabilisering van huisvrouwen”, benadrukt Naji. Of dat zal aanslaan, valt nog te bekijken. Maar het inhoudelijke verschil voor de kiezer is alvast duidelijk.