Hoop voor de ‘graaiers’? – Ivan De Vadder

Pasen is een periode van hoop. Daarom vroeg deredactie.be aan een aantal experten van de VRT wat ze hopen voor hun vakgebied. Vandaag deel 15: wat hoopt Ivan De Vadder voor de Belgische politiek?
analyse
Analyse

Ivan De Vadder is Wetstraatwatcher voor VRT Nieuws. Hij maakt en presenteert ook het programma "De afspraak op vrijdag".

Politici worden de laatste tijd geregeld voorgesteld als ‘graaiers’. De term is populair geworden na het Publifinschandaal in Wallonië, waarbij politici zich rijkelijk lieten betalen via zitpenningen voor vergaderingen bij bedrijven die met de intercommunale Publifin verbonden zijn. Vaak ging het zelfs om zitpenningen die politici opstreken zonder aanwezig te moeten zijn op die vergaderingen.

Het schandaal krijgt een Vlaamse uitloper in Gent wanneer de SP.A-schepen Tom Balthazar ontslag moet nemen. Hij werd goed betaald om (wel) aanwezig te zijn op vergaderingen van Publipart, een dochterbedrijf van dat Waalse Publifin. Wanneer die vergoedingen bekend raken, moet hij aftreden. Vervolgens deelt Kamervoorzitter Siegfried Bracke, die als oppositieleider in de Gentse gemeenteraad zwaar inhakt op de praktijken van de ‘PS aan de Leie’, in de klappen wanneer bekend raakt dat hij als beste betaalde politicus van het land ook cumuleert bij het telecommunicatiebedrijf Telenet.

Onverholen leedvermaak

Graailand is de titel van het recentste boek van PDVA-voorzitter Peter Mertens. Zijn partij gaat er prat op dat zijn mandatarissen leven met minder dan 2.000€ euro netto per maand. Zoals de gemiddelde Belg.

Het is ook de PVDA die in het parlement aankaart dat politici een veel gunstiger pensioenregeling bleven hebben dan de rest van de bevolking. Ondanks het feit dat de partijen van deze regering de pensioenleeftijd voor de rest van het land hebben opgetrokken van 65 jaar tot 67 jaar in het jaar 2030. Alle parlementen van dit land proberen tevergeefs een akkoord te bereiken over zo’n strengere pensioenregeling voor politici.

En dus blijft de PVDA, vaak met een onverholen leedvermaak, oproepen om in het parlement een openlijk debat over de zaak te voeren. Kwestie van het mes nog eens in de wonde te draaien.

Hoop blijven koesteren

Graaiers, dat zijn de andere politici dus. Het woord laat weinig ruimte voor een positieve bijklank. Het straalt weinig hoop uit. En toch…zolang ik in de politiek mensen ontwaar als Filip Watteeuw, Nele Lijnen of Ben Weyts zal ik als waarnemer van de Westraat hoop blijven koesteren.

Drie politici die, op een of andere manier, de afgelopen weken hun nek hebben uitgestoken om een stuk van de samenleving te veranderen. Bij de ene zal de impact van zijn idee of ingreep al wat groter zijn dan bij de andere, maar ze hebben allemaal op een of andere manier gedaan wat ik verwacht van een (modern) politicus: de samenleving ‘ten goede’ proberen te veranderen. Ik zet ‘ten goede’ tussen aanhalingstekens, omdat zo’n beoordeling vaak ideologisch of partijgebonden wordt beoordeeld. Niet iedereen gaat dus akkoord met de ingrepen die deze politici voorstellen, maar niemand kan hen verwijten dat ze op z’n minst niet hebben geprobeerd hun ‘steen in de rivier’ te verleggen.

Circulatieplan

Filip Watteeuw zijn ‘steen’ is bekend. Zijn circulatieplan zet de stad Gent al maanden op stelten. Watteeuw heeft -samen met de coalitiepartners en de diensten van de stad- een ambitieus plan opgesteld om de stad leefbaarder te maken. Maar hij krijgt ook af te rekenen met massaal veel verzet.

