Direct naar artikelinhoud
InterviewDierenrechten

‘Invloedrijkste nog levende filosoof’ Peter Singer: ‘Zouden wetenschappers bereid zijn hun dierproeven ook op mensen met ernstige hersenschade te doen?’

Peter Singer: 'We hebben vooruitgang geboekt, maar er vinden nog steeds op massale schaal wreedheden plaats.'Beeld Wouter Van Vooren

Bijna vijftig jaar geleden legde Peter Singer met zijn boek Animal Liberation de basis voor de dierenrechtenbeweging. Een gesprek met ‘de invloedrijkste nog levende filosoof’ over de afgelegde weg, ‘speciësisme’ en experimenten op mensen.

Het Amerikaanse magazine The New Yorker noemde hem “de invloedrijkste nog levende filosoof”. Volgens zijn tegenstanders is de bijna 78-jarige Australische ethicus ronduit ‘gevaarlijk’, omwille van zijn ideeën over abortus en euthanasie. Het wetenschapsblad Scientific American omschreef zijn werk als “uitdagend. Niet omdat het zo moeilijk te begrijpen is, maar omdat het allemaal zo duidelijk is, en mensen uit hun comfortzone duwt.”

Het belang van zijn werk voor de moderne dierenrechtenbeweging is nauwelijks te overschatten. Dat wordt ook duidelijk in de Brusselse Koninklijke Bibliotheek, waar de Europese dierenwelzijnsorganisatie Eurogroup for Animals verzamelen blaast. Singer krijgt er na zijn lezing een staande ovatie, en tijdens de lunchpauze is het aanschuiven voor een gesigneerd boek en een selfie.

In de jaren 70 ging Singer nadenken over de rechtvaardiging voor onze omgang met dieren, en hij stelde vast dat hij de argumenten daarvoor niet zo overtuigend vond. Zijn visie schreef hij neer in Animal Liberation, dat in 1975 uitkwam en waarvan zopas de geactualiseerde versie Animal Liberation Now is verschenen.

Is de wereld vandaag een betere plek voor dieren dan toen?

Singer: “In Europa misschien wel, maar als je het globale plaatje bekijkt niet. Onder meer in China zijn honderden miljoenen mensen uit de armoede geklommen. Wat natuurlijk positief is, maar die mensen zijn meer vlees gaan eten en er zijn in China geen dierenwelzijnswetten.”

“Volgens de Wereldvoedsel- en landbouworganisatie (FAO) worden er jaarlijks zo’n 83 miljard zoogdieren en vogels geslacht. Dat zijn er meer dan 50 jaar geleden. Er is nu meer dierenleed dan ooit. We hebben vooruitgang geboekt, maar er vinden nog steeds op massale schaal wreedheden plaats.”

Aan welke vooruitgang denkt u dan zoal?

“In de Europese Unie zijn legbatterijen nu illegaal. Er kwam ook een verbod op het houden van zeugen en vleeskalveren in individuele hokken waarin de dieren zich niet kunnen omdraaien. Honderden miljoenen dieren kregen daardoor een beter leven.”

“Het Europese verbod op dierproeven voor cosmetica is ook een goede zaak. En enkele van de meest pijnlijke dierproeven, zoals de LD-50 test (die de giftigheid van een stof bepaalt door te kijken welke dosis de helft van de proefdieren doodt, red.), worden minder vaak uitgevoerd.”

Welke verandering zou u in de toekomst graag zien?

“Op de langere termijn hoop ik natuurlijk dat we helemaal stoppen met het kweken van dieren voor voedsel. Op kortere termijn zouden we zeker iets moeten doen om het welzijn van vleeskippen te verbeteren. Die kampen met welzijnsproblemen door hun snelle groei en doordat ze soms met bijna 20 dieren op een vierkante meter samengepropt zitten.”

