Direct naar artikelinhoud
AchtergrondMigratiedeal

Waarom er ondanks het nieuwe Europese migratieplan toch nog tentjes kunnen opduiken in Brussel

In februari van dit jaar moesten nog veel mensen op straat overnachten in Brussel, na de ontruiming van het kraakpand in de Paleizenstraat.Beeld Tim Dirven

Een vrijwel gesloten asielpoort voor economische vluchtelingen en verplichte solidariteit tussen EU-landen. De Europese migratiedeal belooft komaf te maken met de ellenlange wachtrijen en tentjes in Brussel, maar hoe realistisch is dat?

“Als dit systeem al eerder bestond, dan was er geen opvangcrisis in België.” Het is een heldere maar gewaagde stelling van het kabinet van staatssecretaris voor Asiel en Migratie Nicole de Moor (cd&v). Zou het kunnen? Geen tentjes meer langs het kanaal in Brussel? Geen noodopvang in hotels? Geen kraakpanden waar honderden asielzoekers samentroepen? Geen armworstelwedstrijdjes tussen Brussel en lokale burgemeesters over waar er extra opvangcentra moeten komen?

In een ideale wereld wel. Als de Europese migratiedeal wordt uitgevoerd zoals hij donderdag werd beklonken tussen de 27 lidstaten, dan vertrekt het nieuwe systeem vanuit een strenge controle aan de buitengrenzen van Europa. Migranten die uit landen komen waarvan minder dan 20 procent wordt erkend als vluchteling, zullen in frontlanden als Italië, Griekenland en Malta in grote gesloten centra worden ondergebracht. Daar doorlopen ze een versnelde asielprocedure van twaalf weken.

Moeizame terugkeer

Vooral economische migranten, vaak weggezet als ‘gelukszoekers’, zouden zo geweerd worden. Het gaat onder andere om Marokkanen, Algerijnen, Tunesiërs, Senegalezen, Bengali’s, Pakistanen of Moldaviërs. Landen die in principe als ‘veilig’ worden beschouwd, tenzij voor bepaalde individuen, die bijvoorbeeld vanwege hun seksuele geaardheid of politieke strekking gevaar lopen. “De mensen in deze procedure zullen heel snel een antwoord krijgen, zodat ook hun terugkeer heel snel kan worden georganiseerd”, aldus de Moor.

Feit is wel dat zij vandaag niet de grote instroom in België vertegenwoordigen. Van de bijna 10.000 personen die tussen januari en april 2023 een asielaanvraag in ons land indienden, was de grootste groep afkomstig uit Afghanistan (1.177 aanvragen). De top vijf werd vervolledigd door Palestina (909), Syrië (781), Eritrea (609) en Turkije (491). De cijfers werden verzameld door het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatslozen (CGVS).

Op de strenge grensprocedure geldt ook een uitzondering voor niet-begeleide minderjarigen en families met kinderen jonger dan twaalf jaar. Bovendien is het de vraag hoe vlot de Europese Unie de afgewezen asielzoekers kan terugsturen naar hun land van herkomst of naar veilige derde landen waarmee zij een band hebben. De praktijk leert dat de Europese overeenkomsten met deze landen vaak weinig effect hebben.

Verdeelsleutel

Wel veelbelovend is de hernieuwde belofte van solidariteit tussen de EU-landen. De afspraak luidt dat de asielzoekers na hun registratie aan de buitengrens eerlijk verdeeld zullen worden over de Europese Unie. Landen die daar niet aan willen meedoen, zoals Polen en Hongarije, betalen een bijdrage van zo’n 20.000 euro per geweigerde asielzoeker. Voor asielzoekers betekent dit dat ze niet meer in de EU kunnen rondzwerven tot ze in hun land naar keuze belanden. Voor landen die in trek zijn, zoals België, zou het de asieldruk moeten verlagen.

Vandaag zijn de helft van de personen die in België toekomen al in een ander land geregistreerd als asielzoeker, wat normaal niet kan. “Momenteel doet België veel meer dan zijn aandeel. Door de betere spreiding zou de relatieve asieldruk op België dus moeten afnemen”, zegt woordvoerder Olivier Brasseur van het CGSV. Ook staatssecretaris De Moor verwacht een afname van de asieldruk: “Mochten we het nieuwe Europese systeem al gehad hebben, dan zaten we in België niet met een tekort aan plaatsen in de opvangcentra.”

Volgens de afgesproken verdeelsleutel zou België 3,19 procent van de toegelaten vluchtelingen in de EU moeten opvangen. Een fictieve rekensom van het kabinet-de Moor leert dat als er in totaal 200.000 asielzoekers in de Europese Unie zouden worden verdeeld, dat België er dan 6.380 zou moeten opvangen. Dat is een heel pak minder dan de 37.000 asielzoekers die vorig jaar in België een aanvraag indienden.

Niet naïef

Alles hangt natuurlijk af van de geopolitieke situatie, die een grote invloed heeft op migratiestromen. De praktijk leert ook dat sommige asielzoekers altijd tussen de mazen van het net zullen glippen. Wat dat betreft is België niet naïef, stelt het kabinet-De Moor. Het betekent dat er straks sowieso nog onverwachte asielzoekers zullen opduiken in Brussel. Daarnaast moeten nog veel details van de migratiedeal worden uitgeklaard. De grote principes liggen vast, maar zullen verder onderhandeld worden binnen de Europese Raad en met het Europees Parlement. Het is dus niet zo dat alles van vandaag op morgen zal veranderen.

Kamerlid Theo Francken (N-VA) plaatst vraagtekens bij de snelle screening in de frontlijnstaten. “De centra zullen onvermijdelijk vollopen en uitdraaien op de wachtkamer van Europa”, vreest hij. Ook het federaal migratiecentrum Myria vraagt zich af of het vooropgestelde plan wel werkbaar zal zijn. “De snelle screening van personen, de relocaties: tot nu toe bleken die dingen in realiteit moeilijk te verlopen”, zegt Ina Vandenberghe.

Fundamenteler vraagt het centrum zich af of personen die bescherming nodig hebben deze nog wel zullen krijgen, en of de opvang in waardige omstandigheden zal verlopen.