Vluchtelingenwerk Vlaanderen: "Vang 5 mensen per gemeente op en crisis is opgelost", De Moor wijst op tekort aan leegstaande woningen

Staatssecretaris De Moor wil meer dan ooit de focus leggen op families met kinderen en vermijden dat die kinderen deze winter op straat moeten slapen. Vluchtelingenwerk Vlaanderen is echter - net als de Liga voor Mensenrechten - niet te spreken over de beslissing. Volgens directeur Claus was deze situatie te voorzien.

"Er is een opvangwet die voorziet in noodmaatregelen. Men had deze situatie al lang zien aankomen. De instroom is naar het einde van de zomer altijd hoger. Wij waren op de hoogte. Dan zou je kunnen verwachten dat een beleid proactief optreedt om de noodmaatregelen in te zetten, zoals een spreidingsplan om onze humanitaire verplichtingen na te komen", zegt Claus.

"Een beleidsmaker mag nooit haar humanitaire en wettelijke verplichtingen ondergeschikt maken aan de nood die ze ziet voor toekomstige structurele hervormingen. Anders verdwijnt elke rechtszekerheid." Deze beslissing is niet wettelijk, benadrukt Claus. "Elke persoon die bescherming zoekt in België heeft recht op opvang."

Claus snapt het ook niet. "We hebben het voorbije weekend een opruimactie gezien. Men jaagt daklozen op en tegelijk zal hetzelfde beleid meer daklozen bij creëren. Daar kunnen we niet mee akkoord gaan."

Voor Vluchtelingenwerk Vlaanderen werken noodmaatregelen, dat heeft het verleden uitgewezen. "In 2015 heeft de toenmalige federale regering onmiddellijk die noodmaatregelen aangewend waardoor er nooit iemand op straat heeft hoeven slapen." Claus maakt ook de vergelijking met Oostenrijk. "Daar is een gelijkaardig aantal binnenkomsten en is men perfect in staat noodopvang te organiseren."

Wat kunnen noodmaatregelen zijn? Claus: "De meest gemakkelijke is een spreidingsplan activeren naar lokale besturen toe, zodat elke gemeente haar steentje bijdraagt. Het gaat echt niet om grote aantallen mensen die moeten opgevangen worden. We schatten 4-5 mensen per gemeente en dan is deze crisis onmiddellijk opgelost."

De Moor wijst er in "De ochtend" (Radio 1) op dat er nog nooit zo'n groot opvangnet is geweest in België, maar dat opvangnet staat onder zware druk. "Er staan vandaag een 2.000-tal alleenstaande mannen op de wachtlijst", kadert De Moor. "Er komen elke dag mensen aan in ons land. Ik wil vermijden dat we kinderen gaan zien in een kartonnen doos."

De Moor wil niet langer horen dat ons land niet aan zijn verplichtingen voldoet. "We doen al heel lang meer dan ons deel in Europa. Kijk maar naar Portugal, Bulgarije, Hongarije of Polen", stelt ze.

De staatssecretaris maakt duidelijk dat er wel degelijk extra capaciteit bijgekomen is, maar dat lukt niet oneindig. "We hebben het afgelopen jaar duizenden opvangplaatsen bij gecreëerd. Ik blijf me daarvoor inzetten. Maar de realiteit is hard: we geraken er niet." De Moor zet de samenwerking bijvoorbeeld ook met het Brussels Gewest voort.

"Laat ons ook niet alles op een hoopje gooien. Ik merk dat er verwezen wordt naar de situatie aan Brussel-Zuid. Bij die acties aan het station worden geen asielzoekers aangetroffen. Er hangen daar mensen rond die een bevel hebben gekregen het grondgebied te verlaten. De herkomstlanden werken niet mee."

Kan een spreidingsplan over de gemeenten dan de oplossing bieden, zoals Vluchtelingenwerk Vlaanderen beweert? De Moor: "Die spreiding is er absoluut. Wat is er niét: oneindig veel beschikbare (leegstaande) woningen voor die opvang. We hebben 581 gemeenten, een 80-tal gemeenten organiseert geen opvang."