“Ik hoop ook dat er meer aandacht komt voor het welzijn en de humane slacht van vissen, waarvan we er jaarlijks ruim 120 miljard kweken.”

Werknemers controleren vers geslachte varkens in het slachthuis van een vleesbedrijf in de Chinese stad Huai'an.Beeld VCG via Getty Images

In hoeverre hebben nieuwe wetenschappelijke inzichten uw visie beïnvloed?

“Wetenschappelijk onderzoek maakt vooral duidelijk dat we de ‘morele cirkel’, met daarin de wezens wier we belangen we ernstig moeten nemen, steeds verder moeten uitbreiden.”

“Inmiddels is duidelijker geworden dat niet alleen zoogdieren en vogels in staat zijn pijn te ervaren, maar ook vissen en sommige ongewervelden, zoals octopussen en kreeften. Als je weet om welke enorme aantallen dieren het gaat, kunnen we dat niet langer negeren.”

Eén van uw belangrijkste argumenten is dat de gangbare behandeling van dieren een vorm van ‘speciësisme’ is. Wat bedoelt u daar precies mee?

“We verwerpen racisme en seksisme omdat ras of geslacht geen goede reden is om iemands belangen niet ernstig te nemen. Analoog is de soort waartoe een dier behoort geen moreel relevante reden om de belangen ervan te verwaarlozen.”

“We zien dezelfde mechanismen aan het werk als ten tijde van de slavernij, toen mensen zichzelf ervan overtuigden dat hun slaven fundamenteel anders waren, en dat er goede redenen waren om hen zo te behandelen. Achteraf gezien enkel omdat dat in hun eigen belang was.”

Dat is niet hetzelfde als beweren dat mensen en dieren gelijk zijn?

“Het gaat om een heel basale vorm van morele gelijkheid. Natuurlijk zijn er belangrijke verschillen: mensen hebben hogere cognitieve capaciteiten, zijn zelfbewust, maken plannen… Sommige niet-menselijke dieren kunnen dat ook, maar vele niet. Maar wat we delen met al die voelende wezens is het vermogen te lijden en pijn te ervaren.”

“Ik zeg dus niet dat het leven van mensen en dieren evenveel waard is, of dat dieren dezelfde rechten moeten krijgen. Wel dat er geen goede reden is om de pijn van dieren minder belangrijk te vinden omdat ze tot een andere soort behoren.”

Volgt daaruit automatisch dat je maar beter veganist kunt worden?

“Dat is volgens mij de beste manier om ervoor te zorgen dat je niet bijdraagt tot onnodig leed. Want het staat vast dat de meeste dieren in de industriële veehouderij miserabele levens leiden.”

Wat met mensen die ervoor pleiten vlees te eten van dieren die een goed leven hebben gehad en een pijnloze dood zijn gestorven?

“Daar ben ik minder kritisch over. Ik denk dat industriële veehouderij op dit moment het grootste probleem is, waar we zo snel mogelijk van af moeten. Ik vind dat we wie daar achter staat als een bondgenoot moeten zien.”

'Er is geen goede reden om de pijn van dieren minder belangrijk te vinden omdat ze tot een andere soort behoren.'Beeld Wouter Van Vooren

Bent u op dat vlak van mening veranderd?

“Sommige mensen argumenteren dat wanneer niemand nog vlees eet, die dieren er niet zouden zijn. En dat zolang we ze een aangenaam leven en een pijnloze dood bezorgen, dat beter is dan helemaal geen leven. Ik argumenteerde vroeger dat het verkeerd was om een gelukkig dier van de rest van zijn leven te beroven, maar heb daar nu mijn twijfels bij, omdat er anders helemaal geen dier zou zijn.”

De vraag is natuurlijk hoe realistisch dat scenario is.

“Precies. Zeker op de schaal waarop we vandaag dierlijke producten consumeren, lijkt mij dat erg onwaarschijnlijk. Als iedereen dat als uitgangspunt zou nemen, zou er een drastische reductie nodig zijn.”

