De politie controleerde de auto van de man omdat hij op een plaats voor mensen met een beperking stond. “Er lag een gehandicaptenkaart voor de voorruit, maar die stond niet op naam van meneer. De kaart stond op naam van de vader van de automobilist. En die bleek al anderhalf jaar overleden te zijn”, zei de openbare aanklager. “De kaart in kwestie had hij dus niet teruggestuurd. En excuses om de kaart te blijven gebruiken waren er uiteraard niet.”

Het Openbaar Ministerie vroeg om de Mechelaar te veroordelen tot een rijverbod van vijftien dagen en een geldboete. De man in kwestie verdedigde zichzelf en gaf toe hij een fout had gemaakt. “Normaal kom ik altijd met de fiets naar het stadscentrum. Maar die bewuste dag had ik een afspraak om enkele zaken op te halen en nam ik per uitzondering de auto. Het was enorm druk stadinwaarts en ik vreesde ervoor dat ik te laat op mijn afspraak zou zijn. Ik heb mijn wagen dan effectief op een plaats gezet waar ik eigenlijk niet mocht staan.”

“Normaal gezien parkeer ik nooit op plaatsen die voorbehouden zijn voor mensen met een beperking. Ik heb eenmalig misbruik gemaakt van de kaart van mijn overleden vader. Maar het ging eigenlijk om een panieksituatie omdat ik vreesde te laat op mijn afspraak te zijn.”

De rechter onderstreepte dat het gedrag van de man ontoelaatbaar was. Toch ging ze niet in op de vordering van het OM en gaf de man opschorting van straf. Temeer omdat hij schuldinzicht had en benadrukte dat het om een eenmalige inbreuk ging. tdk