Adviseur van minister van Mobiliteit Lydia Peeters biedt ook rijopleidingen aan: “Hier mogen vragen bij gesteld worden”

Chris Vanhee werkt nu bijna drie jaar op het kabinet van Peeters. Daarnaast is hij echter ook zaakvoerder van de firma Promove. Dat bedrijf organiseert terugkomlessen voor het rijbewijs. Nieuwe bestuurders moeten nu eenmaal verplicht een opfrismoment volgen, zo’n zes tot negen maanden nadat ze hun rijbewijs gehaald hebben.

Elk bedrijf dat een terugkeermoment organiseert, krijgt die subsidie. Het gaat om 20 euro per klant.

Vanhee krijgt dus niet meer dan zijn concurrenten, maar hij zit wel mee aan tafel waar de beslissingen genomen worden. Volgens het kabinet van minister Peeters werd het subsidiesysteem voor die lessen destijds bedacht op het kabinet van toenmalig minister van Mobiliteit Ben Weyts (N-VA). Vorig jaar ontving Vanhee op die manier met zijn bedrijf 160.500 euro. Het terugkommoment vormt 10 procent van de omzet van Promove.

“Normvervaging is misschien een te sterk woord, maar het toont wel dat er een probleem is met de bestuurlijke cultuur binnen de kabinetten. Daar mogen gerust vragen bij gesteld worden”, stelt professor Bestuurskunde Bram Verschuere. In de deontologische code van de Vlaamse overheid staat bovendien dat er “buiten de uitoefening van uw functie geen betaald advies verleend mag worden in dossiers waarbij u zelf professioneel betrokken kunt zijn”.

KIJK. De analyse van Karel Lattrez: “Dit strookt niet met deontologische code”

Peeters zelf ziet er geen probleem in. “De adviseur mag zelf niet deelnemen aan politieke discussies over de terugkeermomenten”, stelt zij.

Vanhee zelf maakt naar eigen zeggen op geen enkel moment foute keuzes. “Ik beschouw de verkeersveiligheid als een levenswerk”, reageert hij bij VTM Nieuws. “Ik ben ermee gestart toen ik 30 jaar was en ik wil daar heel graag mee eindigen. De functie van adviseur biedt opportuniteiten om een verschil te maken. Dit gaat over slachtoffers in het verkeer. Ik zeg in eer en geweten dat ik dit op een heel neutrale manier doe.”

De subsidies zijn nodig omdat de cursussen anders te duur zouden worden voor de klant. Bedrijven moeten bijvoorbeeld investeren in wagens en terreinen.