Watteeuw verdedigt zich in Het Laatste Nieuws: “Politici zijn vaak té bang. En zeker nu, door de sociale media. Als je met de bezwaren van iederéén rekening houdt, zet je nooit een stap vooruit.” De drijfveer van een politicus mag trouwens niets met graaien vandoen hebben, voegt Watteeuw eraan toe: “Als je ergens 100% in gelooft en je hebt een mandaat, dan moet je het gewoon doen en de eventuele gevolgen dragen. Ik ben in de politiek gegaan om dingen te veranderen, niet om postjes te veroveren.”

Win for Life

Nele Lijnen publiceerde de afgelopen week het boek Win for Life over het basisinkomen. Een basisinkomen komt erop neer dat de overheid iedereen een vast inkomen geeft, zonder voorwaarden, en voor het leven. Het is, volgens de voorstanders, een typisch ‘contra-intuïtief idee’, waarbij de voordelen misschien niet meteen evident zijn. De nadelen wel, en daarom botst ook dit idee op heel veel weerstand.

De voorbije jaren heeft de politiek namelijk zwaar ingezet op meer responsabilisering. Wie niet op zoek gaat naar werk, verliest zijn werkloosheidsuitkering. Langdurig zieken die wel in staat zijn opnieuw te werken maar daarvoor niet hun best doen, krijgen een boete. Een basisinkomen gaat in tegen die responsabilisering. Iedereen krijgt ‘gratis geld’ en is helemaal vrij om daar zelf over te beschikken.

De krant De Tijd noemt het idee van de basisinkomen daarom ook een ‘utopie’, al geeft de redactie toe dat het idee een boost krijgt door de trend naar robotisering van de arbeid. Lijnen en haar medestanders moeten zich in verschillende debatten in de media steevast verdedigen, maar het voorstel heeft op zijn minst de verdienste om het debat over arbeid, de vergoeding daarvoor, en de organisatie van de sociale zekerheid opnieuw aan te wakkeren. Niet slecht voor een politica, zelfs al wordt haar idee uiteindelijk niet gerealiseerd.

‘Verdoofd slachten’ en Oosterweeldossier

Ben Weyts ten slotte slaagt erin tot twee keer toe een akkoord te bereiken in een aartsmoeilijk dossier. Door telkens een bemiddelaar in te schakelen, slaagt Weyts erin de knoop te ontwarren in het dossier van het onverdoofd slachten én in het Oosterweeldossier. Ook hier is er heel wat tegenstand tegen de akkoorden.

Ondanks een politiek akkoord over ‘verdoofd slachten’, haken de joodse én islamitische geloofsgemeenschappen meteen af, en gaan ze niet (meer) akkoord met het voorgestelde compromis. En bij Oosterweel bestaat het gevoel dat alle partijen gewoon het onderhandelen moe zijn, en ten langen leste maar hebben ingestemd met het compromis dat de bemiddelaar op de tafel had gelegd. Het applaus bij de doorbraken in beide dossiers klinkt daarom ook soms dunnetjes. Maar ook hier is het de verdienste van de politicus dat hij –via de methode van overleg en bemiddeling- een oplossing probeert te zoeken voor twee maatschappelijke problemen.

Het zijn dus drie politici die durven. Want “politiek succes is niet voorbehouden voor bange mensen”, zo krijgt Filip Watteeuw een hart onder de riem gestoken van een collega uit Groningen. En misschien wordt zijn circulatieplan in september verworpen tijdens het referendum in Gent. Misschien wordt het basisinkomen van Nele Lijnen nooit uitgevoerd in ons land. Misschien wordt die Oosterweelverbinding nooit gerealiseerd, en misschien zullen joden en moslims nooit akkoord gaan met het ‘verdoofd slachten’ in Vlaanderen. Maar zolang politici blijven proberen om de samenleving te veranderen, is er tenminste hoop. De hoop ook dat Vlamingen in hun politici meer zullen ontdekken dan uitsluitend wat ‘graaiers’.

Meest gelezen