Direct naar artikelinhoud
OpinieRoger Housen

Tenzij we de waanzin van een nucleaire oorlog met Rusland willen riskeren, moet het Westen proberen de strijd in te dammen

Oekraïens president Volodymyr Zelensky en Brits premier Rishi Sunak op de NAVO-top in Vilnius.Beeld Stefaan Temmerman, AFP

De NAVO-bondgenoten verklaren dat ze Oekraïne blijven steunen maar een snel lidmaatschap blijft uitgesloten, tot ergernis van Volodymyr Zelensky. Toch is het een slimme strategie, schrijft Roger Housen, kolonel buiten dienst en defensiespecialist.

De dag na de mislukte Wagner-opstand belde CIA-directeur William Burns haastig zijn tegenhanger in het Kremlin, Sergej Naryshkin, om hem gerust te stellen dat de VS niets te maken hadden met Prigozjins mars naar Moskou. Dat telefoontje is het beste bewijs dat de regering-Biden niet wil dat Rusland gedestabiliseerd wordt door deze oorlog. Want ze beseft maar al te goed dat alleen Russische macht de Chinezen ervan weerhoudt de uitgestrekte gebieden van Mongolië, Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan en Tadzjikistan aan zich te binden. En ze weet ook dat Russische wapens nog steeds naar de enige landen vloeien die China daadwerkelijk bestrijden bij herhaaldelijke incidenten, met name India te land en Vietnam op zee.

Het telefoontje van Burns is evenzeer een teken dat de VS niet uit zijn op een regimewissel in het Kremlin, één van de talloze andere restricties die ze zichzelf opgelegd hebben. Hier is dus de eerste paradox: al meer dan zestien maanden stellen westerse leiders dat Oekraïne moet winnen. Ze herinneren ons voortdurend aan de hoge inzet: ‘Een overwinning van Oekraïne is Europa’s garantie voor een vreedzame en welvarende toekomst’ en ‘Oekraïners geven hun bloed voor onze veiligheid’. En toch zijn er die zelfgekozen grenzen waardoor ze Kiev nopen om met de handrem op voor de zege te gaan.

De oorlog wordt ingesnoerd

Er zijn nog andere schijnbare tegenstellingen: wij respecteren zorgvuldig bepaalde limieten, zoals het leveren van ATACMS-langeafstandsraketten, het instellen van no-flyzones boven Oekraïne en het sturen van eigen boots on the ground uit angst dat ze de oorlog doen escaleren. Maar het Westen voorziet Kiev wel van geavanceerd geschut en inlichtingen om Russische schepen en generaals uit te schakelen. En het heeft inlichtingenpersoneel en speciale eenheden naar Oekraïne gestuurd om informatie te delen en militair materieel in het land te verplaatsen.

Vanwaar deze kennelijke ongerijmdheden? Vanwege een deugd die ook een zonde is: de oorlog in Oekraïne is geen totale oorlog zoals de Eerste of Tweede Wereldoorlog. Het is een ‘beperkte’ oorlog, met Amerikaanse en Russische ambassades die nog steeds functioneren in Moskou en Washington, Amerikaanse en Russische astronauten die ruimtecapsules delen en ‘deconflictering’-lijnen tussen het Pentagon en de Russische legerstaf om ongewilde incidenten te vermijden.

De oorlog wordt ‘ingesnoerd’ met wederzijdse terughoudendheid. De Russen vallen geen westerse vliegtuigen en schepen aan die wapens naar hun vijand brengen, het Westen levert geen wapens aan Oekraïne die Russische steden kunnen aanvallen.

Strijd wordt langer en gemener

Sommige experts ventileren hun ongenoegen over deze westerse terughoudendheid. Als gevolg van de beslissing om de steun telkens te beperken (eerst krijg je artillerie, maar geen tanks; dan krijg je tanks, maar geen vliegtuigen; dan kan je vliegtuigen krijgen - maar we zullen het proces zo veel mogelijk vertragen; en natuurlijk zullen we nooit ATACMS sturen) wordt de strijd langer en gemener. Het Oekraïens leger wordt nu geconfronteerd met beter voorbereide Russische eenheden en sterker uitgebouwde stellingen, wat zijn tegenoffensief een herculestaak maakt.

Moreel gezien houden deze bedenkingen steek. Maar realisten hebben sinds de start van de invasie ingezien dat, tenzij we de waanzin van een nucleaire oorlog met Rusland willen riskeren, het Westen moet proberen de strijd in te dammen. Omdat grenzen tijdens een oorlog evolueren, was voorzichtigheid de juiste zet. Waar we vandaag mee wegkomen, verschilt van wat we in februari 2022 hadden kunnen doen.

Langzame overwinning

De westerse strategie is om de Oekraïners te helpen de Russische invasie te verslaan, maar wel langzaam. Het idee is een reeks nipte ‘1-0'-overwinningen te behalen, niet één verpletterende ‘5-0'-zege. Het Westen wil Poetin niet aanzetten tot overreageren. Het probeert het tempo van de oorlog te beheersen, zodat Rusland geleidelijk teruggedrongen wordt uit Oekraïne en zijn militaire macht dermate verzwakt wordt dat het niet langer in staat is tot agressie. Het besluit om Oekraïne voorlopig niet op te nemen in de NAVO is volledig in lijn met deze aanpak.

“Onzekerheid is zwakte”, tweette een boze Zelensky over de NAVO-beslissing; een begrijpelijke reactie. Hij is echter verkeerd. Zekerheid over NAVO-toetreding zou namelijk juist veel gevaarlijker kunnen zijn, zowel voor Oekraïne als voor Europa. Het zou Poetin met name kunnen aanzetten om zelf te trachten een vlugge zege te behalen, nog vooraleer Oekraïens lidmaatschap dit onmogelijk zou maken. Een snelle overwinning door iets te doen dat zo afschuwelijk is – zoals het gebruik van een niet-conventioneel wapen – dat de oorlog met een schok tot stilstand gebracht wordt.

Niemand wil daarachter komen. Daarom speelt het Westen, aangestuurd door de VS, dit stapsgewijze spel. Deze werkwijze voorziet Oekraïense en westerse diplomaten van de beste opties voor een onderhandelde oplossing. Onzekerheid is dus geen zwakte, maar wel wijsheid.