Direct naar artikelinhoud
OpinieRoger Housen

Waarom het Russische leger uit balans brengen makkelijker gezegd is dan gedaan

Volgens Roger Housen is een ‘beslissende’ uitkomst van deze oorlog nog zeer veraf: "Tenzij Poetin een dwingende reden heeft om zijn vendetta tegen Oekraïne te staken, zal de oorlog doorgaan."Beeld Damon De Backer - ANP/EPA

Na achttien maanden oorlog lijkt het steeds waarschijnlijker dat geen van beide partijen in staat is tot een beslissende militaire overwinning, schrijft Roger Housen, kolonel buiten dienst en defensiespecialist. ‘Het is de verliezer die bepaalt wanneer een oorlog eindigt, helaas.’

“Het brandt goed”, zei Vladimir Poetin, hiermee verwijzend naar de nasmeulende Leopard-tanks en de colonnes van lukraak door elkaar geschoven westerse pantserwagens die bij het begin van het Oekraïense tegenoffensief tot schroot herleid werden. Ook na meer dan twee maanden onophoudelijke strijd blijft het zomeroffensief langzaam verlopen, langzamer dan iedereen in Kiev en in de westerse hoofdsteden verwacht had. Tot nu toe werd nog maar 1/500e van het door Rusland bezette grondgebied heroverd.

Het Oekraïense leger is dus helemaal niet door de Russische linies gegaan als een warm mes door boter. De eerdere militaire successen van Kiev hadden nochtans tot hooggespannen verwachtingen geleid, die nog versterkt werden door de prachtige vergezichten die president Zelensky en zijn entourage schetsten over wat Oekraïne allemaal ging bereiken met de Leopards, Challengers en andere fancy militaire hardware waar het om vroeg in het Westen.

De kost van het tegenoffensief

De kwestie is echter dat in een oorlog de vijand ook een stem in het kapittel heeft en het terrein evenzeer een rol speelt. Rusland was zich al van in november aan het voorbereiden op het lang en breed aangekondigde offensief. Het had dus ruimschoots de tijd om over achthonderd kilometer een uitgebreid stelsel van opeenvolgende verdedigingslijnen uit te werken – op sommige plaatsen zelfs vijf linies na mekaar – bestaande uit mijnenvelden, antitankgrachten en -barrières, loopgrachten, schietstellingen voor tanks en vuurposities voor artillerie. Daarnaast zijn de begroeiing en de veelvuldig te overschrijden waterlopen in het zuiden en oosten van Oekraïne erg nadelig voor een aanvaller. Dat alles maakt een wilde veroveringstocht zoals die Oekraïne in september de provincie Charkiv opleverde praktisch onmogelijk.

Om zich hier doorheen te vechten moet het Oekraïens leger een hoge prijs betalen. Tijdens de eerste maand van het tegenoffensief sneuvelden twee maal zo veel Oekraïense soldaten als in de vier voorgaande maanden van defensieve gevechten samen. Alle soldaten die het nu verliest, zijn er straks niet om door de hoofdlinies te breken, of om na een doorbraak grondgebied te bevrijden. Hetzelfde geldt voor de munitie: de Oekraïense strijdkrachten verbruiken tot 8.000 artillerie-obussen per dag, wat overeenstemt met een derde van de totale Amerikaanse obussenproductie per maand. Aan het huidige ritme zal Kiev tegen het einde van het jaar de Britse en Franse langeafstandsraketten, die het gebruikt om tot 250 kilometer ver Russische munitiedepots, brandstofopslagplaatsen en transportinfrastructuur te beschieten, volledig verbruikt hebben.

Voldoende Russische mankracht en economische draagkracht

Het Russische leger uit balans brengen is dus makkelijker gezegd dan gedaan. Van zodra de Oekraïense troepen een mijnenveld opgeruimd hebben en verder trekken, gebruiken de Russen artillerie en helikopters om opnieuw mijnen voor en achter hen te verspreiden, soms tot vijf stuks per vierkante meter. Iedere vooruitgang stokt dus na enkele honderden meters, waarna een flukse Russische tegenaanval met tanks de Oekraïense strijders meestal overrompelt en terugdrijft naar hun vertreklijn.

Rusland blijft bovendien steeds meer extra soldaten inlijven: alleen al tussen januari en augustus gingen 231.000 jongelingen een contract aan bij het leger, niet zelden gelokt door de sappige wortel van een aantrekkelijke verloning. Dit aantal is ruimschoots voldoende om de verliezen te compenseren, maar laat daarnaast ook toe om bijkomende troepenreserves op te bouwen.

De Russische economie houdt daarenboven goed stand. Het Internationaal Monetair Fonds verwacht dit jaar zelfs een lichte groei. De westerse sancties hebben gezorgd voor een soort isolatielaag rond de Russische economie, waardoor die nu minder gevoelig is voor de wereldconjunctuur. Maar de hoge energieprijzen zijn de kurk waar alles op drijft. Zonder plotselinge daling van de olieprijzen, of een analoge spectaculaire ontwikkeling, kan Rusland zijn huidige uitgaven, met inbegrip van deze voor zijn oorlogsinspanningen, nog zeker twee tot drie jaar aanhouden.