U waarschuwde onlangs voor het gebruik van artificiële intelligentie in de intensieve veehouderij. Nochtans wordt die vaak voorgesteld als een technologie om het welzijn te verbeteren.

“Wanneer AI wordt ingezet om het welzijn te monitoren, zou je inderdaad denken dat dat positief is. Maar de mensen aan het hoofd van veebedrijven zijn enkel in welzijn geïnteresseerd wanneer het bijdraagt tot hogere productiviteit en lagere kosten. Het gebruik van AI zal er wellicht toe leiden dat het mogelijk wordt om nog meer dieren in een stal te proppen, bijvoorbeeld door ziektes sneller op te sporen en beter te controleren. Met mogelijk nog ellendigere levens voor de meeste dieren tot gevolg.”

In tegenstelling tot veel andere dierenrechtenactivisten, bent u niet volledig tegen dierproeven gekant.

“Nee. Dierproeven zijn volgens mij te verantwoorden wanneer de potentiële baten zwaarder wegen dan het leed van de proefdieren, en die op geen andere manier te realiseren zijn. Dat leed moet bovendien zo veel mogelijk worden beperkt.

Is dat niet net de bedoeling van toezicht door ethische commissies, en de invoering van het 3V-principe, dat dierproeven zo veel mogelijk wil verminderen, verfijnen en vervangen?

“Toch vind je nog veel voorbeelden van experimenten die verschrikkelijk zijn voor dieren, en van twijfelachtig nut voor mensen. In mijn boek neem ik onder meer onderzoek naar posttraumatische stressstoornis onder de loep, waarbij dieren traumatisch ervaringen moeten ondergaan, terwijl de kans heel klein is dat dat ooit tot een goede therapie bij mensen zal leiden.”

Waarom zouden intelligente wetenschappers nutteloze proeven doen?

“Ik denk dat veel wetenschappers doen wat hen geleerd is, en verder werken op wat hun voorgangers hebben gedaan.”

“Maar de belangrijkste verklaring is volgens mij dat veel wetenschappers de belangen van dieren onvoldoende laten doorwegen. Een vorm van morele blindheid waardoor ze dieren nog steeds als werktuigen zien. Ze zouden zich moeten afvragen of ze bereid zouden zijn om hun proeven ook op een wezen met ernstige hersenschade te doen.”

'Je zou de hogere cognitieve capaciteiten van mensen kunnen inroepen als argument tegen proeven op mensen. Maar bij iemand met zware hersenschade valt dat argument weg.'Beeld Wouter Van Vooren

Die suggestie zal ongetwijfeld veel mensen shockeren.

“Ja, maar als uw lezers daardoor geshockeerd zijn, moeten ze zich afvragen waarom dat zo is. Het is natuurlijk vooral een manier om mensen uit te dagen hier grondig over na te denken.”

“Je zou de hogere cognitieve capaciteiten van mensen kunnen inroepen als argument tegen proeven op mensen. Maar bij iemand met zware hersenschade valt dat argument weg. Het enige verschil dat dan nog overblijft, is de soort. Wie het ene verantwoord vindt, maar het andere niet, geeft dus blijk van speciësisme.”

Wat is volgens u het grootste misverstand dat over uw ideeën de ronde doet?

“Dat is wellicht dat ik tegen mensen met een beperking zou zijn, omwille van wat ik heb gezegd over euthanasie bij ernstig gehandicapte pasgeborenen.”

U vindt dat ouders het recht zouden moeten hebben in zo’n geval het leven van het kind te beëindigen.

“Precies. Wat in de praktijk al gebeurt wanneer zo’n kind niet zelfstandig in leven kan blijven. Dan hebben ouders de optie om de ondersteunende apparatuur te laten uitschakelen. Ik zeg alleen dat de optie om het leven zo’n kind te beëindigen er ook zou moeten zijn in gevallen waarin het kind die apparatuur niet nodig heeft.”

