Zoo Planckendael vangt drie Tasmaanse duivels op die uit opvangcentra in Tasmanië komen.© ZOO Planckendael/Jonas Verhulst

Planckendael stelt drie Tasmaanse duivels voor als ambassadeurs voor hun bedreigde soortgenoten in de natuur

Mechelen -

Planckendael in Muizen (Mechelen) huisvest drie Tasmaanse duivels die uit drie verschillende opvangplaatsen in Tasmanië komen. Het gaat om mannetje Flint en vrouwtjes Bonnie Scott en Tortellini. In de natuur worden de dieren ernstig bedreigd, onder andere door een agressieve kanker die de soort treft.

Bieke Lathouwers

“Het is heel belangrijk om deze diersoort een thuis te bieden, want zo kunnen we een heel belangrijke boodschap van natuurbehoud vertellen, want de dieren hebben het heel moeilijk in de natuur”, zegt woordvoerster Ilse Segers. De drie duiveltjes in Planckendael zijn Flint en Bonnie Scott – geboren in 2020 – en Tortellini – geboren in 2021. Dat klinkt jong, maar de gemiddelde levensduur van Tasmaanse duivels ligt tussen 4 en 6 jaar oud.

“Deze dieren uit Tasmanië, een staat in Australië, zijn de grootste vleesetende buideldieren ter wereld. Ze doen niets liever dan peuzelen aan een karkas. Ze lusten kangoeroes en wombats, die ze kunnen ruiken van wel een kilometer ver”, weet Ilse Segers. “Met hun 42 vlijmscherpe tanden verslinden ze hun prooien letterlijk met huid en haar. Hun beet is vier keer zo krachtig als die van een hond. Deze buidelroofdieren kun je dus niet zomaar in je buurt houden.”

Agressieve kanker

De dieren hebben het moeilijk in de natuur, want er circuleert een agressieve kanker in Tasmanië: de Devil Facial Tumour Disease. “Als de dieren elkaar bijten, wat heel normaal is tijdens het paren en eten, dan ontwikkelen ze in de bijtwonden grote tumoren rond de snoet. Die zorgen ervoor dat eten heel moeilijk wordt. De dieren sterven na vier tot zes maanden uiteindelijk van de honger. Sinds 1997 is hun populatie door de ziekte gedaald met 85% en voor sommige subpopulaties zelfs met 95%”, zegt Ilse Segers.

Met een gezonde groep van 113 dieren uit de natuur is er een kweekgroep voor de Tasmaanse duivel opgestart, verspreid over verschillende dierentuinen. Intussen kunnen weer gezonde dieren uitgezet worden in Tasmanië.© ZOO Planckendael/Jonas Verhulst

Tasmaanse duivels hebben het dus heel moeilijk. Dat ook hun voortplantingsproces nog eens bijzonder moeizaam verloopt, helpt de bedreigde diersoort niet voort. Ze werpen na 21 dagen vijftien tot twintig jongen, maar die zijn enorm klein, zo groot als een rijstkorrel. Van die grote hoop overleven er maximaal vier, vastgeklemd aan de vier tepels in de buidel. Helaas is de realiteit nog droeviger: vaak overleeft slechts één dier het eerste levensjaar.

Terugplaatsen

“Door Tasmaanse duivels in onze dierentuin en in andere Europese zoos aan onze bezoekers te laten zien, geraken mensen zich bewust van de problematiek van de agressieve ziekte. Met een gezonde groep van 113 dieren uit de natuur is een kweekgroep opgestart, verspreid over verschillende dierentuinen. Ondertussen zijn ze met zo’n zes à zevenhonderd. Zij houden de populatie op peil met voldoende genetische verscheidenheid. De eerste afstammelingen worden weer in de natuur teruggeplaatst in Tasmanië”, eindigt Segers met een hoopvolle boodschap.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER Planckendael