Moskou beschikt daarentegen niet meer over voldoende wapensystemen om in deze tijdspanne opnieuw een succesvol grootschalig offensief te lanceren en zijn initiële doelen te verwezenlijken. Anderhalf jaar strijd heeft de bestaande stocks van pantsers en houwitsers sterk uitgehold. Doch de verliezen van zwaar legermaterieel zijn ook dusdanig groot dat de Russische wapenindustrie slechts veertig procent ervan kan vervangen, zelfs al draait ze reeds sinds oktober van vorig jaar in oorlogsmodus.

Beslissende overwinning is illusie

Zoals een slang die gepoogd heeft een os te verzwelgen, blijkt Oekraïne te groot voor Rusland om te verteren. Poetin heeft dan wel acht jaar de tijd gekregen om de Krim te verteren, maar het is nu duidelijk dat hij zich met de invasie heeft overeten.

Na achttien maanden oorlog lijkt het dus steeds waarschijnlijker dat geen van beide partijen in staat is tot een beslissende militaire overwinning, laat staan dat Oekraïne het door president Zelensky vooropgestelde doel – de herovering van “elke centimeter Oekraïens grondgebied” – zou behalen. Doch zelfs als het Oekraïense tegenoffensief een triomf zou worden met een opmars tot de Zee van Azov – een zeer onwaarschijnlijk vooruitzicht - of als de vijandelijkheden binnen twee tot drie jaar tot een halt zouden komen met een betekenisvolle terreinwinst voor Kiev, zou dat op zich de strijd nog niet beëindigen.

Het is met name de verliezer die bepaalt wanneer een oorlog eindigt, helaas. Tenzij Poetin een dwingende reden heeft om zijn vendetta tegen Oekraïne te staken, zal de oorlog doorgaan. Vanaf zijn eigen grondgebied kan Rusland luchtaanvallen blijven uitvoeren, granaten blijven gooien en zijn geheime en niet-kinetische arsenaal blijven inzetten, van hackers tot huurmoordenaars.

Oekraïne van zijn kant kan Moskou blijven aanvallen met drones en de partizanenoorlog in het bezette gebied opdrijven met guerrilla-acties op Russische ambtenaren en collaborateurs, evenals met raids op overheidsgebouwen en de transportinfrastructuur. Een ‘beslissende’ uitkomst van deze oorlog is dus zeer veraf.

Anders gaan denken

Daarom moet de internationale gemeenschap de oorlog in de richting van een eindspel duwen. Een verdere wait-and-see-aanpak in de hoop dat de strijd op het slagveld tot een aanvaardbaar einde zal leiden, is niets anders dan een fata morgana.

De drijfveren van dit conflict, met name onoverbrugbare politieke standpunten over het bezette territorium en het internationale statuut van Oekraïne en de wederzijdse onmogelijkheid om mekaar militair tot overgave te dwingen, zullen ook na enkele jaren ‘wachten’ waarschijnlijk hetzelfde zijn. Maar de kosten van de oorlog – menselijk, materieel en financieel – zullen dan wel vermenigvuldigd zijn. Het is daarenboven nog maar de vraag of de westerse coalitie bereid en in staat is om Oekraïne zo lang militair te steunen en van plan is om Rusland nog geruime tijd sancties, exportcontroles en financiële beperkingen op te leggen.

Het is bijgevolg cruciaal om anders te gaan denken en om zo snel mogelijk te beginnen met onderhandelen. Wachten om dat proces te beginnen is tijdverspilling en, veel belangrijker, een verspilling van mensenlevens. Een vredesakkoord lijkt ver weg, daarom is een wapenstilstand een plausibele uitweg. Een wapenstilstand die neerkomt op een duurzaam staakt-het-vuren is geen wondermiddel en per definitie geen permanente oplossing van het conflict, maar ze zou wel het bloedvergieten stoppen.

Een dergelijk bestand kan overigens niet zonder veiligheidstoezeggingen aan Oekraïne en robuuste controlemechanismen van de stopgezette vijandelijkheden, om ervoor te zorgen dat het geen operationele pauze en een opstap naar nieuwe agressie wordt.

Geen tweede Syrië

Het Westen kan Oekraïne niet dwingen een wapenstilstand te accepteren die het niet wil, maar het kan Kiev wel duidelijk maken dat het land slechter af zal zijn als het de doelstelling blijft najagen om alle verloren gebieden te heroveren.

Diplomatie is geen synoniem voor overgave aan Poetins agressie, maar een manier om het Oekraïense volk te vrijwaren van verdere aanvallen. Ze is voorts een onontbeerlijk instrument om nadien de hete hangijzers rond het bezette Oekraïense grondgebied en de herstelbetalingen aan te pakken.

Hoe de internationale gemeenschap - en hierbinnen vooral het Westen - nu handelt, zal mede bepalen of Oekraïne een tweede Syrië wordt of niet. De gevechten zo snel mogelijk stoppen is de beste manier om te voorkomen dat Oekraïne dat lot beschoren is. De voorzichtige en verantwoordelijke zet van een compromis is nooit populair en brengt zijn eigen politieke risico’s met zich mee, maar het is uiteindelijk de slimmere keuze in een situatie als deze. Er is immers geen andere plausibele en realistische manier om de oorlog te beëindigen dan door Moskou erbij te betrekken.