Mehdi Nemmouche moet voor Franse rechter verschijnen voor gijzeling in Syrië
In Frankrijk hebben onderzoeksrechters geoordeeld dat vijf mannen, onder wie Mehdi Nemmouche, de dader van de aanslag in het Joods Museum, voor de rechter moeten verschijnen voor de ontvoering van zeven westerlingen. Tussen 2013 en 2014 werden de zeven ontvoerd in Syrië.
De vijf verdachten zullen voor een speciaal assisenhof moeten verschijnen. Ze worden beschuldigd van onder meer ontvoering, foltering en wreedheid, in een georganiseerde bende en in verband met een terroristische organisatie.
Bij de verdachten zit ook de 38-jarige Mehdi Nemmouche, de dader van de aanslag in het Joods Museum in Brussel waarbij vier mensen stierven in 2014. Verder is er nog de 34-jarige Fransman Abdelmalek Tanem, die veroordeeld is voor omdat hij zich aansloot bij IS in Syrië en de Syriër Kais Al-Abdallah die sinds 2019 in voorarrest zit in deze zaak.
De twee andere verdachten zouden in 2017 overleden zijn in Syrië, namelijk de Belgische jihadi Oussama Atar en Salim Benghalem.
De advocaat van Nemmouche, Francis Vuillemin, is niet verrast door de beslissing. “We wachten het proces af om onze rechten van verdediging uit te oefenen”, klinkt het.
Vier van de zeven westerlingen die ontvoerd waren, waren Franse journalisten. Verder ging het nog om twee humanitaire medewerkers van de ngo Acted, de Italiaan Federico Motka en de Brit David Haines, en de Spaanse journalist Marcos Marginedas Izquierdo. Ze werden allemaal in 2014 vrijgelaten, behalve David Haines. Hij werd op 13 september 2014 onthoofd. Zijn familie is burgerlijke partij in het Franse gerechtelijk onderzoek.