‘Invloedrijkste nog levende filosoof’ Peter Singer: ‘Zouden wetenschappers bereid zijn hun dierproeven ook op mensen met ernstige hersenschade te doen?’
Beeld VCG via Getty Images

“Er zijn nu eenmaal ernstige, ongeneeslijke aandoeningen die een leven dat de moeite waard is erg onwaarschijnlijk maken. Wat natuurlijk niet hetzelfde is als beweren dat het leven van alle mensen met een beperking niet de moeite waard is. Die kunnen dat prima zelf beslissen. Maar pasgeborenen kunnen dat niet.”

In België woedde onlangs een debat over het optrekken van de termijn waarbinnen abortus mogelijk is van 12 naar 18 weken. Na 12 weken kan dat voorlopig enkel bij gevaar voor de gezondheid van de moeder, of bij een zware, ongeneeslijke kwaal bij het kind. Hoe kijkt u daarnaar?

“Ik zou de grens zeker opschuiven. De relevante vraag is hier volgens mij wanneer de foetus in staat is om pijn te voelen, en dat is voor zover ik weet rond 18 weken nog niet het geval.”

“En zelfs wanneer een foetus pijn kan voelen, zou ik niet absoluut tegen abortus zijn. De redenen moeten dan wel zwaarwichtiger zijn, en er moet alles aan worden gedaan om lijden te beperken.”

U bent een van de grondleggers van het effectief altruïsme. Wat is daarvan precies de bedoeling?

“Ik vind dat we morele plicht hebben om anderen te helpen, zowel mensen als andere voelende wezens. Zoals het verkeerd is om een verdrinkend kind niet te redden omdat je je mooie pak niet wil vernielen door in de vijver te duiken, is het volgens mij verkeerd om veel geld uit te geven aan luxe, terwijl je door dat geld te doneren een leven kan redden of leed kan vermijden. Bijvoorbeeld door een organisatie te steunen die strijdt tegen malaria.”

“Maar niet alle ngo’s doen met eenzelfde bedrag evenveel goed. Het effectief altruïsme onderzoekt hoe je je geld het best kunt spenderen voor maximaal positief effect.”

Hoe brengt u uw overtuigingen zelf in de praktijk?

“Ik ben quasi veganist. Ik eet soms oesters, omdat ik ervan uitga dat die geen pijn voelen. En ik zou kweekvlees eten als het op de markt kwam. Ik ben dus niet 100 procent vegan. Daar krijg ik soms kritiek op vanuit de dierenrechtenbeweging. Maar voor mij draait ethiek niet om het rigoureus volgen van regels, wel om kijken naar de consequenties van je daden.”

“Doorheen mijn carrière heb ik, afhankelijk van mijn inkomen, minstens 10 procent van mijn inkomen weggeschonken, en de laatste 20 jaar minstens een derde.”

Wat stemt u, ondanks de statistieken, hoopvol?

“Ik kan mij voorstellen dat mensen zich machteloos voelen, en zich afvragen of het iets uitmaakt wat ze doen. Maar het is belangrijk dat mensen zich uitspreken over dierenleed. Zodat we een kritische massa bereiken en het voor anderen makkelijker wordt om mee te doen.”

“Toen ik mijn boek in 1975 schreef, was dierenwelzijn vooral een zaak van mensen die enkel om honden en katten gaven. Het idee van dierenrechten werd compleet belachelijk gevonden.”

“Vandaag is daar een stevige wetenschappelijke en filosofische basis voor. Plantaardige alternatieven zijn beter dan ooit, en er is een sterke en groeiende beweging van vegetariërs en veganisten. Daar kunnen we verder op bouwen.”

'Voor mij draait ethiek niet om het rigoureus volgen van regels, wel om kijken naar de consequenties van je daden.'Beeld Wouter Van Vooren